
i l ü
— 148 Ä :
Keerzijde.
Monume n t imi
S e d u l i t a t i Tut e l a i
Magnseque Sa p i e n t i a l
Tuae Mu r a r i i S o c i i
T r i b u u n t
xx v i .
Zes en twintig V-rije Metselaren wijden dit gedenkteeìcen aan uwe vlijt,
bescherming en mjskeid.
Om d e n r a n d :
F e l i c i s s imo Foeder i T e s t im . (onium) G r a t . (um) & Hilar.(e)
Fr a t . ( r ii)u s ) B e l g i c . ( is )
Als een welgevallige en blijde getuigenis van het verbond aan de Nederlandsche Broeders.
B e n e d e n , o p e e n w im p e l :
1 8 , 1 9 , 21 Mart-(ü) C C C O LX Y II. (')
Op den 18, 19, 21 Maarl 467 (1781).
Beeds vóór of, volgens de Latomia, II. 185, eerst in het ja a r 1779 hadden er tusschen de Loges de
Strikte Observantie, vertegenwoordigd door den Hertog F e r d in a n d van Br unswijk, ende Logesonder
het Groot Oosten der Nederlanden ressorterende, onder leiding van hun Beschermer, Prins
F r e d e r ik van Hessen-Kassel (die den 28sten December 1777 te Frankfort a/M. als Vrijmetselaar
aangenomen was) onderhandelingen plaats, tot het sluiten van een vriendschapsbond of zoo-
genaamde affiliatie. Op 18, 19 en 21 Maart 1781 werd dit verbond gesloten en door beide Torsten
onderteekend.
5 5 9 . P l a a t LU. 30 Mei 1781.
Op d e n f e i l e n s t r i j d , t u s s c h e n d e N e d e r l a n d s c h e f r e g a t t e n G a s to r
e n d e n B r i e l , e n d e E n g e l s c h e f r e g a t t e n F l o r a e n C r e s c e n t ,
o p d e h o o g t e v a n K a d i x , 30 Mei 1 7 8 1 .
Foorzijde. De open zee. Op den voorgrond het fregat den B r ie l, met de Prinsevlag op de
kampanje en den wimpel in to p , doch met gescheurde zeilen en want, zij aan zij liggende
met den Crescent, d ie , masteloos en met gestreken vlag, niet meer dan een ontredderd wrak
( 1 ) Volgens Ernst Zacharias , in zijn Numotheca Latomorum, Dresden, 1 8 4 4 , Heft VII. n°. I I , die Zegt : « nach der
Zeitrechnung der strikten Obzervanz, die Tage an welch en der erwähnte Vertrag geschlossen ward." Ook in de gedrnkte be-
sclirijving der aanzicnlijkc verzameling maçonnieke penningen, behoorende aan het Groot Oosten der Nederlanden en berustende
onder het beheer van den Heer J . J. F. Noordziek, Groot Archivaris der Orde hier te lan de , komt deze penning onder n°. 23
als van het jaar 1781 v o o r , terwijl in de iets oudere gedrukte Opgave van Gedenk-, Draagpenningen, Médaillés e ia . , to t de
orde d e r Vrÿmetselaren betrekkelijk, in het A rch ie f van het Groot-Oosten voorhanden, deze penning onder n°. 7, op het jaar
1780 vermeld wordt. Volgens Die Freimaurerei in ihren Zusammenhang m it die Religionen u. s . to ., Le ipzig, 1 8 3 5 , III. p. 1 1 3 ,
zou het Verbond reeds in 1780 gesloten zijn. » Da die Gross-Loge von Holland einmal constituirt war, so schloss sie mit ändern
Gross-Logen mehrere Unionsverträge, so im Jahre 1777 mit dem Grossen Orient von Frankreich, und im Jahre 1780 mit
dem Herzog Ferdinand von Braunschweig und Luneburg, damaligen Grossmeister aller Logen Deutschlands.” In de Denk-
•,zen der Freimaurer-Bruderschaft u . s . w . , van Merzdorff, 1 8 5 1 , wordt het bovengenoemd verbond op 1779 gesteld, en
de penning heet aldaar : A u f die Verbindung d e r holländischen und deutschen Logen S tric te r Observanz. In 1782 werd te Wil-
lielmsbad een algemeene vergadering der Orde gehouden, onder voorzitting van den Hertog Ferdinand van Brunswijk. Zie
Jaarboekje voor Vrijmetselaren van 5 8 5 8 , bl. 4 2 , en Zacharias , 1 .1 . II. n ° .4 . Over de Geschiedenis der HoUandsche L o g e s, zie
