II.
A fHEEL.
VIII.
Hoofde
STUK-
^u.
Barb'aden •
M
Druive-
booia van
Barbados.
(? ) Druiveboom met Hartvormig ovaale ge*
golfde Bladen.
Deeze komt, volgens den zelfden, zeer 113-
• by s^n de eerfte Soort. Het is mede een Boom,
die de Bladen zeer Lederachtïg , v y f Duimen
lang heeft, met gegolfde Randen, Dé Bast der
Takken is Afehgraauw,
Deeze beide nieuwe Soorten zyn uit bet
Kruidboek van den Ed, Heer F r a n c i s c u s
a M y g i n d door den Heer J a c q u i n aan
5t licht gebragt. De laatftc kwam op Barbados
vo o r , de andere op t Vaste Tand van Zuid-
Amerika, In de Westindiën fchynt hy deeze
niet gevonden te hebben; maar wel nog drie
andere Soorten, welken hy befchryft en af-
beeldt, en daar onze Ridder geen gewag van
maakt : te weeten een fiompbladige | een geel*
b la d ig e , en een v er fchilbladige; welke laatfte
daar van den naam heeft, dat de Bladen aan de
Takken Hartvormig, aan de Looten ovaal zyn.
Alle drie waren het Boomgewasfen van by de
twaalf Voeten hoog , draagende eetbaare doch
een weinig wrange Besfen of Vrugten (*).
S a p i n d u s . Zeepbodm.
De Kenmerken van dit Geflagt zyn • een vier-,
bla-
{7) Coecolaba Foliis cordato - ovatis undiilatis, jAeQ; Enum,,
p 37. Obferv. p. 18. T. 8.
(*) Coccoloba obmbfqlia flavescens & diralïfoiia. Ar.m. p,
I14. T« 74 s 7$ s 7&
bladige K e lk , vier Bloemblaadjes : agt Mrcl-
draadjes, drie Stylen. De Zaadhuisjes Vleezig, VIII.
rondbuikig , famengegroeid
Drie Soorten zyn van dit Gewas, dat van
de Zeepachtigheid der Vrugten zynen naam
heeft en in de Indiën huisvest, bekend, als
volgt.
(1 ) Zeepboom met oneven gevinde Bladen en ^
ongedoornde Takken. Ym S r " .
De Latynfche bynaamop alle de Soorten toe-
pasfelyk zynde f wordt derhalve zeer oneigen
aan de eerfte Soort, die men bekwaamelyk door
q woord Pinnata o f Vinbladige onderscheiden
kon,gegeven. Dezelve, naamelyk, is door het
ftaan van meer dan drie Bladen aan een Steel
van de volgende onderfcheiden, of zy maakt
daar mede ééne zelfde Soort uit. Ondertus-
fchen fchynt hier omtrent, wanneer ik de be-
fchryvingen der aangehaalde Autheuren nazie,
een aanmerkelyke duifterheid te zyn , waar-
* rt i* 1_
(1) Sapindus Foliis impari-pinnatis , Caule inermi. Syst.
Nat. XII. Tom II. Gen. 494. p. 277. Hart'
Med 532- ROYFN. Lugdbat. 464. Sapindus Foliis oblongis
&c. FROWN. Jam. i$l!j Saponaria. RUM PH. Amb, 11. P* 134*
Fmnifera racemofa &c. Slo an . Jam. H 4. Hift. 11. P. 131,
Nux Americana Foliis alatis bifidrs. Comm. Hort. Am ft. p.
183. T. 94. Nucipmnifeta arbor Americana, 8cc, 1’LUK.Aim.
X. 217, f.-7. Burm. Flor. Ini. p. 91.
V 4
/