
JU S T IT IA M E T N O N T EM N E R E D IV O S (l).
(Leert) RECHTVAARBICHHEIB BETRACHTEN
E N GEEN GOBHEID TE VERACHTEN (»),
I n d e a f s n e d e :
S. (e n a t u i ) P . ( o t u l o ) Q.(u e ) A M S T . ( e i , o d a m e n s i )
S A 0 R U M.
AAN B E N RAAB E N B E BURGERIJ VAN AMSTERBAM OP GEB RA GEN
Op d e n s o k k e l :
I. G. H O L T Z H E Y FE C .(i t )
Keerzijde. De Faam in een wolk, blazende op haar bazuin, en de wapenschilden der twee
verbonden Gemeenebesten, gedekt met een scheepskroon, torschende. Nevens haar-liggen de
leeuwenhuid en knods van Herkules.
Om d e n r a n d :
E A V S T IS S IM O F O E D E R E JVNCTyE .
D I E V I I O C T O B - (R is) M D C O L X X X I I .
BOOR E E N VERBONB VEREENB, B A T ALLES GOEBS BELOOFT (3)
B E N 7 OCTOBER 1782.
5 9 5 A. LIV. 1782.
Dezelfde penning, maar kleiner (diameter als v a n G e ld er n ° . 2 4 ) , is , als genoegzaam geen
verschil opleverende met den grooteren, n°. 575, hier niet afgebeeld.
5 9 6 . P l a a t LV. 7 October 1782.
A ls v o r e n .
Voorzijde. De Maagd van Nederland, kenbaar aan haar wapenschild en de speer met den
hoed. Gezeten bij een pak koopwaren, reikt zij de rechterhand aan Amerika: deze is als een
man voorgesteld, die den standaard der dertien Vereenigde Staten voert, en zijnerzijds haar
een olijftak aanbiedt. Achter hem een vat met voortbrengsels uit zijn land.
( 1 ) De regel is ontleend aan V ir g iliu s , Äeneis, Lib. VI. vs. 6 2 0 ; maar door het wcglatcn van het woord d isc ite , dat ju s-
titiam voorafgaat en den geheelen zin regeert, hangt deze in de lucht en kan niemand raden, wat beteekenis er aan gehecht
moet worden. Men mag zieh met reden verwonderen, dat in een tijdvak, toen men algemeen zoo bij uitstck klassiek was, men
dit zoo weinig in d e medaljes toonde, die eigenlijk zelden met dien naam, en liefst met dien *van allegorische voorstellingen,
op penningen gesneden” , bestempeld moesten worden. Vooral is dit het geval met die van I I o lt z h e y , die een uitmuntend
en smaakvol teekenaar en graveur w a s, maar geen medaljeur, in den echten zin.
I? ) Vertaling van Vondel.
( * ) Zie Ned. Jaerb., 1 7 8 2 , b l. 1593—1 694; Vad. H is t. Ve rv ., V. b l. 1 8 7 , 18 8 ; Beschr. van Amst. Ve rv ., XVIII. bl. 208.
Om d e u r a n d :
E N D E X T R A F ID E S Q U E (i)
ZIEBAAR MIJN HANB E N TROUW.
O n d e r a a n :
DEN. 7 OCTOBER.
1 7 8 2.
I : V : (ah) B .(a e r l )
Keerzijde. • ln h e t ve 1 d :
H e i l , v r i j g e s t b e e k
A m e r i k a a n
G a n s c h N e e r l a n d n e e m t
UW V R I E N D S C H A P A A N .
G o d s G U N S T V .E R É É N
T W E E V R I J E L A N D.E N ,
T O T W E E R Z Y D S N U T ,
D 0 . 0 R V A S T E B A N D E N (3) .
Daaronder een palm- en een olijftak, vereenigd met .een slangestaf, die de woorden van het
rijm zinnebeeidig terug geven.
Bij het petitionnement, waarover vroeger gesproken is (8) , hadden de verzoekers veelal als
grond tot de erkenning der onafliankelijkheid van Noord-Amerika gewezen op het belang van
een dergelijken handel tusseben de twee Gemeenebesten, die er het gevolg van wezen moest,
en wäarvan men zieh algemeen goede vruchten beloofde (4). Doch om die te verkrijgen was
een verdrag van scheepvaart, handel en vriendschap tusschen de beide mogendheden onont-
beerlijk. Na vrij langdurige onderhandelingen werd dit op 7 October 1782 te ’s Gravenhage
gesloten (5). Hoe het uitstel voor velen een te leurstelling moet geweest zijn, kan onder anderen
daaruit blijken, dat, reeds in Mei 1782, twee schepen,in onmiddellijke vaart naar Amerika
bestemd, te Amsterdam waren aangeslagen (ß).
599. P l a a t LV. . 1782.
M. H. L o h s e t o t M u n tm e e s t e r v a n d e i
Z u t p h e n v e r k o z e n .
l u n t v a n Ge
1 7 8 2 .
Voorzijde. De Gerechtigheid, voorgesteld als een vrouw, met een vläm op het hoofd,
( * ) Ontleend aan Vir g il iu s , A e n ., IV. 597.
( 3 ) Hoe meer men de penningen uit de vorige eeuw onderzoekt, hoe meer men tot de slotsom komt, dat z ij , met uitzonde-
ring van die van Sch u p p , door de vervaardigers zelve moeten ontworpen.zijn, en d a t,'zoo deze a l iemands raad o f bijstanddaar-
bij inriepen, zij doorgaans ongelukkig te pas zijn gekomen. ’t Ontbrak toen gewis hier te lande toch niet aan mannen, die
meer begrip hadden van de eischen der numismatiek, o f een meer klassieken geest bezaten. o f beterc verzen konden maken en
betere taal schreven, dan op de meeste toen geslagcn penningen te lezen zijn.
( » ) Zie bl. 176.
( 4 j Dit werd vooral ontwikkeld in een Vertoog over het aanbelang van een verbindtenisse van koophandel met de Vereenigde
Staten van N . Amerika in 1 7 8 1 , gedrukt (en in zijn geheel o f bij uittreksel) in de Ned. J a e rb ., 1 7 7 1 , b l. 1012— 1 0 2 3 , en in de
Vad. Hist. Verv., IV. b l. 42—45 medegedeeld, waartegen men vergelijke de bezadigde taal van een anderen schrijvcr, bij.
R endorp , M em ., I . bl. 169—170. Zie ook Ned. Ja e rb ., 1 7 8 2 , bl. 623—6 2 7 , een request van Kämpen.
( * ) Ned. Jaerb. , 1 7 8 2 , bl. 54 2—5 4 3 , 1161— 1 1 8 0 , 1687— 1694; St u a r t , IV. b l. 3 6 9 ; Vad. H ist. Verv. , V. b l. 169__
187. Over het aanzoek van J oh n Ad am s , Ned. Ja e rb ., 1 7 8 1 , b l. 993— 1 0 0 9 , en het antwoord daarop, b l. 1010 1011.
( ®) Zic Ned. Jaerb., 1 7 8 2 , b l. 571. Reeds vroeger waren er Amerikaansche schepen voor Amsterdam. Zie the Song, made
by a Dutch Lady a t the Hague f o r the Sailors o f the V II I American Vessels a t Am sterdam, June 17 79 , achter L oosjes , Gedenkzu
il, bl. 1-71— 174.