iflïlnl'il'1:-í® lililí
i l l É l
llil1lil1lÍK1 I l ilIi
l l w l f f l f f l f » í ! I
y .
I Í I i Í : ;'S
i i lHi iIBn iilil
afgebeeld bij Va n Or d e n , pl. II , n°. 5 . Zie aid. bl. 43. De gravure van n°. 514 is naar ecn eenigszins afgesleten exemplaar
ge sclu ed, raaar de bewerkinir vnn Hon nm n in « hi»iv
5 1 ) Gouden bruiloftspenning van I I a rm e n v a n G h b s e l en G e e r t r u t d e S m e th , 31 Dec. 1776.
Voorzijde. Een brandend altaar op he t strand, waarachter een hoom van overvloed,
a mercuriusstaf en een baal koop-
manschap. In zee twee schepen. Daor boven een fraai compartiment, Waarin links e
î zwaard, een Spiegel, een weegschaal,
cen boek met S . ( e n a tü s ) C .( o n s u lt a ) en rechts een roeispaan (waarop een sleutel is ingedrukt), blo emen , vruchten en twee
wapons; dat van G h b s e l zilv er , met drie (2. 1) gekroonde moorenkoppen (au naturel); d a tv
2.1. a De Sm e th (sprekend) goud
d rie h o e fijzers ( ) , au naturel. Omschrift :
IIARMEN VANGHESEL EN GËRTRUY DE SMETH, VERËENT 31 DEC.(embbr) 1726.
Keerzijde. Tusschen (boven) een hemellicht, waarin het Alziend o o g , en (beneden)
fakkels) waarin een Z :
lauwerkrans (tusscbcn brandende
GODS GOEDHEID LOOFD
EN ROEMT DIT PAER
ZYN GUNST HOUDT HUN
ALS OPGETOOGEN
NU ZY VEREENIGT VYFTIG
JAER
EEN HEEMELS FEEST
HIERNA BEOOGEN
Daar onder op cen wimpel: GEVIERT 1776.
J a n .v a n Gh kse l le gd e , als knaap, den 18J,n October 1681 deneeriten steen e en het Diaconie Oude Vrouwenbnis tc Amsterdam,
sroervan eljn vador, J .scoa ™ G n a sa i,, Dieken trat. Illj srerd in 1719 Sahcpen van Amsterdam en overleed 20 Oeto-
ber 1726. W a o .n a a a , B „ e in > l» „ , VIII. b l. 4 9 5 - 4 9 6 , en H. S tooi'en-dakl , B e s e in j » » , Je
Oftze H a rm en v a n G h b s e l, zjjn z o on , werd lid van de Vroedschap
1783. Hij had to en , 25 Januarij, zijn ontslag van Amsterdam verzocht.
hem bekend, dan de navolgende anecdote. Eens was hij in de kerk
Zalig zijn de armen van geesten”, werd hij
.elijk, dat hij gehoord had: » Slaap
echter te min beduidend voor, om den penning op te nemen.
a p rijspenning, Va n Ha r t , van 1839 en den ouden is no g a lg ro o t ,
a zijn naar een siecht loodje, en
ene. (zie n°. 5 8 5 ), 2 2 - 2 4 Febr. 1783
in 1765 en leefde n o g , weduwenaar en 80 jaren oud ,ii
Ned. J a a rb ., 1 7 8 3 , b l. 1 4 9 , 268. Weinig anders is
en viel reeds voor de predikatie in slaap. Toen de predikant den tekst aflas
met een schrik wakker en zeide: » Neen Dominé! ik slàap niet”. Hij verbeeldde zieh
j e , Harmen van Ghesel?” De persoon kw.
51 * ) N°. 520. Eerepenning van F e lix M e r ilis , bl. 109.
a . b l. 109 ( 1 ) , lees: Het verschil tusschen den nieuwi
alhoewel er eenige overeenkomst bestaat.
i . Een nfbceliling ven he t niemro gehonte n a .M b M ir ilU 1 7 9 0 , op de Keizersgrnoht hij de Beerestrant, vindt men
In d e n 2V.A Jferenrin» (1 7 9 0 ), bl. 166. Zie a id ., U . 156— 158. He l pertret van Wiu.net W n v r s ,le n stiehter, „M.
OI. L X SX I . (1801) bl. 96. Oeer de herkomst en opgang van F eli* M e r itis , sie men Vad. B is t. Vero. XX. b l. 55 5
en .de bronnen, aldaar bl. 57 (*).
