Men ziet, dat, zoo het gebeurde te Leyden al verdiende door een gedenkpenning vereeuwigd
te worden, de Firtu s cioica aldaar zeker niet de eer verdiende, welke haar door den ont-
werper van dien penning werd toegekend, en de Maagd van Leyden daarop haar plaats wel
had behooren in te ruimen aan een ruiter van de Garde. Doch de red en , dat dit laatste niet
gebeurde, kan gezöcht worden in de omslandigheid, dat dit.korps bij de Leydsche Regering
in ongenade geraakt was. Immers', toen, in ’t najaar van 1784, een gedeelte daarvan weder
aftrok naar ’s Gravenhage, deed het zulks met Oranjestrikken, en alzoo in bepaalde weör-
spraak met de boven vermeide publikatie; wat dan ook niet weinig euvel opgenomen werd en
tot nieuwe vertoogen aanleiding gaf (‘).
«15. P l a a t LX. 1784.
B e r n a r d u s M o u r ik , v i j f t i g j a r e n B o e k v e r k o o p e r te A m s t e r d am .
13 S e p t e m b e r 1 7 8 4 . G e d r e v e n p e n n i n g .
Foorzijde. Een spitsch ovaal, gesloten door een wapen, met een helm gedekt; dit gekwar-
tileerd, zonder aanwijzing van kleuren: 1 en 4 een gepunte dwarsbalk, met twee klavers (1
en 1) 2 en 3 drie sterren (2 en 1).
B in n e n h e t o v a a l :
B E R N A R D U S M O U R IK
5 0 J a r e n E o e l e v e r k o o p e r
i n A m s t e r d a m .
Keerzijde. Een vliegende Merkurius, met den slangestaf in de rechter, en een boek in de
linker hand. Yoor en ter rechterzijde van zijn voeten een geopend boek en een pers (*).
Om d e n r a n d :
1 8 S E P T EM B E R 17 3 4— 1 7 8 4 enz.
B e r n a r d u s M o u r i k woonde te Amsterdam in de Nes bij de Vleeschhal. Hij was de uitge-
ver van de Maandelyksche N ederlandsche Mercurius, gevende een volledig bericht pan alles wat
er aanmerkenswaardig ieder maand in Europa is voorgevallen, benevens de origineele stukken
en hewyzen daartoe strekkende, als plakaaten, memorien, besluiten, verweerse/iriften, declaration
, tractaaten, capitulation, ontwerpen, beschryvingen, etc. alsmede het voornaamste Kerk-
nieuws der Luthersche Gemeentens, de verkoopingen van Huizen, Obligation en de Schepen met
de Pryzen . . . en de naamlyst der Gehuwden en Ooerledenen enz.
Dit maandschrift, dat, behalve politiek nieuws, een schat behelst van kleine bijzonderheden,
nuttig voor de kennis van het leven en bedrijf der burgerij van die dagen, zag onafgebroken
het licht van Julij 1756 tot 1806, in 86 deelen, en mocht alzoo, even als zijn stichter, zijn
halve eeuwfeest vieren. Toen werd het — vermoedelijk omdat men n u , in plaats van een
Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden, een Koninkrijk Holland had — vervangen door den
Amsterdamschen Mercurius, inhoudende: De voornaamste Staatsberichten, aanmerkelijke za-
ken enz ., en een Mengelwerk. Amst., J. R u v s e n d a a l , 1807—1809.
oproer i r Leyden den 9 Juny 1784 en volgende dagen voorgevallen. Dichtstuk, 4 biz. — De P o s t, V. bl. 650. — Echt bericht
van de waare oorzaken d e r onruslige beioeegingen onder het getneen te Leyden , 1 7 8 4 , 34 bl. — Een Nieuw Lied van de Leidsche
wevers voor verscheide oproermakers op den 8 Maart 1 7 8 4 , 4 biz. — Verdediging d e r Heeren Studenten aan ’s Lands Hooge-
school te Leyden , tegen de vyanden d e r goede orde en der v ryh eid , Berispers van hun betaamelyk, edelmoedig, en inderdaad Patriotisch
gedrag in den Opstand van ’t Gemeen, voorgevallen te Leyden op den 8—12 Juny 1 7 8 4 , door een lid d e r gemelde Hoo-
geschool, Leyden, 5% s t . , 22 biz.
