
17 , „ " h 6 h | m 1730 Veertig-Raad der stad Delft, van 1737-1743 Schepen, van 1 7 4 3 -
17« B H Tan 175° - 1755 Adjunkt ter dagvaart der Staten-Vergadering, in 1783
w S m m m 1762 Burgemeester, in 1763, 1772, 1773 Voorzittend Burgemeester, van 1788-1
1 Gecomimtteerde in de Provinciale Rekenkamer van Holland, van 1764-1767 Gecommiteer
e aa er Staten; van 1763—1771 Raad der Admiraliteit op de Maze, van 1781 1784
Gedeputeerde ter Vergadering der Staten-Generaal, van 1763 tot aan zijn overlijden Hoofd-
■ ü W m m m M m W H even als zijn vader (die den 12 Septem-
■ H H ü * " • oud 86 J” “ ) ' een h°°g“ ouderdom, daar hij eerst op den 12
September 1795, op zeven-en-negentig-jarigen leeftijd overleed.
Maria Magdaleja vav Asskrdklpt was op den 22 April 1695 te Delft geboren. Hare ouders
waren Mr. Adkiaaj Gürardsz vak Assehdelft, Raad en Burgemeester te Delft, en Maria Mag-
daledaVA» I W tzyi,. Haar huwelijk met Mr. Jaooe vae dee Lely had plaats op den 26
November 1720, en zij overleefde haar gouden bruiloftsfeest nog ruim negen ja ren , daar zu
eerst den 2 Februarij 1780 overleed.
Acht hinderen, waarvan vier kort na de geboorte stierven, sproten uit hunnen echt. De
overblijvende vier waren Adriaan, geboren 1721, overleden 17 April 1804, — dus mede op
hoogen ouderdom; Maria Magdalena, geboren 1725, overleden 1797; Aemalia Cornelia <re-
boren 9 September 1728, overleden 20 September 1795 en Jaooe, geboren 13 Augustus 1735
overleden ?
Adeiaae trouwde'mct Maeia vae Geoeeeveld, bij welke hij een zoon verwekte, en Maeia
Magdaleea met Mr. Saeomoe vae Geoeeeweges , wien zg tuxe kinderen schonk. Van daar dat
op den penning vier boomen en drie spruiten z ip afgebeeld. Jacoe, de zoon van Adeiaae,
geboren 17 Februarij 1769, nam in 1800 den naam aan van vae dee Lely vae Oodewatee. Na
eemge regermgsbetrekkingen in zijn geboortestad Delft bekleed te hebben, werd h ij, na de
omwenteling van 1813, achtervolgens Heraut van wapenen , Secretaris van den Hoogen Raad
van Adel, Koning van Wapenen, en in 1815 in den adelstand verheven. Hij overleed den
10 December 1825.
454. P l a a t XLI. 1771.
E e u w f e e s t v a n h e t W a l e -W e e s h u i s te A m s te r d am . 2 2 A p r i l 1 7 7 1 .
Voorzijde. Het gebouw.
Om d e n r a n d :
le JU B IL E S E O U L A IR E de i.a M A ISO N d.es O R P H E L IN 8 WALONS.
EMUWFEEST TAN S E T WALM-WEE8HUI8.
I n d e a f s n e d e : '
C E L E B R E L E 22 A Y R IL
17 71.
GE VIERE E E N 22 AP RIL 1771.
Keerzijde. Eene weduwe met drie kinderen, waaronder een zuigeling. Yoor haar liggen op
eene tafel een Bijbel en een Bröod, en aan hare voeten staat eene kruik. Zij wijst met opge-
heven regterhand ten hemel, en schijnt uit te roepen wat vermeld staat op het
O m s c h r i f t :
V O T R E P E R E E S T AUX C IEU X .
UW VAE E R IS IN E E N N E ME L.
I n d e a f s n e d e l e e s t m e n :
C. ]?. ICO NS E. P.(soit.)
455. P l a a t XLI. 1771.
A ls v o r e n , bij d e z e l f d e g e l e g e n h e i d .
Voorzijde. Het Wale-Weeshuis.
Om- en O n d e r s c h r i f t :
PO S E LA P R EM IE R E P IE R R E L E 29 ÖCT: 1 6 6 9
E N T R E Z L E 22 A V R IL
16 71.
E E EERSTE STEEN GELEGE E E N 29 OCTOBER 1669.
BETROKKEN E E N 22 APRIL 1671.
Keerzijde. Een Engel niet een hoorn des overvloeds aan hare zijde, spreidt zegenend de
handen uit over een grijsaard en een kind.
Om d e n r a n d : 1
D E P U IS : C: ANS A I J E C EU X C I SOUS MA P R O T E C T : (i o n )
SEEERT NONEERE JA REN HEB IK EE ZE ONEER M IJN SCEUTSHOEEE.
I n d e a f s n e d e :
C. F. KONSE' FEC.(it)
De Waalsche gemeente te Amsterdam was, reeds van den tijd der regeringsverandering in
1578, zeer aanzienlijk geweest en sedert in bloei toegenomen. Intusschen gebeurde h et, d a t,
bij ’t overlijden van arme ledematen, hunne kinderen, omdat de ouders geen poorters waren,
in het Burger-weeshuis niet konden worden opgenomen; terwijl zg , als uit ledematen gespro-
te n , niet gevoegelijk aan de Aalmoesseniers konden worden overgegeven. De Kerkeraad werd
hierom te rad e , in 1631, met bewilliging van Burgemeesteren, een weeshuis op te rigten:
uit' vrijwillige giften en legaten van leden der gemeente werd een erf aangekocht, tusschen
de Laurierstraat en Lauriersgracht, en aldaar een gebouw geplaatst, binnen ’t welk reeds op
den 29 Mei van dat ja ar de Regenten hun eerste vergadering konden bouden, terwijl er op
den eersten Julij de weezen in werden opgenomen (*). Nog geen veertig jaren leed h e t, of
het huis werd veel te klein bevonden; waarom bij den dubbelen Kerkeraad besloten w e rd ,
het te verkoopen en er een njeuw te bouwen. Tot dit laatste werd hij in staat gesteld idoor
de milde giften van aanzienlijke ledematen, waarvan o. a. tachtig in drie jaren tijds
f 230,000 opleverden (l ). Op, 29 October 1669 werden, aan de Vijzelgracht tusschen de
Prinsengracht en eerste Weteringdwarsstraat, de twee eerste steenen van het nieuwe gestiebt
gelegd door P a u l G o d d in Fils en S a r a d e R a e y , zoon en dochter van twee regenten. In de
lente van 1671 was het Huis voltooid, en op den 22 April werden de kinderen uit het oude
huis in de Laurierstraat overgebragt naar het nieuwe, ’t welk dien zelfden dag, met eene
plegtige rede van den beroemden Predikant Louis W o l z o g e n , Gode .was toegewijd. ’t Gebouw
werd in 1683 vergroot met een geheelen vleugel längs de straa t, die tot een Oude-Vrouw-
huis was ingerigt. In 't jaar 1720 omringde men het met een ijzeren hek en in ’t jaar 1726
( 1 ) V o n d e l wekte d e liefdadiglieid o p te n lielioeve van deze slicliting m e t een g e d ieh t, ’t w e lk , z ee r fra ai do o r N a g t e g a a l
m e t lie t penseel g e sch rev en , nog in d e Regenten-kamer p rijk t. Zie V o n d e ls werken, uitg. van Gebr. B i n g e r , deel I I I .b l. 194.
( s ) Zie Nederl. Mereuriue, XXX. b l. 152—153.
werd
m 12