
On e n o n d e r s c h r i f t :
P IE T A T E S E N A T U S AMST E LO D. ( a m e n s i s )
E C C L E S IA L U T H E R A N , (n o r um )
SU E E U L T A ET
D E E E N SA
DOOR DR LIEFDADIGHEID VAN DEN RAAD TAN AMSTERDAM IS DE DUTHER-
SCSE E E RK (tot deze Stichling) GESTÜT E N BESOSERMD.
I n d e a f s n e d e :
•. T, V .(an ) B E R C K E L F.(ecit)
De aanbesteding van dit gesticlit, op het Weesperveld te plaatsen, geschiedde den 28 Augustus
1769, volgens een uitvoerig bestek en voorwaarden, te yinden in den Nederl. Mercurius
ran 1769, Deel XXVII, bl. 80—83, 110—114, 133, 134, 165—168, 195—198 , 223—228.
De eerste steen werd gelegd op den 6 September 1769, door Ja n Gildemeester Jz . , na het hou-
den van eene aanspraak (aid. bl. 129). De aannemers waren Ja n v a n d e r H o e v e n , Mr. tim-
merman, ^n Co e n r a a d H o e n ek e r , Mr. metselaar. Van 14 Augustus tot 17 October 1769 sloeg
men 1706 masten tot grondslag in (i). Een collecte voor den opbouw werd den 5 Maart 1770
bij de leden der Luthersche gemeente gedaan. In den Nederl. Mercuriue, Deel XXIX, bl. 166
(October 1770), vindt men eene afbeelding van het gebouw.
Het binnenwerk w e rd , volgens voorwaarden, te vinden in den Ned. Mere. , Deel XXX, bl.
75—80, 99—101, aangenomen door L u c a s T e g e l a a r , Mr. timmerman, en F r e d . H e lm er s e n
Z o o n , Mr. metselaars. Het maken van een muur en wal om en vöör het huis, werd op den 6
Junij 1771 aanbesteed (Ned. Merc. t. a. p. bl. 138).
451. P l a a t XLI. (1770.)
P r i j s p e n n i n g e n v a n h e t B a t a a f s c h G e n o o t s c h a p v a n P r o e f o n d e r v i n -
d e l i jk e W i j s b e g e e r t e te R o t t e r d a m , o p g e r i g t in J u l i j 1 7 7 0 .
Voorzijde. De Ondervinding (*), voorgesteld als eene bedaagde vrouw, houdt in de regter-
hand een zeilsteen, waaraan een anker hangt, en welks vermögen zij dus beproeft; in de linker
heeft zij een staf met een wimpel omslingerd, waarop men leest: RERUM MAGISTRÄ:
Leermeesteres der dingen. Regts is een apothekers - kooktoestel, waarbinnen een smeltkroes,
die met het wapen van Holland prijkt; links een weegtoestel, met dat van Rotterdam voorzien.
Om d e n r a n d :
C E R T O S E E R E T E X P E R IE N T IA ERU C TU S .
DE ONDERVINDING ZÄL GEWISSE FRUCHTEN OPLEVEREN.
I n d e a f s n e d e :
SIG. (i l i. u m) S O C IE T. (a t i s) P H IL . (o s o p h i a e)
E X P E R . ( im e n t a l i s) B A T .(a v a e ) R O T T E R .( o d a m e n s is )
ZEGEL VAN h e t b a t a a f s c h g e n o o t sc h a p v a n p r o e f o n d e r v in d e i i j k e
WIJSBEGEERTE TE ROTTERDAM.
G. V.(an) Moblingen. F.(ecit)
Deze voorzijde is dus een kopij van het groot-zegel des Genootschaps.
( 1) Kok , Amst. Jaärb. , III. bl. 4 4 4 , zo g t, dat men op den 7 Oct. 1769 is begonnen te lieijen, den 6 Sept. 1770 temetselen
m dat het gesticht in het jaar 1 7 7 1 , op het binnenwerk n a , voltooid werd.
( 2) Zie Ned. Jaerboeken, 1 7 7 4 , bl. 816. -
Keerzijde. Een krans van rozebladeren.
Om d e n r a n d :
A R T IB U S A C Q U IS IT A G L O R IA
ROEM DOOR DE KÜNSTEN VERKREGEN.
Dat d e z e S t e m p e l n o g i n 1779 g e b r u i k t w e r d b e w i j s t d e i n s c r i p t i e :
B. T IB O E L ,
i j e n , 9 v a n A u g u s t u s ,
1 7 7 9
45®. P l a a t XLI. (1770.)
