
I n d e a f s n e d e :
ZAL T BO MEL
1 78 7.
De vrijheidslioeden, de letters op de vlaggen en de rijzende zon kenschetsen dit zeldzaam
slukje als een souvenir uit den patriolten-tijd, wellicht als het zegel der Opregte Vaderlandsche
Societeit, die in het voorjaar van 1787 te Zalt-Bommel werd opgericht, en op 29 Mei van dat
jaar bijna 300 leden telde (!). Haar bestaan echter was van körten duur ; naauwelijks twee
maanden la te r, na de onlusten, die lusschen 30 Juni en 1 Juli te Zalt-Bommel waren voor-
gevallen, werd deze »Zekere societeit, door zommige kwalijk gezinde geerigeert huiten voor-
kennisse van Hun "Wei Ed. en Achtb., en welke societeit aan het grootste gedeelle der Burgery
alhier lange geobsteert heeft,” vernietigd. Men weet aan haar den oorspong van het ongenoe-
gen en de verdeeldheid der burgerij en den loeleg tot ondermijning der Regeering en der be-
zworen Gonstitutie (3).
95®. P l a a t LXXIII. 1787.
Hoorzijde. Borstbeeld van H e n d r ik H o o f t D z . , binnen een lauw'erkrans, die door een strik
is samengebonden.
Keerzijde.
B e sc h o uw h ie r B a ta v i e r ,
hep B e e id va n G r ijs e n H o o f t ,
W ie n s IS d ie T r i j h e ij d sm in ,
d o o r fm a ad n o ch [ c h i mp T er do o ft ;
h ij h i i j f t aan B e d en P l i e h t ;
g e tro uw a ls P a t r i o t ;
d e r f t h ij z i jn B er s to e l h ie r ;
H ij w a g t z i jn H e i j l h ij God.
1 7 8 7.
Boven en onder twee lauwertakken.
9 6 0 . P l a a t LXXIII.i <(1787).
G e d r e v e n z i l v e r e n p e n n i n g p l a a t j e , me t h e t b o r s t b e e l d v a n
H e n d r i k H o o f t Dzn. (s).
Dergelijke naamlooze plaatjes, ook nog in kleineren vorm, werden aan doek- en overhemd-
spelden gehecht en als leus- of herkenningsteekens gedragen.
961. P l a a t LXXIII. (Najaar 1787 of nog later tot 1795.)
E e n z i j d i g g e d r e v e n z i l v e r e n p l a a t j e , v e r v a a r d i g d om h e t v e r t r o u w e n
d e r p a t r i o t t e n o p v e r a n d e r i n g v a n z a k e n i n d e t o e k oms t
te s c h e t s e n e n g a a n d e te h o u d e n .
Een keeshond met losgerukten band (een »uiigewekene” ) in een landschap. Voor hem een
bladerrijke boom, zinnebeeld van een vreemd lan d , gelijk een daarvoor geplaalst dwarshek
( ‘ ) Ned. Jaarb , 1787, b l. 8 5 3 , waar vermeld wordt, dat de Societeit » m et voorkennis” der Regeering is opgericht.
( * ) Aid. , b l. 1607. .. .
( » ) Dit altbans maken wij op uit de burgemeesterlijke kleeding. Voorhoofd en neus gelijken anders volstrekt met op die
(grensscheiding aanwijst ; achter hem het vaderland , voorgesteld door een geknotten boom ,
waarvan de bladen afwaaien; hoezeer een daartegen geplaatst anker de hoop uitdrukt op
betere tijden.
O n d e r s t a a t :
D: HOOP OVE RWIN T
ME IN L E ED x
A. H A N E N .
De allegorie is gelukkig gedacht en voorgesteld; jammer dat de balling de spelwijze van zijn
vaderland had verleerd (*).
962. P l a a t LXXIII. (1787).
D r a a g p e n n i n g j e (2), z i l v e r , g e g r a v e e r d.
Voorzijde. Een staande keeshond, links gewend. Achter hem staat op een slaf een vrij-
heidshoed.
Om d e n r a n d :
N i e t h ij te To or Z ijn T ijd
Keerzijde. Tusschen eenige lauwertakken boven en onder :
een P A T R IO T
b I ij f t h ij in |t h a r t
d ie To or een
K e e sh o n d Wo rd
G e sa rd t
963. P l a a t LXXIII. 1787.
Dr a a g t e e k e n i n d e n v o rm v a n e e n t i e n p u n t i g e s ler .
Zi l v e r , g e d r e v e n .
Hoorzijde. De borstbeelden van Prins W il l em V en zijn gemalin tegenover elkander.
Keerzijde.
B e n 10 Octb:
is Am s t er dam .
Over Geeg a a n
F. R , M.
L . B . B . (3)
1 7 87.
( 1 ) Op een ander dergelijk plaatje las men in de afsnede: In hoop en verwagting (Ca t. R o o s, 9 Febr. 1 8 5 9 , n°. 20 4 ). De
keeshond had te St. Omer ook Fransch geleerd; althans op een derde plaatje leest men: Fidèle à ma p a trie ju squ’au trépas
(C a /, de R o t e v a n Wichem , 1 8 6 3 , n°. 4296). Zie ook Cat. D e l f t, n°. 1364 (oudheden).
( 2) Te Dordrecht werd nog 24 Junij 1788 een publikatie uitgevaardigd tegen het dragen van zoogcnaarade keeshondjes, met
verbod van die te maken o f te verkoopen, op straffe naar omstandigheid en zelfs naar bevind van zake op lijfstraffc. Ned.
Jaarb., 1 7 8 8 , bl. 939—940.
( * ) Vermoedelijk beteekenen deze letters: F(hedekico) R (eg e ) M (a g n o ) L (u d o v ic o ) E ( x k r c i tu s ) D (u o e ) « Onder de r e geering
van F r b d e r i k den Groote, terwijl L o d ew ijk (van Brunswijk) het leger aanvocrdc.”