
vertäten, welk eiland den 3den Februarij door de Engelsche vloot, onder bevel van den Admiraal
R o d k ey , ovcrrompeld en genomen werd. Deze vlootvoogd, van het ver trek van Cr d l en zijn
23 koopvaarders tijdig onderrichl, zond onmiddellijk een drietal oorlogscbepen af om hem te
acbterhalen en te overmeesteren. Reeds in den morgen van den 4(len February waren de Britsche
vaartuigen het konvooi, d a t, zwaar geladen zijnde, slechts langzaam vorderde, op zijde.
Cr d l , geen kwade bedoelingen bij de oorlogscbepen onderstellende, was daardoor maar ge-
deeltelijk gereed, om zieh tegen den onverhoedschen aanval te verdedigen. Ook bleek,al spoe-
dig na den aanvang van het gevecht, dat de onderste batterij van den Mar*, door het over-
hellen van het s ch ip , onbruikbaar was. Dit een en ander maakte de ongelijke kans nog onge-
lijk e r, e n , tot overmaat van ramp, werd, nadat men omtrent een half uur slaags geweest was,
Cr d l door een kogel in den schouder getroffen. Ofschoon ernstig gewond, behield hg ten
volle zijn tegenwoordigheid van geest, weigerde het halfdek te verlaten en bleef de zijnen
aanmoedigen en tot bedaardheid vermanen. Maar onmiddellijk daarop trof hem een tweede
kogel in de linker bo rst, ten gevolge waarvan hij doodelijk gewond nederzeeg in de armen
van den Kommandeur der zeesoldaten, d e B okke d e R e g k e v a l l e , wien hij nog stervende im de
Fransche taal — d e B o n n e was een Franschman — verzocht, aan den Kapitein van het schip,
v a n H a lm , zijn bevel over te brengen tot het strijken van de vlag ; aan welk bevel de laatstge-
melde, na nog een körten tijd het gevecht te hebben voortgezet, voldeed (i). Bijna het ge-
heele konvooi viel den Engelschen in handen, terwijl het lijk van Cr d l op plechtige wijze op
het eiland St. Eustatius ter aarde werd besteld (»).
» Cr d l ,” zegt Co r k . K o n in g ( s) , » was een man van een edel k arakter, bedaardheid en
moed, een opregt vriend en getrouw dienaar van zijn vaderland, een groot voorstander van
croede orde en gevolgelijk een verklaard vijand van alles wat daar tegen aanliep, het betamelijk
gezag der Regeering ondermijnde of de wetten schond.” D e Jo h g e (*) noemt hem » een
re^tschapen, opregt man , van een zachte, minzame en kalme inborst. Moed en tegenwoor-
digheid van geest ontbraken hem ook geenszins ; maar hoewel als zeeofficier niet van künde
ontbloot en eene ondervinding van vele jaren bezittende, schijnt hij minder in die hoedanig-
heden, welke in eenen vlagofficier mögen gevorderd worden, te hebben uitgemunt. Hoe dit
wezen mo°e, de naam van den Schout-bij-Naclit (Cr d l ) werd, zoodra men zijn sterven verno-
men h a d , in het Vaderland hemelhoog verheven, en de dapperheid, door hem in het gevecht
aan den dag gelegd, als eene herleving van den alouden moed geprezen; dichters bezongen
zijnen heldendood” enz. (s).
559* P l a a t LII. 10 Februarij 1781.
Op h e t o v e r lij d e n v a n J. D. d e l a F i t e , H o f p r e d i k e r te ’sG r a v e n h a g e .
Voorzijde. Een uitgerolde lijkmantel, waarboven een gevleugelde zandlooper.
( i ) z ie over dit zeegevecht de Nederl. Jaerb., 1 7 8 1 , bl. 7 9 2 , 1392—9 4 , alwaar het offieiële rapport van v . a . Halm is te
le z c n ; Ned. M e r c ., L . bl. 18 1 ; Fad. H is /., III. b l. 2 4 3 ; Fad. His/. Beschr., VII. b l. 3 1 5 ; St u a r t , IV. bl. 90—92 ; N e u lands
heldendaden /e r z e e , Amsterdam en Harlingen, 1 7 8 3 , bl. 852 v o lg g .; de Jonge, t . a. p l ., 1*“ druk, bl. 5 2 3 - 2 7 , 2 *
druk, IV. b l. 463— 4 6 8 ; v a n der A a , I I I . b l. 897— 99 enz. H ‘ .8H■ ■
( * ) Zie over deze plecbtigheid een ooggetuige, t . w. C. de J o n g , in zijn Beize m a r de Caraibische eilanden, en den Navor-
sch e r, V I , b l. 139— 140 ; V II. b l. 7 6 , 77.
( * ) Koning , t. a. p i . , b l. 122.
( * ) De Jonge , t. a. p i . , b l. 467.
