II.
A fdeel.
X.
H oofdstuk.
Koraalboom.
nog andere Zaadkorrels zyn, die te regt deezen
naam voeren, by de Maleijers Condorm, by de
Chineezen Tfchjong - Sedji genaamd. Deeze
laatften-komen in de Zuidelyke Landfchappen
van China voort : zy zyn ronder, harder, vaster,
zwaarder dan de Ambonfe, en worden ei-
gentlyk tot het weegen van Zilver gebruikt, als
van eenpaarige zwaarte zynde. Deeze groeijen
aldaar ook aan hooge Boomen , maar die de
Haauwen korter hebben, naauwlyks een Vinger
lang en krom als een Zabel. Van zulke Condo-
rins maaken 10 een Maas en 100 een T a y l, dat
ïs tien Drachme: zo dat de tien een Vierendeel
Loots zyn ; doch van de Ambonfche gaan ’ef
15 in een Maas.
De Malabaarfche Boom, Mandsjadi genaamd,
fteekt zyne Kruin boven de meelte andere Boo-
men ui t , hebbendé een Stam van drie o f vier
Voeten dikte. Het Houd is hard , met een
bruin Spint, en de Takken hebben eene bruin
groene Schors. De Bladen zyn langwerpig, dun
en zagt , aan groene Steelen gepaard zittende ,
die uit een dikkere Bladfteel voortkomen, en
dus, even als gezegd i s , gevleugeld zyn, naar
Boonen ruikende en bitter van Smaak, De Bloemen
, die v y f Blaadjes en tien Meeldraadjes hebben
, groeijen ook aan Risten , en ruiken naar
Honig. De Peulen zyn drie Palmen lang, een
dwarfen Vinger breed, door deingeilootenZaadkorrels
uitpuilende, welke Beenhard, hoogrood
en glanzig zyn, fmaakende naar Boeren Boonen»
. Dee-
Deeze Boom bloeit niet voor zyn twintigfte Jaar, n;
en men rekent dat hy twee Eeuwen leeven kan. A fdeel.
De Zaaden worden ’er van ’t Gemeene V o lkHoOF*D-
gekookt en gegeten , o f ook van de Goudlme- stuk.
den , als gezegd is , tot het Soldeeren, en tot
Gewigt gebruikt, alzozy ieder vier Aas weegen.
Dus fchynen zy nog wat ligter te zyn dan de
Ambonfche, voorgemeld.
(2) Adenanthera met de Bladen van onderen n»
Adenanthe.
ruig« ra Falcata,
1 Schild«
Deeze is onder den naam van Schildboom
voorgefteld doof R u m p h i lis, ofwel van den
Witten Schildboom, in ’t Maleitfch Caju Salo-
wacko Poeti, dus genaamd, om dat de Indiaa-
nen hunne Schilden maaken van deszelfs Hout.
Het is een hooge regte Boom, rond van Stam,
die zeer kennelyk is , om dat zyne Kruin naar
eene Parafol , op een Stok, gelykt. De Bladen,
in gedaante met die der Tamarinden veel
overeenkomende, liaan gepaard aan de Bladllee-
len, die wederom in menigte aan andere groo-
tere Steelen groeijen : zo dat de Bladen van
deezen Boom ook dubbeld gevind o f gevleugeld
zyn. De Bloemen zyn klein, beilaande uit vier
geelachtige Blaadjes, met veele Meeldraadjes :
de
( z ) Adenanthera Foliis fübtus tomentofis. Syst. N a t. XII.
Utfupra. Aden. Fol. decompofitïs fubtus tomentofis. Spec, Plar.t,
II. p 550. Clypearia alba. Eumph. Amb, III, p. iy(>, T. ui»