
— 89 —
500. P l a a t XLV. 1775.
Bij d e z e l f d e g e l e g e n h e i d .
Een kleiner penning, met dezelfde voorstelling en opschriften, maar ronde wapenschildcn
en op den voorgrond der voorzijde alleen:
B.(E ECKEL)
501. P l a a t XLVI. 1775.
Bij d e z e l f d e g e l e g e n h e i d .
Voorzijde. De Maagd van Leyden, met speer, vrijheidshoed en stadswapen, en staande op
yaandel en geschut, ontvangt van Prins W il l e m I de handvest, waarbij de Hoogeschool wordt
ingesteld. De Prins houdt in de regterhand een staf, op wiens top het beeid van Pallas prijkt
en die tot zinnebeeid strekt van het forum privilegiatum, der Akademie toegekend.
Om d e n r a n d :
C O N S T A N T IA CONSECVTVM.
DOOR VO IB A R IIN G VERWORFEN.
Keerzijde. Het geboirw der Akademie.
Om d e n r a n d :
IN CC. A N N 0 1 1 :(vm) J Y B : ( i i a e o ) F V N D : ( a t i o n i s ) A C A D : ( em t a e )
L V G D : ( v n o ) B A T A ( v a e ) ; i -
OP IIJET TWEER ONDERDJARIG FEEST R E R STICHTING VAN DE
LEYDSCHE AKADEMIE.
I n d e a f s n e d e :
C E L E B R A T Ö VI. ID IB :(v s ) ■
F E B : ( r v a r i i ) MDCOLXXV.
GEVIERD DEN 8 FEBRUARIJ 1775.
502. A. en B. P l a a t XLVI. 1775.
Bij d e z e l f d e g e l e g e n h e i d .
Dezelfde voorstelling op een kleineren penning (A.), met het opschrift op de voorzijde:
C O N S T A N T IA CO NSECV TVM .
e n o p d e k e e r z i j d e om d e n r a n d :
IN CC: A N N O R : ( vm) JV B . ( i i . a e o ) E V N D : ( a t i o n i s ) A C A D : ( e m ia e )
L V G D : ( v n o ) B A T ( a v a e ) '
e n in d e a f s n e d e :
C E L EB .(r a t o) VI. ID IB .(v s)
F E B .(r v a r it ) 1 7 7 5.
I
■ (B.) Met C O N S T A N T IA C O N S IO V T TM .
e n
• IN CC. A N N O R . ( vm) J V B .( ila eo ) F V N D . ( a t io n is ) AC AD.(emiae)
L V G D . (v n o ) B A ( t a v a e )
C E L E B : (r a t o ) V I I I F E B .(r v a u i i ) =
M DC CLXXV.
Was het Tweede Eeuwfeest van Leydens óntzet plegtig gevierd, niet minder was zulks het
geval met dat van de stichting der Hooge School. Twee dagen (8 en 9 February) werden aan
die viering gewijd. Op den eerslen dag hield de Rector Magnificus Hieronymus David Gaubiüs,
in tegenwoordigheid van Prins W illem V en een zeer talrijke schaar, een Oratio de admiran-
dis providentiae di inae documentie in condenda, tuenda et amplificando. Academia I/ugduno
Batava (i), gevolgd door een Latijnsch gedieht van den Hoogleeraar Adr. van Royen, tot lof
der voornaamste Hoogleeraren in de Genees-, Heel-, Schei- en Kruidkunde, die te Leyden
onderwijs gegeven hadden (*). Hierna volgde, als van zelve sprak, een maaltijd en de dag
werd met een vuurwerk besloten. Op den 9<Jen werden in de St. Pieters-kerk vier Studenten
more maiorum (d. i. »met de kap”) tot Doctoren bevorderd, na door Burgemeesteren, als naar
stijlé, met den gouden penning begiftigd te zijn '(*)■. Het feest werd wederom met een vuurwerk
en met eene danspartij besloten (•)., terwijl later (24 Januarij 1776) nog een sledevaart
plaats h ad , gehouden door het genootschap Feniam pro laude (3).
503. P l a a t XLVI. 1775.
Te r e e re v an Jo o st von H eme rt, v o o rn a am h a n d e la a r , o v e rle d e n 15 Ju n ij 1775.
Foorzijde Een grafteeken, waarop eene urn is geplaatst. Daarlegen leunt de beeldtenis,
en pro/il, van Joost von Heuert, met een lauwerkrans omgeven. Ter regier zijde van het
( I ) Vertaald door P. v a n d en B o s c h , Leyden 1775. Zie Vaderl. L e t t., 1 7 7 5 , bl. 512..
