XII. H O O F D S T U K .
Befchryving van de B oomen*, wier Bloemen
twintig Meeldraadjes hebben, deswegen lco-
sa nori a genaamd, of twintigmannige, tot
welken de Gojaves , Jamboes, Perfiken, A-
mandel- ; Kerfen, Pruimen, Mispelen, Appel
Peere- en meer andere Ooftboomen, behoor
en.
D ie Plantgewasfen, waar in bet getal der Meeldraadjes
twintig of daar omtrent is, maaken,
onder den naam van Icosandria, de Twaalfde Klas-
fe uit in het Stelzel der Sexen. Zy worden, naar
het getal der Stylen of Stempelen , inéén, tw e e ,
drie, vyf of veelwyvigen, verdeeld. Onder de
Iaatften alleenlyk komen geene Boomen voor.
P s i d i ü m. Gojaves-Boom.
De byzondere Kenmerken van dit Geflage
zyn: een, Kelk die in vyven verdeeld is boven
het Vrugtbeginzel: vyf Bloemblaad jes: deVrugt
een Appel met ééne Holligheid en veele Zaa-
den.
, ’t Getal der Soorten is twee, of drie, de elften
zo wel in West- als in Oostindie voorkomende.
fO Go.
( i) Gojaves-Boom met gefireepteßompachti- .
ge Bladen, en eenbloemige Steeltjes. xil.
Hoofd-
De Gojaves , anders ook Cujavos genaamd,STÜS*
zyn zeer bekende Vrugten der Indien , waar Pßdium
van men ’er heeft die langwerpig en die rond Pytftrum,
zyn. De eerstgemelde , in deeze Soort ge- ge.
plaatst, is volgens R ümphius een Boom 4
wat krom van Stam, met lange buigzaame Takken,
waar aan de Bladen wat verward geplaatst
zyn, van figuur ovaal, zes Vingerbreedten lang
en ftomp van Punt. Deeze Bladen hebben ,
ter wederzyde van de middelrib, evenwydige
fchuinfe Ribbetjes, ’t welk dezelven zig als ge-
ftreept doet vertoonen. De Bloemen, veel naar
Appelbloeizel gelykende , komen uit de oxels
der Bladen , op één of meer Steeltjes voort.
Het groene Knopje , daar de Bloem op rust ,
verandert in eene Vrugt, welke de geftalte en
grootte van een middelmaatige Peer heeft, ryp
zynde Citroengeel van Kleur, doch men pluktze
( i ) Pftdiam FqIUs lineatis obtufiuscuUs, Pêdunculis uniflo-
ris. Syst. Nat XII. Gen 61 s , p. 539. Ffidiinn Caule qua*
drang ulo. Hort. CU ff 184.. f l .Z e y l 192, Guajava Folioruai
angulis quadrangnlis, Fru&u oblongo. Trew- Ehret. T. 43.
Ffid Fruticofura Fól, ovatis veinfis. Brown. Jam. 238. Malo
Futiicse alfinis Poraifera &c. Sroan. H iß . It. p. 163- Guaja-
va alba dulci*. Comm. Amfi i; p. m t . 63. Mek. Sar.
T. 19 Cujavus domeftica. KUMPH. Amb. I. p. 140. T. 47.
ïcla. Hort. Mal. III, p. 31 T. 34. Guajavos Fru&u palli'ds»
dalei. £URm» Z ty l. 111, Büsm, Fl, Ind, JIJ*