
Recensent (!) meer spaarzaamheid omlrent de groote lecture en meer ih-acht-neming der beknopt-
heid. Was hij als Schrgver min verdienslelijk, in zgn ambtsbediening betoonde bij zieh vol
ijver, ja ging daarin , volgens getuigenis der Boekzaal van Junij 1772, I. bl. 133—138, »boven
zijne krachten.” Alhoewel hij toch aan een verval van krachten leed, waaraan hij den 1 Junij
1772 stierf, predikte hij/ nog des Zondags te voren (24 Mei). Hij werd op den 6 Junij 1772
in de Oude Kerk begraven en de lijkpredikatie gehouden door znn ambtgenoot Winaldus IJudde.
Bij zijne vrouw, J o h a n n a B o n t e k o n i n g , met welke hij zeventien jaren was gehuwd geweest,
liet hij geene kinderen na. Levensberigten van hein zijn te vinden in de Leerredenen, gehouden
bij gelegeheid van zijn 25jarigen dienst te Amsterdam, den 10 Februarij 1771 , over
Exodus XV: 2 , en (reeds elf weken vroeger) ter gelegenheid van zijn herstel uit zware krank-
h e id , over Klaagliederm I I I : 5. Er bestaan van hem twee gegraveerde portretten van F o lk e b i a
en van H o u b r a k e n . Zie v a n d e e A a , U. bl. 1032.
49». P l a a t XLIII. 1772.
Op h e t o v e r l i j d e n v a p d e n G e n e .e s h e e r G é r a r d B a r o n v a n S w i e t e n
1 5 J u n g 1 7 7 2 .
Voorzvjde. Het borstbeeld in galakleeding, versierd met het kommandeurskruis der Keizer-
lijke orde van den H. Stephanus (*). '
Om d e n r a n d :
G E R ( a i id v s ) L .( ib e r ) B .(a ro ) (*) V.(an) SW IE T E N O R D .(in is ) S .( a n o ti )
S T E P , ( h a n i ) COM. ( e n d a i o k ) A CON. ( s it.i is ) AVL. (io is) ARCH. ( i a t r o r v m )
CO. (mes) (*) B IB . ( l i o t u e c a e ) PR. ( a e f e o tv s )
GÉRARD VRIJHEER VAN SWIETEN, COMMANDEUR VAN DE HEILIGE STEPHANUS
ORDE, HOFRAAD, OPPER-LIJFARTS, BESTUURDER DER BOEKERIJ.
D a a r o n d e r :
A. WIDE MAN. (5)
Keerzijde. Een fraai grafmonument, waarin het borstbeeld en wapen (“) van V a n S w ie t e n
en het opschrift:
( l ) Vaderl. L e t te r o e f , V . b l. 62. Vergel. Boekzaal, 1 7 6 5 , 1. b l. 273—299.
(» ) Het ordeteeken is een gouden, tot op den rand groep gcSmailleerd, achtlioekig kruis, met een gouden kroon. In het
hart van het kruis is een rood geSmaillcerd schild, waarin een zilveren dubbel apostolisch kruis, staande op een gouden kroon ,
die op een groenen heuvel geplaatst is. Aan wedrszijden van het apostolisch kruis zijn de letters M. T. (Maria Theresia), als
stichteresse der orde. Om het middelscliild staan de woorden: publicum meritarum praemium (openlijk loon voor Verdiensten).
Aan de andere zijde vindt men op een dergelijk schild de letters: STO. ST. RI. AP. als verkorting van Sanclo Stephano Regi
Apostolico. Het ordeteeken wordt gedragen aan een karmozijn rood en groen lint. Bij feestdagen der orde behoort daarbij een
bijzonder kostuum. Zie het Joachimsche Müntzcabinet, III. p. 1 8 , en D. J . W. Moehsbn , Beschreibung einer Berliner Medaillen-
Sammlung, die vorzüglich aus Gedächtnismünzen berühmter Ae rtze be steh t, Zweite Wo che , 11 Jan. 1 7 7 2 , p . 16. Va n Swib -
tbn werd commandeur op den dag van het dankfeest voor de herstelling van Ma r ia T he r e s ia uit de kinderziekte, 20 Julij
1767. Moeh sbn t. a . p. p . 16.
( i ) Moehsbn t . a. pl. p . 1 3 , zegt: »Die Wurde und der Rang eines Freiherrn wurde dem Herrn Baron von Swieten bereits
1753 am Geburts Tage der Kaiserin, obne sein Wissen erneuert, und mit denen von der Familie in Holland ehemahl gehabten
Vorzügen, auf die säramtliclien Kaiserlichen Erblande ertheilet.”
