H. Het is een hooge Boom, in geftaltenaar den
A XUL' Laurierboom gelykende , met zeer hard Hout.
H oofd. De Bladen zyn langwerpig, aan ’t begin fmalst,
stuk. uitgerand , onverdeeld, glanzig, Lederachtig,
van boven donker-, van onderen bleeker groen,
gefteeld , overhoeks geplaatst, agt Duimen lang.
Dezelve n geeven , gewreeven zynde, een fter-
ken, zwaaren, Kruiderigen Reuk. Uit de Oxels
komen Steeltjes , dijcwils drie , ieder met drie
Bloemen, voort, welke een allerlieflykften Geur
van Hyacinthen verfpreiden. De Bloemen zyn
'ongelteeld, tweederden Duims breed, beftaan-
de uit vier witte Blaadjes , in een vierbladige
Kelk vervat, en een groot getal Draadachtige
Meeldraadjes hebbende, die wit zyn met gce-
le Knopjes. Het Vrugtbeginzel was Eyrond-
achtig , hebbende van boven een breede platte
vierhoekige Oppervlakte ; doch de Bloemen
misdroegen altemaal, zó dat hy geen Vrugt aan
deezen Boom gezien hadt.
v. (5) Myrtus met veelbloemige Steeltjes, de B h •
cJn'wi‘US den Lancetswys’ ovaal.
Stetkxuikende.
Hier heef t L 1 n n m u .s den Ceylonfchen Boom,
die naar Komynzaad ruikt, yan den Heer J.
B urf5)
Myrtus Pedunculis multifloris, Foliis lanceolato• ovsttls.
Syst. Nat. Xll. Fl. Zeyl. 185. Arbor Zeylanica Cuminwn
redolens. Eürm. Zeyl. 27. Ankaenda, HERM. Mus, Zeyl, 23.
Jambofa Geramica. Rumfh, Anti. 1, p, 130, T. 41, Euu.vr,
FL Ind, p. i i 5.
B u rma n n u s , aldaar Ankaenda genaamd, II*
t’huis gebragt. H e r m a n n u s hadt by dee-Ar° j^ *
zen naam gevoegd; de Besfen ruiken naar Ko- Hoofd*
myn, gecvende een Geeftige Komynzaad ■ Olie stuk.
uit. Ik vind daar van geen gewag by R u m -
ï h i u s , ten opzigt van den hier aangehaalden
Ceramfchen jfamboes ■ Boom, op het Eiland Ce»
ram in ’t wilde groeijende, wiens Vrugten de
grootte van een Duiven - Ey hebben o f zelfs
nog grootër zyn, zo als gewoone Pruimen , en
aan Trosfen hangen, zynde droog , zuur of
wrang en liimentrekkende als de Sleen, en wel
niet lekker, doch niettemin tot verfrisfching
dienende voor de reizende Lieden. Zy bevatten
in ’t midden een Korrel als een Olyffteen,
en derhalve fchynt dit Gewas veeleer tot het
voorgaande Geflagt te behooren.
Van de Zesde , Zevende , en Agtfte Soort
blykt my niet, dat het Boomen z y n : des gaa ik
over tot de
(9) Myrtus met veelbloemige Steeltjes , de ix.
Bladen ovaal en eenigermaate gejteeld. Ziylanicd.
_ Welrie-
Dee-kende.
(9) Myrtus Feduncuüs multiflorij, Foliis oratis fubpetiólatis.
Syst, Nat. Xll. M. Foliis ovatis acuminatis obtufiusculis.
Fl, Zsyl. 182. Myrtus Zeylanica ódoratisfinia &c. Herm.
Lugdbat p. 434. T. +35. Myrtoides Foliis oyatis. Htrt.Clif.
489. Royen Lugdbat. S3S. Vitis Idaea Zeylanica odoratislitna.
ToüRNF. lnft. 60S. Burm, Zeyl. 230, EURM» Fl, Ind. p.
SIS.