
TER OEDÄCHTENISSE FAN H E T FERBONE, TUSSCHEN E E N ALLERKRISTELIJK-
STEN KONING E N E E REPUBLIEK E E R NEDERLANBEN GESLOTEN,
E E B B E N E E BURGERS FAN ZIERIKZEE E E ZEN BAG,
20 APRIL 1786 GEFIERE.
De viering van het feest bestond voornamelijk in het houden van een avondmaaltijd in het
Heerelogement. De t^fel prijkte met een zinnebeeidigen tempel, door 300 lampions verlieht.
Aan dichtstukken ontbrak het natuurlijjc niet, even min aan »dronken op hooge gezond-
heden en aan vaderlandsche c o n d i t io n d i e telkens gedekt werden door het lossen van ge-
schut uit een ja ch tje , dat op de tafel was geplaatst. Een drietal schepen in de haven waren
geillumineerd (*).
6 4 3 . P l a a t LXHI. 1786.
H e t v e r b o n d m e t F r a n k r i j k p l e c h t i g g e v i e r d te R o t t e r d a m ,
2 4 A p r i l 1 7 8 6 .
Voorzifde. De Nederlandsche Maagd, bedrukt (of slaperig ?), in een Ieunstoel gezeten, met
de rechterhand, waar zij haar pijlbundel in vasthoudt, op de k n ie , en ’t hoofd steunende op
de linkerhand. Zij schijnt niet eens den Eenhoorn (Groot-Brittanje) te bemerken, die op
haar aan komt rennen, noch den adelaar (Oostenrijk) die op haar aanvliegt. Gelukkig komt
het wapenschild van Frankrijk, door een hand, die uit een wolk te voorschijn komt, vast-
gehouden, zieh tusschen haar en haar bespringers stellen.
Om d e n r a n d :
HOC D E E E N S O R E BEATA.
MET EEZEN FEREEEIGER GELUKKIG.
I n d e a f s n e d e :
f* V-(a s ) B A E R L L - A ? (r ia a h 8)Z*(ooh) F E C IT .
Keerzijde. De wapens van Frankrijk en van de Republiek worden aan een zuil te zamen
gehecht door Merkurius, den god des handels. Om de handen tot deze verrichting vrij te
hebben, heeft hij zijn staf zoo lang tegen de zuil nedergezet.
Om d e n r a n d :
G A U D E T E B A TA V I.
FERHEUGT U NEEERLANEERS.
I n d e a f s n e d e :
HOC MONUM.(en tum) DU PL. (ic i ) F E L IC .(it a t i )
D.(e) D . ( i c a n t ) G R A T I C IY E S
R O T T E R O D A M E N S E S .
24 A P R ( i) i( is )
1 7 8 6
E E EANKBARE ROTTERBAMSCHE BURGERIJ HEEFT E IT GEEENKTEEKEN TOEGE-
WIJE AAN E E N EUBBEL GELUKKIGE GEBEURTENIS, E E N 24 APRIL 1786.
Wij hebben de penningen, onder n°. 627 en 628 beschreven, slechts te raadplegen, om te
weten, dat met de dubbel gelukkige gebeurtenis, op de keerzijde vermeld, het vredeverbond,
Nederland in verbond met Fran k rijk, bl. 37—39.
met
met Keizer Jo zef (8 November 1785) en het Alliantie-traktaat, met Frankrijk (10 November
1785) gesloten, worden bedoeld. Het reeds door ons aangehaalde keurig uitgevoerd ■weriNeder-
land in verbond met Frankrijk, 10 November 1785 — Amsterdam, 1786 — geeft (!) een uit-
voerige beschrijving van de feesten, ter viering van het gesloten verbond te Rotterdam gege-
ven en bijgewoond door den Markies van V e r a c . Na tooneelvertooningen door Fransche akteurs,
en een ballet, door een Hollandsche troep (zeker uit beleefdheid voor den Franseben,Gezant,
die wel het in ’t Hollandsch dansen, maar niet het in ’t Hollandsch spreken verstond), had er
een souper van 57 personen plaats, in zalen, opzettelijk daartoe tegen het gebouw van den
Doelen aangetimmerd. De eetzaal werd gedragen door pilaren, tusschen welke 40 cliassinet-
ten , met toepasselijke allegorische voorstellingen geplaatst waren. De alliantie werd vertoond
op een plateau van 110 voet lengte, binnen een tempel van 10 voet hoog. De beschrevene
penning werd toen alleen in goud uitgegeven, vermits die in zilver nog niet gereed was.