( 4 ) Moehsbn t . a . p. handelt p . 21—24 afzonderlijk te dezer gelegenheid: »Von der Wurde des Comes Archiatrorum am
Kaiserlichen Hofe.
( * ) Anto nW id bm a n , geb. in 1724 te Duchs in Boheme, stcmpelsnijrlcr te We cn en l7 5 4—1773. Schlickbtsen , t .a .p .p . 56.
( • ) V a n S w ie t e n s wapen was van keel met drie staande spatels (2 en 1) van zilver. Over het geslacht S w ie t e n , Z w is t
e n o f Z w e e tb n , zie den Navorscher, VI. b l. 1 0 , 1 8 5 , 2 8 4 , 3 7 4 ; S. v a n Lbbuwen , Batavia illu stra ta , b l. 1112 en 1516.
m m m m f g ^ i i p p
— 61 —
M.( a r i a ) T H E R E S IA A V G .(u s ta )
MEMORISE
GER. (a b .d i) L .( ib e r i ) B .( a r o n i s ) V . ( a n ) SW IE T E (n )
NAT (us) 7 MAT. 17 00
f 18. JV N .(ii) 1 7 7 2
KEIZERIN MARIA THERESIA TER GEDACHTENIS VAN GERARD VRIJHEER VAN
SWIETEN, GEBOREN DEN 7 M E I 1700, OVERLEDEN D EN 18 JU N IJ 1772.
Om d e n r a n d : '
OB D O C T R IN A M E T IN T E G R IT A T E M.
VOOR KENNIS E N DEGELIJKHEID Q)
Het voornaamste in het leven van hem, ter wiens eere na zgn overlgden :nog deze fraaije
penning werd geslagen, is reeds vroeger in dit werk, Deel V . bl. 376—377, medegedeeld.
Wij kunnen met verwijzing derwaarts volstaan (2) , alleen willen wg hier nog vermelden, dat
er bg gelegenheid der herstelling der Keizerin Ma r ia T h e r e s ia in 1767 en van het daukfeest
deswegen, 22 Julg 1767, een drietal gedenkpenningen zgn geslagen. V a n Sw ie t e n had een
groot aandeel in die herstelling, van daar eenige toespeling op zijne geneeskunde op den eenen
penning bij Mo eh s e n t. a', p. (hoewel niet naauwkeurig) afgebeeld. Het omschrift daarvan i s :
Providentia, votis et arte (Door de Foorzienigheid, door gebeden en door de kunst) is de
Keizerin genezen.
493. P l a a t XLIII. 1770.
E e r p r g s a a n J a n G o u p e r u s te G o u d a .
Voorzijde. Het wapen van Gouda, als op N°. 438.
Keerzijde.
J a n u M
C O U P E R U M .
O PT IM A E . S P E I . A D O L E S C E N<*
TEM. D ECU RSO . S TA D IO . GYMNA*
S T IC O . ET. O R A T IO N E , P U B L IC E :
D IC TA . SCHO LA E . G OU D AN .(a e ) C O N S T IT .( u ti)
IV -V IR I .
G U I L I E L M U S D E C K E R
TO PA R C H A . IN URCEM.
A L B R E C H T : v a n d e r B U R C H
D I DE R : ( i c u s ) ^ M I L : ( i u s ) J O N G K I N T
P E T R U S B L A U W .
HOC. P R A EM IO . EX. ARCA. SUA.
ORNAN.DUM. C EN SU E R E .
R E C T O R E .
PE T RO . DAUSY.
E X AM IN E . A E S T IV O .
C IQ IO C C L X X I I .
( 1 j Deze penning komt bij R o d o lp h i 11. onder N°. 631 v o o r , alsmede in de Schau- und Denkmünzen, welche un ter d e r Regierung
von M. Theresia geprägt werden. Wien, 1782—17 8 5 .2 Theile fo lio ; een werk ook als «les Medailles de Marie Therhe” bekend.
( * ) B ijd e aldaar vermelde brönnen, voege men no g : «Trekken van eene eloge van wijlen den heer van Zwieten” , in d e /fed _
Vaderl. Letteroefeningen, 1 7 7 3 , II. 2. bl. 452— 4 6 2 , en het Conversations-Lexicon van Bk.ockha.us, dat onder anderen z e g t,
dat zijn zoon godfrieo hem als bibliotliecaris opvolgde. Sommige van v . Sw ie t en s werken zijn beoordeeldindc Vad. Letteroef. ,
1 7 6 0 , I . bl. 29 6 ; 1 7 6 3 , bl. 2 6 9 , 47 8 ; 1 7 7 5 , bl. 249 enz.
D E
n. 16