( 5 ) Ter eere van Crul zongen le Franco v a n Berkhey, t . a. pL , b l. 1 7 3 en 17 4 ; Janus Grotius, een Hagenaar, wiens
Latijnsch dichtstuk op dat onderwerp voorkomt in de Deliciaepoéticae a h . Santenioeditae. Fase. VII. ; J .F .Pa r v é , naar lietLa-
tijn van Anglomastix Belgiens, en Agnita van Du e , in de Eerkroon e n z ., Dordrecht, 1 7 8 2 , b l. 87 en 1 6 2 - 1 6 6 ; voorts ook
B ( ilderdijk) , in een dertienregelig, in koper gegraveerd gedichtje, voorstellende een grafcteen, met het wapen van Cr u l ,
hier alleen de omkrulde boom. Zie ook den Navorscher, VÏÏ. b l. 7 7 , en he t vers: B e Gees/ van den vo o rh e t vaderlandgesneu-
velden oorlogsheld, den Schout bij Nag/ Willem Kr u l , swevende längs de Reede van T ex e l, by gelegenheid d a / Z. D. H. Willem
V, a ls Admiraal Generaal, de oorlogscbepen aldaar monsterden (sic ). Gevolgl van een Zwane-zang van den Wei Ed. Gestr.
Heer W. Kr u l , b ij he/ on/fangen zijner Dodelijke monde, op den A Februarij 1 7 8 1 , in een geveg/ tegen d rie Engelsche oorlog-
schepen, 16 biz. in S ° ., z . p. o f j . (1781 Aug. — Sept.). Het gebeurde te St. Eustatius bezong A. Loosjes Pz. , in zijn S /. Eusta
tiu s genomen en hermonnen, in v ijf z a n g e n , Haarlem, 1782; zie Boekzaal, 1 7 8 2 , A u g ., b l. 181—188.
O p s c h r i f t :
I. D. DE LA E IT E
NATi.(us) H OL K A P P
IX A P R IL -(is ) 1 7 1 9
O B I IT H A G J3 C OM (it i s )
X. F E B R . ( u a r i i ) 1 7 8 1
I. D. DE LA F ITE , GEBOREN TE HOLKAPP {?) 9 APRIL 1719, OVERLEDEN
IE ’SGRAVENHAGE, 10 FEBRUARIJ 1781,
Keerzijde. Het vervolg van het opschrift:
PA S TO R HAG iE.
A N N O S X X I I I - F (u i)T .
N V P P E R R IM E .
SE R. (e n i s s im i ) P R IN O . ( i p i s ) A R A V S .(ü e )
A SACR.(is) DOM.(e s t i c i s )
H IJ WAS HERDER TE 'S GRAVEN11 AGE GEDURENDE 23 JA REN E N ONLa NGS
HOFPREDIKER VAN Z. D. H. DEN P R IN S VAN ORANJE.
Het laatste gedeeite van het opschrift is tusschen een brandend lampje en twee brandende
fakkels met een doodshoofd gesteld.
Weinig meer, dan deze penning vermeldt, is ons aangaande den leeraar bij de Waalsche Ge-
meente en Hofprediker J e a n D a n ie l d e la Fit e bekend. Hij werd als leeraar opgevolgd door
He n r i R e m y . B jo r n s t a h l bezocht hem den 20sten October 1774, op zijn wetenschappelijke reize
door Europa, en maakt melding van d e l a F it e ’s boekverzameling van omstreeks 8 0 0 0 boek-
deelen, V. bl. 369. Elders (bl. 343) spreekl hij-van de geleerde Mevrouw d e l a F i t e , wier
onlangs uitgegeven Lettres diverse*, in 8°., hij onder de oogen had gehad.
5 3 8 . P l a a t LII. 18—21 Maart 1781.
Op h e t v e r b o n d v a n v e r e .e n ig in g t u s s c h e n d e V r i jm e t s e l a a r s - l o g e d e r
S t r i k t e O b s e r v a n t i e te B r u n sw i jk e n h e t G r o o t O o s t e n
d e r N e d e r l a n d e n .
Voorzijde. Twee kolommen, door een band verbonden; in het midden van elke kolom is
de letter F geplaatst. Daardoor worden de beide vorsten — F e r d in a n d van Brunswijk, eque*
a Victoria, vertegenwoordiger der löge de Strikte Observantie, en F r e d e r ik van Hessen-Kassel,
Beschermheer van het Groot Oosten der Nederlanden, en eques a septem Sagittis — aangeduid.
Aan den voet der kolom, rechts, rust een wit paard, het wapen van Brunswijk voorstellende;
achter de kolom rijst een palmboom. Aan den voet der linker kolom, op welke de bundel der
Unie met de zeven pijlen geplaatst i s , ligt in rüstige houding een Leeuw, als het wapen van
Hessen. Daar achter is een geknotte kolom. Op den achtergrond zijn bergen en een boom,
waar een duif op toevliegt; op den voorgrond, die uit drie hoeken gevormd i s , ligt de win-
kelhaak op den kubieken steen. Beide kolommen worden door het Alziend Oog bestraald,
in welks licht de letters M. S. T. te lezen staan, beteekenende, volgens eene gedrukte verkla-
ring van Maconnieke Gedenkpenningen, van den Heer J . J . F . N o o r d z iek , Magnus Superior Tem-
plorum ( d e g r o o t e o v e r s t e d e r t em p e ls ) ( 1) .
In de afsnede leest men:
A . S C H A A S B E R G . I N V ( e n it )
( 1) Wij wagen de vraag o f , dewijl hier geenc andere zinnebeeiden zijn bijgebracht, dan die tot den gewonen meestergraad
behooren, die letters niet eenvoudig beteekenen Magister Salomonis Templi ( meester van den temped van salomo).
Keern.
38