s m
230 Z è s MANn i g e B o o m e n .
II.
A fdeel.
VI.
H oofdstuk.
Draadbom*
de Boom bezet met glinüerende roode Druppels,
als Traanen, die door de Hitte van de Zon in
weinige Minuuten ftremden tot een Harst als
het gewoone Draakeribloed der Winkelen.
B o e R H a a v e betrekt den Draakboom van
C l u s i u s tot de Palmboomen: hy geeft 5er
een gladden Stam aan , niet zeer lange neerhangende
ongedeelde Bladen. Dus komt een
Gewas in onze openbaare Kruidhoven voor ,
’t welk G o m m e l y b in de Naamlyst van den
Amfterdanifchen genoemd heeft, Pruimdraagen-
de Palmboom, met de Bladen van Tucca en eene
Tros v&n Vrugten, die de figuur van Kerf en
hebben, en een hard Afchgraauw Steentje, van
grootte als een Erwt'. Het zou dan fchynen ,
dat die Hoogleeraar de Vrugtmaaking had gezien
; ten ware Zulks van C l u s i u s ontleend
mogt zyn , die elders Van eene dergelyke Vrugt
gewaagt. Ondertusfchen hebben die Draakboo-
men, welken men in Europa heeft, in Geftal-
tc met den gemelden van Bo e r h a a v e over-
eenkomftig , en van aanzienlyke hoogte , in
Duitfchland reeds gebloeid en Vrugt gedragen.
By gelegenheid , dat zulks, nu zes Jaaren ge-
leeden, te Weenen, in de Keizerlyke Tuin gebeurde
, heeft de Hoogleeraar C r a n t z (*)
daar van een nieuw Geflagt gemaakt, onder
den naam van Storckia, dat dan de Draakboom
van
(*) De daalas Draconis Arboribus. Viennx 1768, Quarto.
H E X N D R I A *
van C lus i m W m * . hetzelvc T de ° ' ‘ a Ibeee.
dera onderfcheidcnde , welke m ’t jaar 1756 > v f.
ook te Weenen, ineen andere Kruidhof,
bloeid hadt, en door hem voor den gedagten ^
Palmboom van B o e i u ï a a v e gehouden
De Bloem van deeze was Klokvormig en groo-
te r . t|e Vrugt, naar die van de andere gelyken-
de ’ bevatte een rond, glad, witachtig Steentje,
’t welk hy zelf twyfelt o f het van dat der Storckia
verfchille; zo dat L innteus deeze beiden
voor een zelfden Boom verklaart (* ) : tenteer,
dewyl men in de laatfte bevonden heeft ,
dat de Takmaaking , die in de meefte Draak-
boomen ontbreekt, toevallig is, Men heeft
ook waargenomen, dat dezelve door overlangfe
Scheuren , die van zelf ontdaan, in ’t vroege
Voorjaar een roodachtig Sap uitgeeft, dt welk
ondroogende een hoogroode Harst uitlevert. De
Bladen zyn in deeze laatfte zo dik niet, en Smaller
dan in de gewoone; weshalve de Tuiniers
hem den SmalUaderigen Draakboom tytelen. De
natuurlyke groeyplaats wordt gefteld op de
Kanarifche Eilanden.
Het Draaken - Bloed Sanguis Dracmis , d at^ u «
i e t uiaaRE,». « Draaken
" J~“ Hl------ zyoeBioed.
j Ouden Cinnaharis noemden wegens zynefi!a
' rnn-
root
> 4 vandillt Arbor Dtaconis five Dracxna, tTwfif- 176*.
Quarto. BtKENS Draco Arbor. Gnttt, 1770. Quarto. CBA*T*.
cTueduia Oederia eadem cum.SctedulA Stored. LlUN, Man-
|ï. DEEL» II, STUK.