
steld , maai* dewijl die niet voor 7 November in werking kwam (l), duurde de dienst der
vrijwilligers tot op dit laatste lijdstip voort. Met het afkondigen van verschillende publica-
ties, die tot rust maanden, had de Regeering hare taak pogen te verlichten (2). Na het af-
danken der rustbewaarders werd echter de rust meermalen verstoord (3).
609. P ia a t LXY1II. 1787.
B e l o o n i n g - p e n n i n g v o o r h e t b e w a k e n v a n H a r l i n g e n , in S e p t e m b e r
1 7 8 7 a a n d e S c h ü t t e r ij a l d a a r g e s e l lo n k e n .
Voor zijde. De Vrijheid, kenbaar aan de speer, die zij in de linkerhand ho u d t, doch onge-
helmd, is naast een altaar of voetstuk gezeten, op ’t welk het wapen van Harlingen prijkt.
Met de recliterhand giet zij een hoorn des overvloeds uit. Een krijgsman, in anlieken wapen-
dosch, weert met degen en scliild een drietal woestelingen af, die met dolken in de hand uit
de diepte oprijzen.
I n d e a f s n e d e :
H A R L IN G E N
L A G EM A N . F.(e c i t )
Keerzijde. Een krijgstrofee en daaronder:
D e v r y h e i d , s t a a t e n s t a d
D O O E H U I T Z U 6 T A A N G E R A N D ,
O n t s t a k d e r s o h u t t ’ r e n
M O E D
V O O R ’t . x w y n e n d v a d e r =
L A N D .
1 7 8 7
De onlusten, die vooral in Augustus en September 1787 in Friesland heerschten, en die ook
Harlingen bedreigden, gaven aanleiding tot het slaan van den hier beschreven penning. Om
het gewicht le beöordeelen van het toen hier voorgevallene, moeten wij herinneren, hoe in
1787 de stemmen der zeven Provincien zoodanig in de Staten-Generaal verdeeld waren, dat
eene stem de meerderheid aan de zijde der Prinsgezinden of der Patriotten bracht. Om die
meerderheid voor de laalstgenoemden te verkrijgen, was de verdeeldheid in de Provincie
Utrecht zoodanig aangestookt, dat de Staten zieh aldaar in twee vergaderingen scheidden,
waarvan de eene (de wettige) genoodzaakt was de stad Utrecht te verlaten en haar vergaderingen
te Amersfoort te houden. Zoo wel deze als de andere, die te Utrecht zetelde, zond af-
gevaardigden ter Generaliteit; maar hierdoor werd aldaar nog geen meerderheid verkregen en
die dubbele vertegenwoordiging van het Gewest had alleen ten gevolge, dal de stemmen7 (3fc
tegen 3§) staakten. Nog van eene Provincie moesten alzoo de stemmen gesplitst worden, om
( 1) Ned. Jaarb., bl. 5447 en 54 67— 5470.
( * ) Zic over die publicatiSn en de rust Ned. Ja a rb ., 1 7 8 7 , bl. 4784—4 7 8 9 , 5 4 4 5 , en vergelijk daarmede Vad. Hist Verv
XVI. bl. 17 6 ; XX. b l. 442.
( * ) Zie de publicatie tegen wanorde en geweld van 13 November 1787: Ned. Jaarb., 1 7 8 7 ,.bl. 5 9 7 6 , en 1788, bl. 84 en
1 3 76; Vad. Hist. Verv., XX. bl. 445— 449. Iteeds op 29 September 1787 had een gezelscbap van beminnaars der dichtkunde
te Rotterdam een gouden penning uitgeloofd ter waarde van 50 dukaten en een zilveren van gelijke grootte, aan de eene zijde
met ’sPrinsen beeltenis en aan de andere met die van den Prins en Prinses, voor dichtstukken, beheizende een Schets o fb e -
spiegeling van en op het heil aan Nederland geschonten door de omwenteling in het Vaderland en wederkeering van den P rin s en
sijn gezin te 's Hage. Der tegenpartij (zie Vad. Hist. Ve rv ., XVI. b l. 177— 178; N ed . Jaarb., 1 7 8 7 , bl. 4796—4798) ontging
de zonderlinge bijvoeging n ie t , dat de patriotten van de mededinging waren uitgesloten, al ware het dat hunne vaarzen de be-
krooning verdienden, « dewijl men bedoelde, dat het opregte hart zoo wel als de dichtkunde spreken zoudc." Het is ons niet
gebleken o f het dichtminnend gezelscbap in zijn pogingen slaagde.
v ■: r > - ¡r; ¡ t y ; ? m . ? n w ?
een werkelijke voortdurende meerderheid te vestigen. lets dergelijks zo u , naar de Patriotten
hoopten, vooral in Friesland gelukken. »De Nieuwstaatsgezinden” , zeggen de Nederl. Jaarb.
