HïssI
g j & l
t y j
Kgs ?\ éi
lm
'# l
II» agtig
Afdeel.
V.
Hoofd»
STUïCs»
bleek van Kleur, de Oppervlakte een
weinig ongelyk, en tusfchen. de twee Hoornen
om laag een Spleet hebbende , die inwaards
doorgaat. Van den opperlten T o p , waar in een
doorloopend Gaatje is , gaan Sleuven .af, die de
Vrugt in vieren verdeden, welke door ’t rammelen
de tegenwoordigheid van een 'Noot o f
Steen doet blykén. _
De Boom groeit in Brafil en heeft, volgens
T h e v e t , de hoogte van een Peereboom ,
met ovaale Bladen , die altoos groen blyven,
drie o f vier Duimen lang en twee Duimen
breed. De Schors is witachtig,
kwetfle Takken vloeit een Mcl
Uit de ge-
ragtig Vogt,
en, als dezelven afgefrieeden zyn, dan Hinken-
ze zo geweldig naar Menfchen Drek, dat de
Ingezetenen des Lands ’er geen gebruik van
maaken, zelfs niet om Vuur te ftooken.
L e r y zegt, dat de Ahouai een wilde Boom
is in Brafil, wiens Hout een zo yzelyken Look-
ftank h e e ft, dat men denzelven, wanneer het
verbrand wordt, niet verdraagen kan. R A y
vraagt, of niet het zogenaamde Stronthout uit
Oostindie van deezen Boom zou kunnen zyn ;
doch ik antwoord , dat het van een anderen
Boom is , die Olax o f Drekboom genoemd
wordt, hier voor befchreeven. t’Is zonderling,
daar men ’t Gewas in jde openbaare Kruidtuinen
gehad h e e ft, dat ’er nog geene Afbeeldingen
van zyn- Ten minfte wordt deeze Soort in de
Prodromns van den Leidfchen Akademie*Tuin
sangehaald. De
*sS9 l
De Vrugt is zeer Vergiftig en van eene doo- II»
delyke hoedanigheid , wanneer zy ingenomen AFy_EL*
wordt, voornaamelyk de Kern derzelve; weshalve Hdofd»
de Indiaanen die ’er uit neemen , en dan vervol-stuk.
gens de ledige Doppen, aan Touwtjes gereegen,
met Snoeren famen verbinden, doende dit Tuig
dus om de Beenen, het welk in ’t loopen en
draaven een rammelend Geluid maakt, byna ge-
lyk de Bellen van onze Arreflee-Tuigen.
(2) Cerbera met Lancetswyze Bladen , die n.
^ ' y Cerbera
dwars geaderd zyn. Manghas%
Oostlndi'
Onder den naarti Van Melkgcëvende Manghas / che‘
met dikke geaderde Oleanderbladeh, de Bloemen
van Jasmyn , en een Vënyhigé naat een
Perfik gelykende V ru g t, is dit Gewas in de
Thefautus Zeylanicus van den Heer J. Bo k -
m a n n u s voorgefteld. Hier toe wordt de
Melkboom van R ü m p h i u s 4 als ook de Odol-
lam \an den Malabaarfen Kruidhof, t’huis ge-
bragt. Zie hier, hoe de Hoogleeraar J. B u r »
j j annus dit Gewas befchryft.
„ ’t Is een Boom,in verfcheide Takken ver-
„ deeld
(2) Cerbera Foliis lanceolatis , Netvis transverfalibus. T l.
'Zeyl, 106. Osb. Uin, 91. Manghas lafteseens, Foliis Nerii
crasfis Venolis, Jasmini Flore, &c. Burm. The$. Ztyl. p. 150.
T. 70» f. I. Manghas Fr u <5111 venena,to. C. Is. Pin. 44^* R i j .
Hifi. 1552. Arbor la&aria. Aumph Amb. 11. p 243. T. 81.
Odollara. Hort. Mal. 1. p. 71. T. 39- Cerbe« Manghas. Burm.
Flor. Ind. p, 66.
lï .D E F L . II. STUK,