5 2 ) N°. 521 Diakonie loodjes. 1777.
Voorzijde. > Invullen b l. 111 en op den penning : Op het brood Staat nog: D‘A (DiA(konybrood).
Keerzijde. C. M ., welligt G. M. (Va n Moelingen) , o f I . C. M .(a rmé) . De afbeeldingen
niet naar een zilveren afslag genomen.
53 . N°. 522. Bl. 111. Teylers Fundatie.
Over P i e t e r T e y le r v. d . H ü l s t zie Kobüs , Handwoordenboek, III. b l. 28 . De a f beelding van zijn Fundatiehuis te
i den N e d . Mere. , 1 7 9 0 , LXIX. b l. 40—41 . Over Teylers Godgeleerd Genootschap, zie v . Kämpen I I , blz.
¡.-DE K o n in g , T a fere el d e r S ta d Ha a rlem, I I I , blz. 4 4 - 5 2 en Chr. Sepp, Proeve eener Fragm. Gesch. d e r Theologie
Haarlem,
586—587 ;
hier te lande e n z ., Ila a r l., 1 86 0 , b l. 54—81.
5 4 ) N°. 5 24. Eerepenning van h e t Bataviasch Genootschap. 1778.
0 ° k hiervan bestanden twee Stempels, zoowel van de voor- als keerzijde. De waarschijnlijk eerst vervaardigdey nog in af-
» lak bij Mr. J e r . d e Vr ie s J erz. aanwezig, vindt men op plaat L X X X V I II , als n°. 524* afgebeeld. Voorzijde, het
druk i
Javaansch landschap; doch dit i s , minder be vallig, de boom door een zeer zwaar schild gedrukt; de naam
ontbreckt, en in de afsnede le est men :
OPGEREGT
24 APRIL 1778.
n den graveur
De keerzijde heeft meer schcpen in zee en meer andere koopmanschap op Strand.
55) N°. 5 2 6 . bl. 211. Geslacht D ’Orvillb. Zie N a v ., XIV. bl. 2 9 , en V. d. Aa , sub O , bl. 213—216.
56) N°. 530—B. E euw fee st van h e t Luthersche Diaconie Weeshuis. 1778, bl. 120.
Hiervan bestaan no g twee Varianten: 530 B*. Bij de R o y e , n°. 3231 = 530 B , maar zonder de letters I . M. L . op de
keerzijde ( koper. Proef?) ; en 530 B* , Cat. S a lm , n°. 2786 (door den Heer H e in e r e gekocht), met d e C op de z u il, niet
in een cirkel en alleen een L als medailleursteeken. In goud f 9.75.
5 6 * )' Bl. 1 2 0 , reg. 12 v . b . Staat: gezeten z ijn , le e s: staan.
57 ) N°. 532—5 3 3 , b l. 122 (7). Ber ste Vergadering van den Oeconomischen Tak. 15 Sept. 1778. Zie de K o n in g , t . a p
I I I , blz. 3 5—44.
Eene afbeelding daarvad in den Ned. M ere ., Deel LXXVII. als herhaald ingevoegd, b l. 472. Zie a id ., bl. 472__
5 , 5 2 2 ,
555—5 5 8 , 587—588. In het volgende deel niet ten einde gebracht. Het was ook vaak opgewarmdè kost! *
58) N°. 534. Ge er t r u id a Ma r ia Wit t e r t , 25 ja r e n geestelijke zu ste r.
Bezongen door P i e t e r P i jp e r s , Ter geestelijke Zilveren B r u ilo ft van de JVel E d . Geb., Jonkvrouwe G e e r t r u d i s M a r i a
W i t t e r t , gevierd binnen ’sGravenhage op den Feestdag van den H . Äartsengel Michael. Amst. 1778 , bij P o t g i e t e r e
B a a l e n , Beurssluis. Zie de Dietsche Wa ra n d e , VI. N. Serie, I . b l. 105.
59) N». 539. Unie van Utrecht herdacht. 1779.
Blz. 128 (1). Bij te voegen: Iemand, waarschijnlijk een lid van Dulces ante .omnia M u sa e, gaf bij die gelegenheid een
rijmsel u it, met curieuse kantteekeningen, getiteld: B r i e f aan een vriend te R o tte rd am. Utrecht bij J . v a n D r ie l , 1779 .19 blz.