M. T. C. F. N. Comte Nahdys , Histoire Numismatique du Royaume de Hollande, Amst., 1 8 5 6 , p. 148—149.
ver-
— 149 —
vertoont. In ’t verschiet het fregat Castor, met beschadigde tuigaadje, diep liggende en met
gestreken vlag naast de Flora, mede zeer gehavend, doch met vlag en wimpel, de Britsche
kleuren vertoonende.
Om d e n r a n d :
Y IS Y I F O R T IT E R R E PU L SA .
B E N KRACETIGE AANFAL KRACHTIG AFGBÌFEERJ).
I n d e a f s n e d e :
P R O P E GAD ES X XX MAY
MD COL XX XI.
B I J KAJDIX, JDEN 80 M E I 1781.
Keerzijde. De drietand van Neptunus, zinnebeeid der heerschappij over de zee, aan den
oever daarvan opgestoken. Drie wapenschilden hangen daaraan: in top dat van de Admiraliteit
van de Maze, zijnde van k ee l, beladen met een leeuw van goud, met pijlbundel en zwaard ,
boven welke de letters A ( dm ir a l it e it ) R ( o t t e r d a m ) , gedekt met een scheepskroon en met twee
gekruiste ankers, rechts en links uitspringende; de beide andere wapens, rechts en links daaronder
hangende, zijn die van de scheepsbevelhebbers Me l v il l en O o r t h u y s , staande onder gemelde
Admiraliteit. Dat van Me l v il l is van goud, met drie kussens ( 2 en 1 ) van k ee l, beladen elk
met een wassenaar van zilver; dat van O o r t h u y s is van zilver en gedeeld: boven een huis tusschen
twee boomen, beneden een links gewende, geharnaste en gewapende arm. Uit de zijden
van den drietand steken lansen u it, elk van een wimpel voorzien, die boven het daaronder
hangende wapen wappert en den naam doet lezen van hem, die ’t wapen voert, t. w. rechts:
P. MELVILL NAVARCHUS (scheepsvoogd) en links G. OORTHUYS NAVARCH.(us), » om aan te
toonen,” zegt de gedrukte verklaring, in den gezwollen stijl van die dagen, » dat deze twee
zeehelden van der voorvaderen dapperheid niet ontaard zijn, den hoogmoed der Engelschen
gestuit en bewezen hebben, dat men den trotschen Brit ook dwingen kan om voor een Neder-
lander de vlag te strijken.” Aan den gezichtseinder rijst een heldere zon, » ten teeken,” zegt
wederom de verklaring, » van een ochtendstond van vele volgende brave daden tot eer en
redding van den Staat.
Om d e n r a n d :
A N T IQ U A Y IR T Y - TE DVVM VIRT.
E E N PAAR MANNEN FAN AALOUDEN MOBB.
I n d e a f s n e d e :
Twee lauwerfestoenen, in ’t midden zieh sluitende aan een aangrijnzenden leeuwenkop.
Op d e n s o k k e l :
I. G. H O L TZ H E Y. FEC.(it ) (1)
De ontmoeting, die aanleiding gaf tot het slaan van den penning, viel den 3öston Mei 1781 in
de nabijheid van Kadix voor, tusschen de Hollandsche fregatten Castor, Kapitein P. Me l v il l ,
en dm B rie l, Kapitein G. O o r t h u y s , dezerzijds, en de Britsche fregatten Flora, Kapitein
T h omas P a k e n h a m , en Crescmt, Kapitein W il l iam P e e r e W il l iam s . De beide eerstgemelde
waren door den Schout-bij-nacht B in k e s , van Livorno, Waar zij lagen, afgezonden om voor de
straat van Gibraltar de Oostindische schepen op te wachten, werwaarts zij heen stevenden,
( l ) Ook afgebeelil bij i.e Francu van B erkhey , t. a. p l . , b l. 1 7 2 , en bij de J o n g e , t . a. p l . , IV. bl. 787.