V oorzijde. De Ondervinding, met een magneet en een daaraan hangend anker in de regter--
hand; met de linker omklemt z i j een weegtoestel, waaraan een unster of eenarmige weegschaal
hangt; regts van haar ziet men een disteleertoestel, links onder anderen een globe, passer,
boek, en achter haar een paslood en een windas met een kaapstander. Op den zoom van haar
kleed leest men: RERDM MAGISTR.(a). Leermeesteres der dingen.
Om d e n r a n d : a l s van N°. 451, behalve dat de U in het laatste woord door een V vervangen is.
In d e a f s n e d e leest men hetzelfde als op den vorigen penning, maar afgescheiden door
de wapens van Holland en van Rotterdam, in dezer voege:
STG. (it.r.um) S O C IE T .(a tis) P H IL , (o so ph iae ) E X P E R : ( im en t a i.is )
B A T A V .(ae) R O T T E R . (odamensis)
ZEGEL VAN H ET BATAAFSCH GENOOTSCHAP VAN PROEFONDERVINDELIJKE
WIJSBEGEERTE TE ROTTERDAM.
Op h e t s o c l e :
I. G. H O L T Z H E Y . E.(bo it )
Keerzijde. Rondom een lauwerkrans als op den vorigen:
A R T IB U S A C Q U IS IT A G LO R IA .
Deze penning schijnt later geslagen dan de vorige en is althans veel fraaijer van bewerking.
Merkten wij op bij de beschrijving vän een anderen prijspenning, hoe het Zeeuwsch Genootschap
van Wetenschappen bij zijne geboorte alle mogelijke hulp en bescherming ontving van
gemeentelijk en gewestelijk bestuur, een ander Genootschap, een weinig later te Rotterdam
opgerigt, had aanvankelyk met eenige tegenkanting te worstelen.
Een reeds bejaard burger te Rotterdam, die in den beginne verkoos onbekend te blijven en
eerst later bleek S t e v e n H o o g e n d i jk . (l) te zijn, rigtte op zijne kosten aldaar in het ja a r 1769
een Genootschap o p , onder den naam Bataafsch Genootschap der proefondervindelijke Wijshe-
geerte te Rotterdam, en ondef de zinspreuk: Certos feret experientia fructus (»de ondervinding
zal gewisse vruchten opleveren” ). Bestuurders daarvan waren Dr. S a lom o n d e Mo n c h y en Dr.
( i ) Hij was een uurwerkmaker en overleed den 3 Julij 1 7 8 8 , in den ouderdom van 91 jaren. Zie Algem. Konst- en L e tte rbode,
I . bl. 1 3 ; Vera. Vad. H is t., XXIV. bl. 170. Vergelijk deel IX . der VerhandeUngen van het B a t. Genootschap; N ed . Mer-
curius, XXIX. b l. 78—8 0 ; Ned. Ja e rb ., 1 7 7 0 , b l. 1001— 1042 en bl. 1302; Stua rt , II. 514—5 1 7 , en in ons werk boven bl.
20 over de gift van ^20,000 do o rv . d. P a r r a : Vad. Hist. B e sch r., III. 1 7 7 0 , b l. 152— 15 3 ; Ned. Ja e rb ., 1 7 8 8 , bl; 1158 en
20 02; en 1 7 9 0 , b l. 4 8 . Voor de latere geschiedenis': Ned. J a e rb ., 1 7 7 2 , b l. 4 4 4 ; 72 0 ; 1 7 7 3 , b l. 9 4 1 ; 1 7 7 4 , b l. 8 1 4 , 8 3 5 ; 1 7 7 5 ,
bl. 9 1 8 ; 1 7 7 6 , bl. 8 8 3 ; 1 7 7 7 , bl. 992 en 1 1 11; 1 7 7 8 , bl. 789 en 8 4 5 ; 1 7 8 0 , bl. 68 3 ; 1 7 8 2 , bl. 8 4 5 ; 1 7 8 3 , bl. 1 4 2 5 , 1557;
1 7 8 9 , b l. 1017; 1 7 9 1 , b l. 1566; 1 7 9 2 , bl. 1032 ; 1 7 9 3 , b l. 1 4 52; 1 7 9 4 , bl. 1 2 15; 1 7 9 5 , b l. 1261; 1 7 9 6 , b l. 2 4 5 7 ; Alg. Körnten
L e tte r b ., Julij 1788—1 8 0 0 , III. 174. V, 51 (1790), toen er gecne algemeene vergadering werd gehouden, VII. 8 2 , 84 ;
IX. 6 5 ; X I. 6 6 ; Nieuwe Alg. Konst- en Letterbode, II. 7 3 ; IV. 74; VI. 106 (1797) toen er mede geen gehouden w erd; V III. 75 ;