IT, groen, van onderen bleeker waren, zittende op
FDyEL* korte Steeltjes. De Bloemen komen of enkeld,
H oofd, of by weinigen tevens, uit het end der Takjes
stuk, voort: zy zyn groot, Roosachtig, vyfbladig a
paarfch, met tien groote, zwartachtige, kromme
Meeldraadjes en een dunnen Styl, in een
groote ruige Kelk vervat. Daar op volgen
ronde gladde Besfen, met veele kleine Zaadjes
in een zwarte Pap.
Met deeze Ceylonfche fchynt zo min de Ka»
tm - Kadali van Malabar , die duidelyk gezegd
wordt vyfribbig te zyn, overeen te komen, als
de Roode Aardbezie - Struik van R u m p h i u s ,
wier Bladen ook v y f Ribben hebben. De Stam
van deezen is omtrent zo dik als eens Menfchen
Arm, geevende aan zynen Top een yle Kroon
van dunne Takken uit. De Vrugten, dat roode
Besfen zyn , dienen de Reizende Luiden tot
verfrisfching.
xr ( i i ) Meiaftoma met effenraniige, drierïbbi-
Meiaftoma ge , ovaale gladde Bladen > die aan den
O & a n d ra * i f l t t
Agtmanni- Rand ftekelig zyn.
ge*
De Bladen van deeze Soort onderfcheiden
dezelve van de voorgaande door haare Stekeligheid
aan den Rand, waar van ik geen blykvind,
noch in de Afbeelding , noch in de befchryving
van
t i l ) Meiaftoma Foliis integerrimis trinerviis ovatisglabris,
margine hispidis. F l. Zeyl, 173, O SB, I tm 213. EUBM. t l ,
d. ioj.
m&iWMr
van den Heer J. B u r m a h n u s , die ook II,
duidelyk van tien Meeldraadjes gewag maakt.
Niet zonder reden , echter, heeft de jonge Hoofd*
Heer B d r m a n n u s dezelve naderhand totSTUK*
deeze Agtmannige betrokken. In China, immers
, nam de Heer O s b e c k deeze Soort ,
waar, en befchreef de deelen der Vrugtmaaking
omftandig. De Kelk was Bekerachtig, van buiten
Borftelig, in vyven gedeeld: de Bloem vyfbladig
met agt Meeldraadjes : het Zaadhuisje
een byna ronde o f Bekerachtige Bezie, van buiten
zwart, van binnen rood, in de Kelk zittende,
met menigvuldige kleine Zaadjes. Dit Gewas,
zegt hy , by de Chineezen Te-limm genaamd
, verfierde de dorfte Heuvels met zyne
roode Bloemen , die ook des nagts, ten minfte
nog lang na der Zonne ondergang , open blee-
ven. Het groeide Heefterachtig, met de Takken
op den Grond leggende, ronde Steelen ,
ovaale Bladen, en de Bloemen aan ’t end o f op
den top der Takken.
(12) Meiaftoma met effenrandige, vyfrïbUge in .
Bladen, by vieren om de Takken, die ge-
krinkeld zyn. , p/k|°RJ
telde.
Het zogenaamde Aaien - Touv van R e m -
PHI-
(i ï ) Meiaftoma Foliis integerrimis quinquenemis quatcr-
nis , Ratnis crispatis. t Syst, Kat. XII, Funis Mtirzuarum.
RUmFH. Am&, v. p. 66. T. 35. BURM. FU Ind, 105.
F f 4
II. Deel. n, stuk,
KI
Hragsn
Ips2