van 1787 (bl. 4267—4268), » hadden niets meer noodig dan een omkeering in Friesland, ten
einde de meerderheid in de Yergadering der Algemeene Staten te hebben, en daardoor in de
geheele Republiek alles naar hunne plans en oogmerken te kunnen schikken. Dan was de
zaak voltooid en de grondwettige herslelling tot stand gebragt.” — Nog duidelijker blijkt zulks
uit een p lan , d a t, oorspronkelijk in het Fransch gesteld, maar later in het Nederduitsch ver-
taald en uit Holland naar Friesland overgezonden was (!). Frankrijk, zeide men, kon de Pa-
triotschgezinde minderheid n ie t, uit geldgebrek, met wapenen ondersteunen; de Stadhouders-
gezinde meerderheid zou zieh bij een vreemde mogendheid aansluiten en een inval van
de zijde van Gelderland gemakkelijk maken. »Om dit oogenschynlyk/^evaar te voorkomen,
moet men,” zegt het bedoelde stu k , »werken om de meerderheid te hebben in de Staten-Generaal
........... Het eenige middel om dit te bereiken is in Friesland te werken en daar in te
slagen door het geweld der wapenen ondanks de genomen voorzorgen. — De Ridder d e T e r -
n a n t , die achter het geheim der zaken is , moet met drie of vier hoofden van onze party in
de provincie Friesland spreken en beproeven,of men niet eenmaal eene omwenteling bewerken
kan, welke ons de meerderheid in de Staten-Generaal zal doen hebben. En dat zoo zynde, dan
konden wy de Staatsieden van Amersfoort uit de vergadering uitzetten, dan zouden wy eene
meerderheid hebben van vijf provincien, eene duurzame meerderheid, ofschoon ook Friesland
naderhand veränderen m ö g t De middelen om in Friesland te werken zyn niet in grooten
getale: ik ken er slegts twee. Het eene is. zieh daar met geweld in te dringen en gelijklydig
öp verschillende plaatsen met geweld te werken. De gewapende burgers konden zieh dan in
weerwil van het gebod der Staten vereenigen.” — Het andere middel schijnt geld geweest te
zijn; althans wij lezen; »Het benoodigde wordt reeds voor efen gedeelte in de Provincie
Friesland gevonden en de rest te Amsterdam op het gewoon comptoir. Die van onze party,
welke verliezen zouden, moeten beloond worden en twee milioen livres van Frankryk zullen
daartoe meer dan toereikend zyn.”
Met een enkel woord willen wij vermelden, hoe die kluw verder afgesponnen werd,
tot de schaar van Pruisen plotsling den draad doopsneed.
De Staten van Friesland wezen op 21 Julij 1787 een voorstel van de hand, door Holland
ter Generaliteit ingebracht, om de mediatie van Frankrijk in te roepen (2). Daartegen protest
van eenige volmachten, die daarin een gereede aanleiding vonden of een quasi-middel
om tot een separatie te geräken, welk protest (26 Julij) door C. L. v a n B eyma en later door
negen anderen geteekend werd (3). Zes van dit tiental vinden wij weinige dagen later (6 Augustus
1787) als Gedeputeerden uit de minderheid der Staten van Friesland ter groote vergadering
van vaderlandslievende Regenten in de Doelen te Amsterdam gehouden. Deze Com-
missie vertoefde van 8—10 Augustus in den Haag, hield aldaar conferenties met sommige
Hollandsche patriotten en met den Franschen Gezant Marquis van V e r a g , trok daarop (11
Augustus) naar Woerden, om met den Rijngraaf van S a lm te confereeren, en gedeeltelijk ook
naar Utrecht (*). Zonder twijfel werden daar aan de Friesche afgevaardigden te dier gele-
geiiheid hulp van Frankrijk toegezegd en medewerkingvan de patriotten in Holland en ’tSticht,
en de middelen beraamd om de bedoelde omwenteling met geweld te volvoeren. De Fransche
hulp bleef achter; doch aan den bijstand der patriotten faalde het niet.
Franeker was bestemd om voor Friesland te worden wat Utrecht voor het Sticht was, het
brandpunt der oppositie. Reeds in Mei 1787 had men er een stads-defensie-wezen opgericht,
en de geest van velen, onder de professoren, Studenten en burgers, was hetgeen men toen
Nieuw-Staatsgezind heette. ln de Regeering was bijna alleen de Burgemeester L. J. J. R en g er s
( * ) Ned. Jaarb., 1787 , b l. 4948—4950.
( * ) A id ., bl. 2154—2159.
( 8 ) A id ., b l. 2159—2165.
( * ) A id ., b l. 4265—4267. Een der leden keerde reeds uit Woerden « om gewichtige redenen” n
anderen hadden nog op112 Augustus een lange conference met den Burggraaf van Verac , den zoon v
r Friesland terug. Twee
i den Gezant.
Oud