ïï. en Weinfiell of Bloderkirfchen , volgens T r a -
GUs; de Franfchen Griotes. Deeze zyn het,
H oofd- welken de onzen tot het maaken van Kerfen-
stuk. Wyn gebruiken , zegt B a d h i h ü s . Zy vallen
grooter en dikker dan de gewoone Kerfen,
hoog bruinrood van Kleur , en hebben, regt
typ geworden zynde , eene rinsheid, die naar
den Smaak van fommigen meer is , dan de
Sm a a k der Kerfen. Ook zyn zy zo laxeeren-
de niet. De Boom wordt zo groot niet als
de Kriekeboomen, en alleen door Entinge op
Krieken - Stammetjes voortgeteeld: daar de andere
Kerfenboomen door zaaijing van Pitten,
Uitloopers, Afzuiging o f ook op andere manieren,
gemakkelyk te vermenigvuldigen en tot
goede Boómen te maaken zyn.
L in n j e u s merkt aangaande de Kerfeboo-
men in ’t algemeen aan , dat zy de Bladen
verdubbeld en getande Stoppeltjes hebben aan
den oirfprong der Bladen ; dë Blikjes aan de
Bloemfteeltjes in drieën gedeeld , Zaagswyze
gekarteld , het middelde Bladerig : de Knoppen
aan het end der Looten Blad-, die aan
de zyden Vrugtgeevende.
x. ( io ) Pruimboom met ongefteelde Kroontjes ,
P™™* de Bladen Lancetswys' ovaal, verdubbeld, JLvium. _ c J.
Krieken- van onder en Wollig.
boom. Tot
(io) Prunus Umbellis fesfilibus , Foliis ovato. lanceolatis
eonduplicatis ftibtus pubeseentibuS. F l , S u n , II, p. 474.
Huds*
Tot deeze Soort behoort de Kriekeboom, in II»
’t Franfch Merifier genaamd , die veel hooger A™EFL»
«roeit dan de andere Kerfeboomen, ja fomtyds Hoofd.
de grootte.- byna van een Éikeboom bereikt, stuk.
Men vindt ’er door J. B a u h i n u s , onderbo^ rj £ken'
den naam van VVHde Kerfenboom met een
zwarte en roode Vrugt, melding van gemaakt,
en C. B a u h i n u s fielt hem voor, als een
Groote of Wilde Kerfenboom, met eene zoetachtige
Vrugt, die met eene zwarte Kleur be-
fmet Dus is hy ook door Ray befchreeven,
als by de Engelfchen Zwarte Kerfeboom Maz-
zards genaamd , zynde de gewoone Zwarte
Krieken ; doch men vindt ook Roode Krieken
, hoedanigen hy aanduidt met den naam
van Wilden Kerfeboom der Noordelyke deelen
van Engeland, met een kleine , roode, laate
Vrugt. De onze, zegt L i n k ä u s , heeft rood
en niet zwart Sap ; zy komt vroeg , niet laat,
en tart in grootte den Éikeboom. Zyn Ed.
betrekt ’er toe de Rouaanfe Kerfen, in ’t Franfch
jBigarreaux, die grooter dan de gewoone en bont
van Kleur zyn, zeer hard van Vleefch; als ook
die men oudtyds Buracina plagt te noemen,
móog-
Huds. Angl. 187. Cerafus fylveftris Frufhi nigro & rubro.
5. BauH. HUI. I. Cerafus major f. fylveftris &c. C. B. Pin.
4JO. C. fylv. fèpt. Angl. Fruóhi rubro , parvo ferotino. Raj,
Hiß. 1539. Variet. esfe videntur Cerafa Duracina & higa-
rella, q. Cerafus major Fruciu Cordato magno. RAJ. Hiß,
2538.
N n 5
£1, Dkfx. II. Stuk.