. 6 0 ) Blz. 132. Haarlem was tagen het besluit om P aul J ones met geweld te verdrijven. C. de Ko n in g , Tafer. d e r S ta d
Ha a rlem, I I I , blz. 57. Over do P a u l Jones liedjes, zie Nav. , X V I I I , blz. 358—362.
61) Blz. 134. WIJ WENSCHEN U GELUK. Beter: LAAT ONS U GELUK WENSCHEN.
62) Blz. 1 3 5 , reg 9 t . b .: Het aldaar vermelde stuk werd aan de commissie tot het ontwerp eener staatsregeiing, zonder
eenig verder gevolg gezonden. Dagverhaal d e r N a t. V e rg ., II. b l. -201; Vad. H is t., Deel LIX (1 8 0 5 ), b l. 134—135.
63) N°. 549. Bl. 137. Zie nog P. 't .H .(oen) , Redact, van den Post van den N ed er -R h ijn , Uerza n g op de Declaratie van
Keizerin Cat liar i na I I , gedaan aan de Neutraale Mogendheden to t bescherming van de Vrije Zeevaart. Utrecht bij G. J . van
P a d d k n b d r g , 1 7 8 0 , 8°. I en 15 blz.
64) Bl. 137 (4 ). Zie A. de J ag e r , Ha ndschrift van W. Bil o e r d ijk , over de beoefening d e r sc h ild e rku n st, bl. 6— 9 der
Mededeeling uit de Bilderdijkiana van A. D . Schinkel. Hij oordeelt deze diehtregels Bild e bd ijk niet onwaardig. Onze pen-
ningbeschrijving ontbreekt aldaar.
65) Blz. 139 (1). Zie nog J oh. van D ij k , Prof. Theol. en V. D. M. Emer. Mosae Traj., Afscheidsgroete aan HH. D ire c-
teuren en begunstigers d e r v rije Haegsche Teeken Akademie by m yn vertrek naar M a a stric h t, uitgesproken in de ja a rlijk sch e
Algemeene vergadering der Led en , bij gelegenheid der plegtige vitdeeling d e r Gouden en Zilveren Eerepenningen, 7 Maart 1786.
65*) Blz. 1 4 5 , C r ü l , Heer van Bürgst. Op het 25jarig huwelijk, 23 Jan. 1 8 1 1 , van zijn opvolger in diehe er lijk he id, Mr.
C. J . W. Nahüys en S. E. C r ü l, bestaat een penning. Zie Na h u y s , n°. 66, p i. IX , p . 135—139.
66) Blz. 1 5 2 , bl. 23. Van den t . a. p . vermelden penning, met Tolerantia im p e ra n tis, bestaat een variant, waarschijnlijk
een kreupele naslag, kenbaar aan het TOLLERANTIA voor To lerantia, onder het borstbeeld en niet op een band gestempeld.
Wellenheim , Catalogue n°. 8 2 1 3 , RR. Zilver 24, Salm n°. 2838.
67) Blz. 154. Herinneringen aan Zoutman. Zie Va n L en n e p en T e r Goüw , Op sch r ifte n , b'.z. 74—75 en de aldaar afgebeelde
gesp.
68) Blz. 154 (1) Zoutman. Hoe hij z ijn rotting, zijn staun bij den slag op Doggersbank, afstond tc Gouda, en hoe hij
aldaar zijne gewezene min vereerde, vermeldt G. E n g e l b e r t G e r r i t s , in zijne Keur van Gedenk w. Tafereelen u it de N_. en
Z . Ned. Gesch. Amst., 1843. IV. bl. 70—71 (* ).
69) Blz. 154 (2). Dbdel. Zie Leven van C. van L en n e p , I I . b l . 34.
69*) Blz. 158—162. De medaille eu eeredegen van Zoutman worden steeds bewaard door he t oudste lid der familie, onder
verplichting, die nimmer uit de handen te geven. Zij prijkten dan ook niet bij de souvenirs aan den s la g , door Mcvr. de
Wed. Zoutma n, geb. Tu n in g , aan de tentoonstelling van oudheden te Delft toegevoegd. Zie Cat. 1 8 6 3 , n°. J-JiJ, waaronder
een zilveren tabaksdoos, waarop boven de slag gegraveerd is ; onderzijde een trofee, waarboven Viv a t Zoutma n , in 'tmiddeu
twee ankers en aan beide zijden vier vlaggen met de namen der schecpsbevelhebbers, n°. 3413. Een paar m u iltjes(t) waarop
Zo u tmans glorie geborduurd. — Onder n°. 1386 was aldaar een eeresabel, waarop Deo Glo r ia e t pa t r ia e e n o p ’tg ev e st: A d ie
va n Doggersbank, 5 Aug. 1781. Die van E. Ch. Sta r in g zond de heer A. C. W. Star in g tan Tent, te Amst. Cat. n°. 4024.
