II.
A fdeel.
VIII.
Hoofdstuk:
»
t.
Mimufbps
KaukK
Natii.
070 A g tmAnnicè Boomen.
beflaat, hebbende maar weinig wit Spint. Zou
het dan ook het gene zyn, ’t welk men hier
te Lanjie droog en vet noemt, om dat een
Stukje daar van, uit Hout en Spint beitaande,
zig byna als Vleefch en Spek vertdönt ? Ik heb,
in myne Verzameling Van meer dan honderd
verfchillehde Houten , een Plankje daar van,
dat ongemeen digt is van nerf. De Indiaanen
gebruiken dit Hout, Wegens zyne taaiheid, veel
tot Penpen, tot Steelen van Spiesfen, Pylen en
ander Gereedfchap Het is ook voor de Schryn-
werkers o f Kastemaakers, in ’t algemeen, van
goed gebruik, doch valt wat hard in ’t bewerken.
Men vindt ’er fomtyds,.aan ’t Strand $
omgevallen Boomen van, wier Bast en Spint
geheel vergaan is , doch waar van het Hart
fchier een Mans dikte heeft , zynde fchoon *
hard, bruin, en glad als Marmer.
(2) Mimufops wiet digt by een gepladtjte Bladert.
De bynaam van Kauki, dat de Javaanfe naam
van de voorgaande Tamme Sooit is , wordt
door eene verplaatzing, den Ridder niet ongewoon,
aan deeze Soort gegeven. Was het niet
veel beter , dat hy hetzelve Nani genoemd
hadt, ’t welk de eigentlyke naam is van deezeü
(2) Mimufops Foliis caiifertis. Flor. Ze-jt. 117. Merrofïtle-
ros Macasfarienfis* Rumph, Amb, III. p, ip. T. 8. EuKRi.
Tl, Ind, p. 86.
O c t a n d r i a .
zen Boom op de Eilanden omftreeks Ambo ïn d ;^«—
dan hier een verkeerden naam , aan de voorige ym .
Soort eigen, op toe te pasfen ? Immers dit baart Hoofd-
niets dan eene onnoodige en onverfchoonlykeST™*^
verwarring.
R u m p h i d s telt deeze Soort onder de Yzer-
boomen en merkt hem als den voornaam-
ften daar van aan; weshalve hy denzelven, in
navolging van S c a l i g e r , Metrofideros ty-
telt. Hy komt zodanig met den Bonga-Tan-
jong overeen , dat men deeze Boomen , jong
zynde , naauwlyks van elkander onderfcheiden
kan. De Stam groeit wel zo dik , dat twee
Mannen te gelyk hem ter naauwer nood om-
vaamen kunnen. Hy heeft de Schors effener
dan de voorgaande. Hy heeft de Bladen kleiner
of grooter en dienvolgens wordt hy in ee-
nen Klein- en Breedbladigen onderfcheiden. De
Bloemen worden by die van de enkele Madelieven
vergeleeken. De Vrugten zyn grooter dan
Geneverbesfen en kleinder dan Krieken , vol
van kleine Zaadjes, naar die van de Salade
eenigzins gelykende, doch kleiner en bruin ros,
5t welk de Besfén, ryp zynde en open barlten-
de, uitwerpen.
De hardheid van het Hout deezes Boom, Yzer.
welke ’er den naam aan geeft, is verbaazende.houc*
De Chineezen noemen het Thi See of Yzerdraad,
en Jamtsfa of zout Hout, om dat het in ’t
Vuur knapt als Zout ; * t welk het niet alleen
met 4at van den Strand - Tanjongboom , maar
ook