'IL
A fdeel,
vin.
H oofdstuk.
Nani»
1 7 * ' A g t Ma n n i g 'e B ö o m e #.
ook met het Mauritiaanfche Ebbenhout, gei
meen heeft. Het valt op de Molukkes best
en overvloedig, zynde in Indie beltendiger tegen
Weer en Wind dan Y z e r , en in 5t Vuur
zelfs byna onverganglyk. De Chineezen beminnen
het deswegen ze e r , tot Roers en Ankers
voor hunne Jonken: want men begrypt ligt, dat
het in ’t Water zinkt, zynde het roetten noch
den Paalworm niét onderhevig. Z y neemen
maar dikke Planken, waar zy eeïi Gat in ’t midden
maaken, en dan een Ankerftok daar in ftee-
ken: ’t welk aanftonds het fatfoen van een Anker
geeft. Een Roer tot een groote Jonk, van
zulk Hout, plagt hun wel vier of vyfhonderd
en een Anker by de tagtig o f honderd Ryks-
daalders te kosten. Het heeft een dergélyk Spint
als het voorgaande , en het Hart ziet uit den
rosfen of donker Aardachtig bruin , met korte
Adertjes geftreept, en is wel zwaarder en harder
, doch zo fyn niet van Draad als het voorgaande.
J a m b o l i f e u a *
De Kenmerken van dit Geflagt zyn; een vïer-
bladige Trechterswyze ofKlokswyze Bloem, die
agt platachtige Meeldraadjes bevat, welke Ey-
ronde opleggende Meelknopjes hebben, en een
Draadagtigen Styl , die enkeld is. Dè Bloem
is begreepen in een viertandige K elk, welke op
het Vrugtbeginzel zit, en de Vrugten, die naar
Olyven gelyken, kroont, Mdak