
m
it l:w i i t í
I! If I 11111 i ||P | !§
i S B J
I
i t i p
l i i | i i i
ilPLW
■11» f;
111 i
I if rir ,
« I r : l i
l i i i s ' i l -
JAARL1JKSCH1C VERKIEZING VAK DE OVERHEID 1790.
vvordt ook op N°. 652, en alleen tot ELECT.(io) yerkort op N°. 650 en 651 aangetroffen. Ook
is er meer mimte gelaten om het jaartal te kunnen invullen. Volledigheidshalve vermelden
wij hier nog het geschrift van den Heer W . E e k h o f f , de Magistrats- en Froedschaps-electeurs-
penntngen van Leeuwarden, 1725—1795, geplaatst met een fraaie a fbeelding der vier pennin-
gen, 650—653, in den Frieschm Volks-Atmanak, 1866, bl. 77—96.
SOB. Plaat LXXVII. 1792.
v Ü ^ '8 j a r i § e n p r e d i k d i e n s t a l s L e e r a a r d e r
m e e n t e te H a a r lem v a n C h r i s t i a n u s C a r o lu s B
v a n d e r A a , d e n p 2 P A u g u s t u s 17 9 2 .
L u t h e r s c h e
e n r i c u s
Voorzijde. Links gewend borstbeeld in ambtskleeding. Tegen den geknotten arm tE ( t a t i s )
7 4 (oud 7 4 ja a r); daaronder I. G. HOLTZHEY F .(e g it).
Om d e n r a n d :
C H R J S T IA N VS CAROLVS HENRICVS YAN DER AA
Keerzijde. De Godsdienst staat bij een tafel , op welke een boek ligt, waarop gelezen.
wordt EVANGELIEN. Dat boek rust tegen een hoeksteen, op welke de letters A Si (zie
Openb. XXII : 13) te lezen zijn. Op dezen steen verheft zieh het letterteeken der kristelijke
verd raagzaamheid 1 , zijnde P ( a x ) K ( r u c e ) {Frede door het hruis) (*). De boekrollcn van het
Oude Testament liggen daar achter en een ontrold p apier, waarop geschreven staat AUG(s-
u u u g so h e ) C O N F ( e s s ie ) , hangt van de tafel, waarvan het kleed met franje omboord is en aan
de voorzijde het wapen van Haarlem vertoont. Met de geöpende rechterhand wijst de Godsdienst
op het boek; met de linker giet zij een offerschaal ledig op een bekranst en brandend
altaar , op hetwelk het getal L (vijftig) in een slangerond is gegraveerd. Aan den bovenrand
zendt een halve zonneschijf, binnen welke een duif als zinnebeeid van den H. Geest is afge-
beeld , haar stralen neder. Voorts nog om den rand :
GOD IS L I E FD E (*)■
I n d e a f s n e d e ;
1 7 ^ 9 2
Op den sokkel komt ook hier het I. G. HOLTZHEY F(ecit) voor (*).
C. C H. van der Aa , w ien s nagedachtenis door d ezen p enning bewaard b lijf t, verdiende
ten v o lle de e e r , hem door het slaan daarvan nog bij zijn leven b ew e z en , en w e in ig e menschen
h eb b e n , bij eene zwakke gezondheid (*), zoo v e e l werkzaamheid aan den dag gelegd als bij.
( * ) Zie over dit letterteeken en het kruisteeken in 't algemeen eene belangrijke verhandeling in de Jahrbücher des Vereins
von Alterthumsfreunden im Rheinlande, 1SG6, p . 116—1 4 5 , van Dr. E. R a p p , g e titeld: »das Laharum und der Sonnencultus.
(*) God is liefde ( I Joh. IV: 8) was de zinspreuk van Van der Aa. In het gedieht van M L. Griethuizbn, geb. Carblius
, achter ’smans leerredc betreffende zijn 50jarigen dienst, leest men dan o ok , bl. 3 7 :
Geen wonder, d a t ge uw wijze keuze
Op de eerste en grootste Christenleuze
God is de lie fde , hebt gegrond.
( * ) Beschrcven in den Alg. honst- en L e tte rb ., X. bl. 14 en 15. Waarschijnlijk werd deze gedenkpenning geslagen op
kosten der Holl. Maatsch. van Wstensch. o f van den Oeconomischen tak o f van beide instellingen, waarvan Van de r Aa sedert
haar oprichting de onvermoeide secretaris was. — (Zie n°. CCCXXVTII en bl. 363 en n°. 531—5 3 3 , bl. 122). 't Kan echter
ook een hulde zijn van H o lt z h e y z e lv en , mede een der eerste leden der Maatschappij, en tevens met Van d e r A a , die met
hem tot dezelfde politicke partij behoorde, zeer bevriend.
( 4 ) * Toen ik hic r kwam (1742),” zegt hij z elf in zijn 50jarige Leerrede, bl. 27, »sebeen de zwakke staat mijner ligchaamlyke
gezondheid mv weinig tyds leven te zullen laten.”
