II.
Afdeel.
V.
H oofds
tu k «
v.
Cordia
CollococcM
Lymvrugti&
e.
VT.
Cordia
Jpincscens,
Doornige,
De Groeyplaats, zo wel als die derj volgende
Soort, is op ’t Eiland Jamaika.
(5) Cordia met Hartvormig ovaale onverdeelde
Bladen , de Bloemen eenigermaate aan
t Trosfen, de Kelk van binnen Wollig.
Hier toe wordt de Boom betrokken , welken
S L o an e getyteld h e e ft; naar een Karfenboom
gelykende . die Trosfen van Beziën draagt, de
Bloem vyfbladig , groenagtig , met Druppen ,
de Vrugt hoogrood, Lymerig, met éénen
Steen o f Korrel, het Zaad gerimpeld hebbende.
Dezelve was door onzen Ridder, weleer, ($lad-
de Cordia genoemd geweest.i Van de Lytierigheid
der Vrugt, met die der Sebesten overeenkomende
, zal B r o w n e den naam ontleend
hebben.
(6} Cordia met fpits ovaale * Zaagswys getande
, rauwe Bladen, wier Steeltjes eeniger-
- ’ ' maate gedoomd zyn.'
Deeze nieuwe Soort , uit Oostindie , heeft
de Takken Wollig en Roestkleurig : de Bladen
overhoeks , ZaagswyZe getand en Wollig, van
groot- (i)
( i) Cordia Folüs Cordato-óvatis &c. Syst, Nat. XII. T.
IL pi 17S. Collococcus &c. Erown. jam. 16 j , Cerafo - af*
finis &c. Sloan, Jam. Hist. 1, p. 95, T. 203.
(6) Cordia Foliis ovatis , acutis , Serratis, fcabris, Petioüg.
fubfpinescentibus, LtNN, MantisJ. alt, p, 206,
g ro o tte als Ker jen-Bladen. Üit derzelver oxels IL
komen enkelde Steeltjes voort, draagende eenArDy “L‘
Klokswyze Bloem, die in een dergelyke KelkHoóFD-
z it, met v y f Meeldraadjes en een enkelen S ty i,STUK*
gelyk in alle die van deezen Rang. De Vrug-
ten hebben de grootte van Aalbesfen: zy zitten
hier en daar verfpreid, en zyn zwart van
Kleur.
E h r e t i a .
Van den hedendaagfchen Kruidkundigen, den
Heer Ehret, door wien zo veele zeldzaame
Plantgewasfen , te Londen iri de Tuinen en
Broeykasfen der Liefhebberen onderhouden wordende
, ten naauwkeurïgfte in de Natuurlyke
Kleuren afgetekend , en by die gelegenheid,
ten algemeenén diehfte, door den Heer T rew
aan *t licht gebragt zyn , heeft dit Geilagt zy-
nen naam bekomen.
De éenigfte Kenmerken , behalve die van
een Bloem met Vyf Meeldraadjes en eenen
enkelden Stempel, aan deezen Rang eigen ;
beftaan in de Vrugt, welke een Bezie is met
twee holligheden , waar in enkelde Zaaden
bevat zyn van dergelyken aart: als ook, dat
de' Stempel uitgerand is.
Vier Soorten komen in dit Geilagt voor,
die altemaal tot de Boomen behooren.
I ( 1 ) Ëbre*