70) Doggersbankslinten. PI. LIV.
Naar h e t lint ter eere van Bbntinck, p i. LIV. C ., in 1863 reeds door ons afgebeeld, werd noggevraagd in denlYao., XVI.
van 1 8 6 6 , blz. 234 en 3 3 1 , XVII. blz. 2 3 7 , 2 70. E. A. P.besclirijft aldaar, b lz .2 9 4 , een vierde lin t: •» van wit satijn, waarop
» een medaillon, met de voorstelling van A. Het schip zeilt een opkomende zon te gemoet en het medaillon is gedekt met een
« lin t , waarop men leest: Vivat Zo utman. Zeenimfen houden dit ter wederzijden v a s ten dragen een vaan o f v la g , met de
» opschriften: Kinsbergen en Bentinck. Onderaan leest men: Doggersbank, e n lig t e e n zeehond, als zinspeling op dien naam.''
I le t lint a la Zoutman was zoo in tr ek , dat h e t op de Nijmeegsche kermis van 1781 bij duizenden van eilen werd verkocht —
zelfs aan »fijne lui die anders geen linten dragen.”- ■— De zeelui enz. droegen h e t om een ronden hoed o f engelsche muts, en
lieten aan de eene zijde een paar eindjes afhangen. Zie een brief van 9 October 1781 van Mevr. Ve r Hu ell , geb. Van
Rouwenoort, aan haar z o on , op de A r g o , kapt. Starin g (N a v . 1 8 6 8 , I . , blz. 34).
70*) Eeresabels, b l. 162. De Eeresabel, aan den zeeofficier Musk e t ier vereerd, wordt met de sluitplaat der ceintuur aldus
beschreven in den Cat. Penn. Verzam. Oo st erd ijk c. s. (Amst. April 1862) n°. 1924/25, blz. 70. »Op hethandvat gegraveerd:
» ACTIE VAN DOGGERSBANK, 8 Augt. 1781. Op den sabel aan beide zijden': Deo gloria e l p a tria(e). Aan de sluitplaat der
»ceintuur, waaraan de sabel werdgedragen, is een fraai zilveren gekroond wapen van den Prins geliecht, ter wederzijden daar-
»van staat gegraveerd: VOOR DE ACTIE VAN DOGGERSBANK, 5 AUGUST. 1781.”
7 1 ) Blz. 163. Doggersbankpenning. Men was verpligt dien te dragen: »D e wareredenen waarom ik h e t vaderland heb moe-
» ten verlaten, is gewecst, omdat ik op de parade te 'sila g e eenpublicq affront van den heer Saumaise heb moetan ondergaan,
» welke mij wilde dwingen om mijne medaille van Doggersbank aan h e t oranjelint te dragen, waartoe ik niet konde nog wilde
»besluiten." Verklaring van Antony H eltman, d. d. 3 Jan. 1791. B ü n d e l' van Bewijsstukken dienende te r bestraffing der
logentaal van C. L . van B eyma , in h e t lic h t gegeven door Mr. Joh. Valk enabr. Duinkerken, 1 7 9 1 , bl. 248.
71*) Blz. 163(2) Bij te voegen: S. S t i j l , op den roemruchtigen zeeslag tegen de Engelschen den 5dCB van Oogstm. 1781,
Amst. en Harl. 1781. 4 blz. 4°.
F. S brruribr , Het rechte bidden ten tijd e van oorlog, aangewezen in eene leerreden over Psalm L X : 1 3 , 14. Ter g e l. v . d.
z eeslag, 5 Aug. 1781. Amst. 1781. (IV) 75 bl.
Op den roemruchtigen Zeeslag tegen de Engelschen, d e n ,5ifn van Oogstm. 1781. (Rijm) Amst. P. Conrad i. 1781. 4°. 4 blz.
H
1 * 1 1 III i l l ■
9■ i
§ ■ !