( 1) Vad. Hist. Verv., VIII. bl. 3 7 2 , 3 7 3 ; Resol. van Holl. 2 2 Dec. 1784 en 13 Jan. 1785 ; Ned. J a a rb ., 1 7 8 4 , bl. 1411,
1836.
( 2 ) Deze voorstelling is ontleend aan den Gildepenning der Boekverkoopers te Amserdam, afgebeeld bij G. va n O rden
Bijdrage e n z ., PI. XV, n°. 1. Den 12dcn Maart 1859 vierde het Amsterdamsche Boekverkooperskollegie het 50jarig lidmaatschap
van A. Rrb rman , als lid daarvan. Zie Amst. Cour. van 13/14 Maart 1859 en vergelijk die van 3 Julij 1858.
Dat B er n a r d u s Mo u r ik bij zijn konfraters zeer in achting slond, meenen wij tc mögen op-
maken uit de navolgende regels, hem op het vermelde gouden feest toegezongen door L. v a n
O l le f e n , immers voor zoo verre die regels het algemeene gevöelen uitdrukten:
Sedert volle vyftig ja a ren ,
Die" gy in uw handel slee t,
Is u niet dan heils weörvaren;
God bekroonde all’*'wat gy deedt.
Gy waart ook zyn’ zegen waardig:
Vyand van Ondankbaarheid;
Yvrig, spaarzaam en rechtvaardig:
Onderneemend inet beleid,
Met omhoog geslagene oogen,
Händen, naar uw God geslrekt,
Knieen, voor zyn troon gebogen,
’t Hart door Godsvrucht opgewekt.
Zo gesteld, dreeft gy een handel,
Zaagt gy uw ontwerpen a a n ,
Waart gy steeds in al uw wandel;
Wie zöu zoo niet zeker gaan?
En den Tabbaart en den Degen
Hebt gy hoogelyk verpligt. (1)
Gy baande ongebaande wegen,
Gy hebt steeds iets goeds verricht.
Ook de naneef zal u roemen,
Zal in zijn historiebla£n
U als een getuige noemen.
Gy toch deed hem zeker gaan (-).
Blind voor ongeoorloofd voordeel,
Blyft gy zuivre waarheid by:
Wat dan ook het schenziek oordeel
Van den Yorstenhooner zy. enz. enz.
Niet langer dan tot 1792 kwam de Mercurius op naam van B. Mo u r ik u i t : de man zelf
was reeds een ja ar vroeger geslorven. In het 71sle deel (Julij — Decemb. 1791) leest men op
bl. 139, in de »Naamlijst der overledenen, die begraven zijn binnen Amsterdam:
»Vrijdag 30 September 1791.
» B e r n a r d u s Mo u r ik , boekverkooper en uitgever dezes werks,N.(ieuwe) Z.(ijds) K.(apel)” (8
De deelen van 1793 tot 1806 kwamen uit bij J a n A u g u s t ijn Swalm , te Amsterdam, onder
den eenigzins gewijzigden titel van Staatkundige historie van Holland, beheizende eene Staat-
kundige bespiegeling van de voornaamste gevallen der Nederlandsehe Geschiedenissen , benevens de
Maandelijksche Nederlandsche MERCURIUS.
De Nederl. Merc., 1791, Deel 71, bl. 135, deelt het volgende levensbericht van B. Mo u r ik mede:
Den 26lten Sept. 1791 is alhier aan de gevolgen van een slijmberoerte, in den ouderdom
van bijna 83 jaren overleden de Uitgever dezes werks B e r n a r d u s Mo u r ik ; hij was de oudste
Boekhandelaar te dezer stede, gedurende 55 jaren, op eene volstrekt onberispelijke wyze en
is daarin niet verflaauwd tot op het oogenblik van den aanval der beroerte. Hij heeft alles
wat in zgn beroep voorviel volstrekt alleen beheerd, met eene naauwkeurigheid en onver-
( 1) Met verscheidene Naamregisters van Regeringspersonen, Naamrol d e r Rechtsgeleerde- en H istoriesch rjvers, en Naamrol
d e r Godgeleerde Schrijvers, van welke in 1784 reeds v ijf drukken het lieht hadden gezien.
( s ) ' Door den onzijdigen Mercurius.
('*•) Mededeeling van?*—<p (F. N a g t g i .a s , te Middelburg), in den Navorscher, XII. b l. 235.