
Keerzijde. Het wapen van B l o k , van lazuur, gedekl met een k ep e r. van zilver en drie
(2, 1) A/ojfeschijven van zilver: het wordt door het.Alziend Oog beslraald en rust op een console
, van welke een laurierfestoen afhangt. Daaronder leest men :
O Y R Y H E ID d o o r ..d i t E e rm e t a a l ,
G e f la g e n t e r Y e re e .uw ig in g
Y an B L O K , o ns H o o f d, uw L ie v e l in g ,
G e d e n k e n we o o k uw Z e g e p ra a l.
Lager, onder twee streepen :
H e t p a ï â i q ï ï i s c h g e n o o t s c lia p
te E N K H .U I Z E N
a a n d e s z e l f s
.V .O O E Z I T T E E . ( ! )
B e r n a r d o s B l o k was in 1755 te Macassar geboren en verloochende nimmer gedurende zÿn veel
bewogen leven die herkomst uit een heete luchtstreek. Zijn lijdgenooten in 1788 gewagen van
zÿn aangeboren Àziatisch karakter (2), en een zijner medeleden in de Nationale Vergadering ge-
tuigt,hoe hij,zelfs waar hij den middelweg wenschte te volgen, zieh niel zelden door zijn drift
verder leiden liet dan hij wezen wilde (8). Reeds vroeg, als de meeste mannen van die dagen,
speelde hij een rol op het staatstooneel. Immers, op den 29sten Sept. 1775 te Leiden tot doctor
in de beide rechten bevorderd, na het verdedigen van een Specimen de potest ate Ordinum
Hollandiae sub Comilibus posterioribus, atque regiminis mutatione sub Guiliehno primo usque
ad discessum Leicestrii fa c ta (Proefschrift over de macht der Staten van Holland onder de laatsle
Graven en de verandering onder W i l l e m I tot .aan het vertrek van'LEYCESTER in de regering
gemaakt),4°. 39 pag., werd hij reeds in 1779 Secretaris zijner woonplaats Enkhuizen, en hielp
er het Patriottisch Genootscliap of Maatschappij 'van Vischvangst, Koopvaardij en Nijverheid op-
rich ten , waarvan wij hem bij het te voorschijn brengen van den penning n°. 541 reeds als
Voorzitter hebben leeren kennen (*). Welk aanzien en vertrouwen hij bij zijn Patriotsche vrien-
den genoot, bleek in 1785, toen men hem, op dertigjarigen leeftijd, met algemeene stemmen
aanstelde tot Sekretaris van Gekommitteerde Raden der Staten van Holland en Westfriesland ;
terwijl diezelfde Gekommilteerden hem terzelfder tijd den post opdroegen van Kommies der
Financien (5). Dit was. een bediening voor het leven, en hoezeer er aanzienlijke geldsommenaan
zÿn beheer werden toevertrouwd, vergenoegde men zieh, daarvoor alleen de afgifte eener qui-
tantie van décharge aan de weduwe van zÿn voorganger G r o o t te vorderen, zonder het stellen
van eenigen borgtocht of zekerheid. J a , wat in onze dagen, nu de comptabiliteit naar vaste
beginselen geregeld i s , bij na ongelooflÿk schijnt, de kas van Gekommitteerde Raden bleef een
groote seeretesse, zoo zelfs, dat B l o k in 1790 schrijven k o n , zieh gepersuadeerd te houden,
dat diverse Leden, die gedurende een reeks van jaren zitting in dat kollegie hadden gehad,
van die kas — die in 1787 bÿna twee tonnen gouds bevatte — ignorant waren gebleven.
Zulk een geheime kas kwam in 1787 den schepper van het vliegend legerlje in Noord-Holland
niet weinig te stade. B l o k deed daartoe «op verzoek van eenige cordate vrienden” het eerste
voorstel in een vergadering, op 21 Aug. 1787 te Hoorn gehouden door afgevaardigden van
Schutterijen en Exercitie-Genootschappen in Noord-Holland, en weldra verrees een leger van
317 man, aan ’t welk B l o k twee veldstukjes uit het magazÿn te Hoorn aanbood (6) e n /1 0 ,000
( 1 ) Waarschijnlijk heeft I. G. H o lt z h e y , die den penning gesneden heeft (zie den Catalogua der penningen door vader en
zoon gesneden, n°. 4 2 1 ) , uit voorzichtigkeid zijn lettermerk daarop niet geplaatst. De penning is vrij zeldzaam en werd on-
langs voor f 22.50 verkocht.
| * ) Ned. Jaarb., 1 7 8 8 , b l. 604.
( * ) Zie Mr. C. L . V i t r in g a , Gedenkschrift. Staatk. Gesch. d e r B a t. Bepubliek, II. Arnhem, 1 8 5 8 , I. b l. 259.
(•>) Z ieb o v en , b l. 130 en Ned. Ja a rb ., 1 7 8 3 , bl. 4 6 7 , Vad. Hist. Ve rv ., V. bl. 328.
( » ) Memoric van M r. B . B l o k , Watten, 1 7 9 0 , b l. 5.