( *) De Mediclie faculteit was de voorzittende.
( 3 ) Deze penning is afgebeeld en beschreven by va n L oon , I . bl. 198.
( < ) Zie verder Nederl. J a e rb ., 1 7 7 5 , bl. 63—8 5 , 199—2 2 2 , 1435—1 4 4 0 ; Ned. Mercurius, XXVIII. b l. 45—4 9 , 65—
6 9 , met eene afbeelding van den vuurwerk-tempel, b l. 100—1 0 2 , 156—159; Vaderl. Hist. Fen»., XXV. bl. 41— 4 2 ; Stu a r t ,
III. bl. 34 (die by vergissing het feest op 't ja a r 1774 brengt); S ib g e n b b e k , Gesch. d e r Leidsche Hooge School, I . b l. 305—
3 1 3 ; Beschryving d e r Plegtigheden by het 2« eeuwfeest d e r Leidsche Akademie, door P . v a n d e n B o s c h , Leyden 1 7 7 5 , met
platen; Vad. L e tte ro e f., 1 7 7 5 , bl. 2 7 3 ; Körte dog zaakelyke beschryving wegens den opkomst, aanwas en voortgang d e r Leydsche
Academic en z ., Leyden 1775; Naauwkeurige Beschrijving van de plegtigheden te Leyden , 8 /9 Febr. 1 7 75 , Amst. 1 7 75; De eeuw-
p r in t van J . L e F r a n c o , v a n B e r k h e y , 8 Febr. 1 775; dezelfde, Leyden v erru k t op d . 2« Eeuwgetijde der Holl. Hoge Schole,
Zmnespel, 1775 ; J. G. t e W a t e r , N a rratio d e rebus Acadenúae Lugduno-Batavae, Seculo X V III, p ro sp e ris e t adveráis, L. B.
1802. Zie verder Ned. M e r c ., XXXVIII. b l. 65—6 6 ; N ie . H o e f n a g e l , Historisch,verhaalaangaande het tweede Eeuwgetijde
d er Leydsche Hooge School, Amst. 1 7 7 5 , en T h b o d . v a n B e l l , De wysheid, kennis en vreese des Heeren, Leerrede, teRliyns-
burg 5 Febr. 1775 gehouden, Amst. 1775. H e t boek Anonymi genaamd Deutero Jubilan, een stulcje met dezelfde letter als het in
de volg. aant. vermelde stukje Onschuld d ü r ft spreeken gedroht en door de Staten van Utrecht verboden; Cat. L e tte r k . , II. bl.
192. Hiertegen verscheen een Geesselvan een Amsterdamsch Juvenalis, Amst. 1775 {Hed. Vad. L e t t., 1 7 7 5 .'b l. 475). Voorts:
Aanspraak van den eerzamen Justus Schietspoel aan de Leden van de Haarlemsché Reederykkamer Trouw nioet blijken, gedaan
bij zijn wederkomst van het Jubilé, 13 Febr. 1775. Justus komt er rond voor u it, dat de afloop der plegtigheden niet naar
zijn zin w a s, en bevestigt daardoor wat wij er elders, ter loop s, van vermeld vonden:
D ’ Ora tie , die er is gescliiet
En noch een ding dat Karmen hiet
Bij t kuhstligt, met de bril gedaan,
Zijn niet gehoort, veel min verstaan.
t M u zyk , waarvan men lollijk sprak,
Was g o ed , maar voor de kerk te zwak.
De Dames gavcn in het choor
D o o r ’t traliewerk, publicq gchoor
Waardoor dat zeker en gewis
De stilte niet vermeerdert i s . :
Het Vuurwerk, anders wel gemaakt,
Is naauwlijk8 half in vlam geraakt.
(« ) Deze g a f 00k aanleiding tot het uitkomen der navolgende stukjes: J. L r F r a n c o v a n B b r k h b y , Zinnebeeidige verkla-
ring d e r Illustre Sledevaart, Leyden 1776; Onschuld d ü r f t spreeken, 1 7 7 6 ; De Onschuld b e stra ft o f aniwoord aan de Onschuld
d ü r ft sprek en , Leyden; Vrijmoedige bedenkingen over Onschuld d ü r f t spreken o f L o f der Onschuld, Amst. Zie Catalog Kon
A k a d ., I . 167 en Hed. Vad. L e tt. 1 7 7 6 , b l. 185.
II.