R* De Bladen daan overhoeks.: zy zyn gedeeld.
Afdeel. ovaaj ^ met j[]-ompe hoeken uitgefneeden, ge-
Hbofd» lykende naar Hazelaar- of ■ Elzen -Bladen ; de
stuk. onderden domper, de bovenden fpits, De
Bloemen , die geel zyn , daan in Trosfen beneden
de Bladen. De Knoppen o f Schubbige
omwindzels, die de ongedeelde Bloemen be*
vatten , zitten ieder op een eigen Steeltje ,
zegt de Heer G r o n o v i u s . Een Heel ter,
naar deezen zeer gelykende, die geen Bloemkrans
o f Bloembladen , maar een menigte (van
twintig tot veertig) Meeldraadjes heeft, welke
geel, Draadachdg dun en lang zyn, met zeer
kleine Knopjes, is door D. G a r d e n ge-,
zonden zegt L i nNjEüs , en vraagt, o f dan
ook de Bloemen in Sexe verfchillende zyn ?
V. HOOFDP
lt N T A N D R ï A. 77
V. H O O F D S T U K .
l t
AFDEEki
V.
'H oofdstuk,
Befchryving van de Boomen , vier Blosmen
v y f Meeldraadjes hebben , deswegen Vyfman-
nige Pent a n dr i a genaamd; waar onder
de Kinaboom, Koffyboom en veelt anderen.
De Afdeeling der Vyfmannige Bloem Planten
, in het Stelzel der Sexen, is zeer
uitgebreid Men vindtze in Rangen van Eeh-
wyvige Tweewyvlge , Driewyvige , Vier-,
Vyfwyvige en Veelwyvige gefmaldeeld , naar
dat zy één, twee, drie, vier, v y f o f meer
Stylen o f Stempels ( Stigmata) hebben. Die
van den eerden Rang , de Eenwyvigen naa-
melyk , zyn wederom gefmaldeeld naar de ge.
deldheid van de Bloem, of dezelve Eenbladig,
dan Vyfbladig is ; boven o f onder het Vrugtbe-'
ginzel geplaatst , en naar die der Zaadhuisjes
of Vrugten , die in eenigen bloot, uit één ,
twee, vier o f v y f Zaaden famengedeld, in anderen
en wel de meeden in een Huisje vervat
zyn, of ook de gedaante van een Befie hebben.
Tot de Eenwyvigen behooren de meede Boo-
men van deeze Afdeeling, onder welken eerst
dat Geflagt voorkomt, het welke den naam
voert van
T he o -