(« ) Vad. H ist. Verv., XV. b l. 126—130 ; Ned. Jaarb., 1 7 8 8 , bl. 456—459. Aan de Armada op de Zuiderzee werden uit
het Comptoir-Generaalf 27.885 verstrekt door Claus en B lo k . Vad. Hist. Verv., XV. bl. 213—214.
uit
uit ’s Lands penningen (*).. Op den 238te“ Maart 1787 deed de meerderheid van Gekommitteerde
Raden, met hären Secretaris B l o k , en zulks op grond eener resolutie van den 17^en bevorens,
die met een Videant consules enz. gelijk stond, haar intrede binnen Hoorn, het loenmalig
brandpunt der beweging in Noord-Holland., deed er de poor ten sluiten , geschut plaatsen op
den Roösteen, de wapenen met geweld bij sommige Prinsgezinden weghalen, enz. Zij hield
aldaar van 23 Maart tot 5 Mei zestien zittingen, terwijl B l o k , zo o luidt h et, «door zyn veel
» vermögenden invloed op de meeste leden dier Vergadering, derzelyer raadslagen, zoo niet geil
heel en a l , eeniglyk en alleen dirigeerde en bestuurde en volstrekt naar zijn zin en intentie
»wist te doen reusseren en uitvallen, als zynde alle derzelver resolution van eenige de minste
» consideratie zonder onderscheid of uitzondering, bloolelyk genomen op deszelfs onberede-
»neerde en gehazardeerde Propositien en Voorslagen, dewelke oogenblikkelyk, als gulden
ii orakelen, zonder haesitatie, veel min oppositie of contradictie met zeer veel gratie en applau-
ii dissement, in even zoo vele formele en positive Resolution wierden geconverteerd (2)” .
Na de omwenteling van 1787 wendde B l o k zieh in September aan Gekommitteerde Raden en
verzocht verlof om zieh gedurende zes weken, tot dat de gemoederen wat bedaard zouden zijn,
op een buitengoed te onthouden, hetgeen hem werd toegestaan. Zieh echter aldaar niet veilig
achtende, week hij naar Brussel, een bedrag van / 73,014:12:2 uit de reeds genoemde Secreete
kas met zieh nemende — welk deficit NB. eerst een geruimen tijd later werd ontdekt (8) Een
tweede aanzoek om verlof werd aan B b o k geweigerd, waarop hij op 6 December uit Brussel bij
missive aan Gekomm. Raden te kennen gaf, » onder reserve van zoodanige schikkingen, als in
billijkheid, zoo met betrekking tot het overnemen van het huis te Hoorn (enkel alleen om zijnen
post welvoegelijk te kunnen waarnemen gebouwd) als ten aanzien van een modicq jaargeld,
zouden kunnen worden gevorderd, genegen te zyn zynen post als Secretaris te resigneren en
tevens dien van Commies van Finantien, indien men hem ook daarin op eene konvenable en
redelyke wyze wilde te gemoet komen” (*). De hekken waren echter verhangen en zoo Gekommitteerde
Raden hem, overeenkomstig een vroegeren wenk door den Prins gegeven (5), per
omgaande — op 9 December — het gevraagde ontslag uit beide -betrekkingen verleenden,
zij verkozen geen beslissing aangaande de schadeloosstelling te nemen, het aan B l o k overla-
lende, » indien hy mochte goedvinden eenige verzoeken het zy van restilutie van amblsgeld,
of over andere pecuniele poinclen het ambt van Secretaris betreffende te doen, zieh daarover
ter behoorlijke plaatse te adresseren” ( ß ). B l o k vond hierin grond om de medegenomen kas
bij voorraad als schadeloosstelling onder zieh te houden, en het Hof van Holland om hem bij
sententie van 10 Julij 1789 te veroordeelen tot teruggave daarvan, benevens van de /1 0 ,0 0 0 ,
aan het vliegend legertje verstrekt (7). Niet alleen voldeed B l o k niet aan dit vonnis, maarhij
beweerde zelfs, dat de onder hem berustende geen landspenningen, maar het bijzonder eigen-
dom waren van Gekommitteerde Raden. Zieh binnen Brussel niet veilig genoeg wanende,
vestigde hij zieh metterwoon op het kasteel Watten onder Cassel in Frankrijk. Hier liet hij
op 2 September 1789 arrest leggen op de meergemelde kas, waarover de Aartsbisschop van
Bordeaux aan Baljuw en Schepenen der Hooge Heerlijkheid Watten ’sKonings misnoegen te
kennen gaf (s) , wat aanleiding gaf tot een nieuwe memorie van B l o k , ingeleverd 24 November
1789 en beantwoord 22 Januarij 1790 (°). Inmiddels was B l o k reeds, bij vonnis van 31 Julij
1789, wegens zijn aandeel in de gebeurtenissen van 1787, ten eeuwigen dage uit Holland, Zeeland
, Westfriesland en Utrecht gebannen (to). In 1795 teruggekeerd en later ook ter Nationale
( 1 ) Ned. Jaarb., 1 7 8 8 , b l. 4 6 1 , in een llapport van 5 February 1788 en aid. 1 7 8 9 , bl. 9 3 1 , in de Sententie van Blok.
Zie ook Memorie, bl. 94—95.
( 2) Ned. Jaarb., 1788, bl. 604—605 en 453.
( 3) Memorie, bl. 90 , 92—93.
( 4 ) Memorie, bk 121.
( * ) Memorie, bl. 125.
( 8) Memorie, bl. 128.
( 1 ) N ed . J a a rb ., 1 7 8 9 , bl. 931.
( 8 ) Memorie, bl. 154, 170.
(®) Memorie, bl. 172— 184, 185—187.
( ,#) De Memorie geeft dit vonnis niet; wel een aantal andere bijlagen, tot opheldering dier geruchtmakende zaak. Zie ook
Ver