Indi?
e was, netrekking als im t a r i , van de Hollandsche Maaleehappy
der Wetmeehappen sedert 1752 en van den Oeconomiechm Tak sedert 1778, dat hji
eich een naam maakte ook buiten den kring zijner gemeente. le n van zijn levensbeschrij-
vers (1) en die hem door vertroihvelijken omgang gekend had, paste op hem toe wat Neros
van Dio» zegt, »dat hij vele goederen der natuur bezat en onder deze een leerzamen en
vnendelijken aard, gesohikt tot alle edele kunsten en een aangenaam deftig voorkomen, hetwelk
met wemig ingang heefl (I)” In zijn afbeelding, zoo op den penning als op de gegra-
veerde plaat van Hooerarer, beiden volgens getuigenis der tijdgenooten welgelijkend, herkent
men dan ook den man . die volgens zijn stadgenoot en vriend (P. Loosms Adrz.) (Fad. ffiet.
r e r e XXV. hi. 355) een welgevormd liohaam bezat en een schoon gelaat, dat hij tot in
zijn hoogen onderdom behield en welk aan al zijn verrieh,ingen ,ets innemends en over-
edends bpzelte. Ofsohoon door handel en Wandel toonende, dal de godsdienst, dien hij
■ H i B 1 H W0”n d e - ™ *>» ■ “ weetgierig en te onderzoekend van
m m m 1 z5n the°i°s,s1che «• m « . ^ ■ ■ ■ met
nog grooteren „ver — op die der metaphysica en wijsbegeerle toe, en de vruchten die hij
van zijn arbeid leverde, kenschetsen hem als een man van ongemeene knnde en soherpl
zinnigheid. Ook zijn verdraagzaamheid, waarvan zijn zinspreuk getuigenis droeg, werd
hoog geprezen; een deugd, die toen nog zeldzaam was, en, wat trouwens zeer natnurlijk
was meer gevonden werd bij d« A » l . „ , dan bij de leeraars der herrschende kerk. Die
onbekrompen denkwgzp, waarvan ook zijn leerredenen getuigden, en daarbij zijn gel ukkige
voordracht en mnemend voorkomen, lokten ook andere toeboorders dan die van de Augsburgh
o e d a S d " '8 B l B h ¡ j B h00ren B W« besIui*“ B van >s mans
»Guile vvrriieemndTe Ilgfklhle Bid str aBaldeB doo rB in z1ij nLe °w° Sij™du iBtgesBtrek itne 1ge zellige verkeeBring g: eveesetvl ewrwetaennt-:
schap, gepaard met gespraakzaamheid maakten hem een weljust der gezelsehappen, in welker
bgwooning hj, zgner werkzaamheid eene verpoozing gaf en veel nuts sichte. Hlp;aard%heid
was een der hoofdtrekken van zijn karakter.”
hiiGa t T n d°P f .Aususlus ! 71S le B l Waar Z»n Tader predikant was, vertrok
,1? h t T Z‘Jn Sr° 0tVader naar le id e n ’ «Waar op zevenjarigen leeftijd aan de La-
SoHmTLs8 “ r e" Ct d,e ° P f l vecrliende jaar om als student te worden ingesehreven,
SCHÜLTESS, sGraveszsiie, B o au i, en Van nee Hokert waren zijn leermeesters in de Oostersehe
. talen, W.skunde, frame Letteren en Godgeleerdheid. Op den 15.1« Februari 1737 hield hij
zgn proefpreék te Amsterdam voor een talrijk gehoor, bezoeht toen nog een wijl de Hoo*e-
»en (Z) NantV n H “ B B 1 LUlherSChe G<!meenle 16 AIkmaar aIs H ^
vertrik hii in 1742 H ■ 741~ 17f í ■ het beroeP G»"da te hebben afgeslagen (s) I
vertrok hfl m,1742 naar Haarlem,waar hij gedurende 51 jaren met den meesten ijver werkzaam
was en in den naeht tusschen 22 en 23 September 1793 overleed (l), te vroeg om den zegepraal
te zien van de parlij, wier beginselen hij voorstond, en die omwentelfng, welke X
zoon Pierre Jeer Bavtiste Cerri.es v*e eer Aa (s), de bekende secretaris v í ’t CommL
“ „‘“ r ' “ “ ,et mmder ™ k2aam “ ÍJTen* da” -H e r , had he,pen t o T X d
•" - m » > . » -
' « ■ M. r n , M,j. ™ m bl. 5 3 ) ; Alg.
1,1:1 n ° ’" ,k 20 i,r“ “ 4 ™ il « de Gemeente te Atkinnnr beroepen.” SOjerige f e e * ,
ven eenige M j e embtspbel.ten ontelegen. SOjmige ie e r r r fe , M.””s 29 '(» /’ s o ^ a e eokTJ“» T d“ k" t e “ ä
( * ) Vreemd is het nerzens lets vermeld f« 6 ook N fd ' Mrrc-> Geel LXXIII. bl. 555.
dr e eg , » men vmmoeden, de . dien , meeder ven F m n .T ' r f L ‘ Z L J l S L v l ^ Z0“
- r "InlTTrf f " 'm“1 Wj wmgen d.„nog b j-: Verb.
® » » * » Pottcbattcrs »Her ,o „ Arf , M ^
807