6 4 3 . P l a a t LXHI. 1786.
Op h e t h o n d e r d - v i j f t i g - j a r i g b e s t a a n d e r H o o g e S c h o o l te U t r e c h t ,
31 Mei 1 7 8 6 .
Voorzijde. Het wapen van Utrecht, door zestien vlammen omgeven.
Om d e n r a n d :
SOL IU S T IT I jE IL L U S T R A NOS
ZON EE R GERECHTIGHEIE, PERLICHT ONS {de spreuk der Hooge School) (2).
Keerzijde. Boven twee gekruiste palmtakken:
C L “ ° N A T A L I
A N N O
A C A D EM IA E SYA E
C IY IB Y S NYMYM
D E D E R - (u n t)
C O (n )S (u le )S . e t S E N A T O R E S
T R A IE C T E N S E S
C I Q I O o o l x x x v i
IN HET 150^ JAAR NA E E STICHTING HEBB EN BURGEMEESTEREN E N R A B EN
FAN UTRECHT E E ZEN PENNING AAN E E {Academie) BURGERS GEGEFEN.
1786 (3).
. . ( * ) Bl. 39—4 5 . Zie voorts Ned. Ja a rb ., 1 7 8 6 , bl. 3 7 3 ; Ned. Me rc., LX. bl. 162— 163. Het verbond z elf is opgenomen
in de Ned.- J a a rb ., 1 7 8 5 , b l. 1567— 1575.
( * ) S. Rau past in zijn Plegtige Redevoering (Utrecht, 1 7 8 6 ), bl. 8 9 , die spreuk aldus in een nitroep to e: »Maar U , o
allerhoogste en eeuwige God, en Uwen Zo on, de alleen onverwinnelijke Zon d e r Geregtigheid, wien deze Academie is toege-
wijd" enz.
( 3 ) Afgebeeld op de titelplaat van C. de Vries , Naauwkeurige beschrijving en verhaal van alle d e plegtigheden, vreugde-
bedrijven en z ., zo te r gelegenheid van de honderd v yftig ste verjaring d e r Utrechtsche Hoge Schale op den 31 May 1786 ge vie rd ,
als van de promotien met de kap van vier heeren regtsgeleerde licentiaten daags daar aan volgenden. Utrecht, 1 7 8 6 , Algem. Vad.
L e t t., 1 7 8 7 , b l. 86—88. De bescbrijving van dqn penning vindt men aldaar, bl. 4 4 , in de Ned. Jaarb., 1 7 8 6 , b l. 6 7 0 , en
Vad. Hist. V e rv ., XII. b l. 406 (* ). De Vr ie s , een oor- en ooggetutge van he t fe e st, — » zoo veel zulks den gemecnen man
werd toegelaten,” b l. 2 , — verhaalt, bl. 36—3 8 , dat he t Stedelijk Bestuur lang had gedraald eer het tot een bepaling gekomen
w a s, welk bijzonder blijk van goedkeuring o f aanmoediging zou worden gegeven: immers bij het vieren van den 50,lcn ver-
jaardag waren geen gedenkpenningen uitgedeeld. Toen men echter bespeurde, » dat de heeren Studenten boven a lle gedane
» aanbiedingen den voorrang gaven aan he t meer duurzaam bewijs van des Raads hoogagting en goedkeuring hunwaards ( f ) ,