II. hem omftreeks Karthagena in ’t wilde groei jen-
Afmel. vonc3t } merkt aan , dat zyne hoogte zeer
Hoofd- verfchilt naar de Groeiplaats, vallende fomtyd*
stuk. tot dertig Voeten. Hy is op fommigen der An-
„^f^/^tillifcheEilanden, gelykop Jamaika, St. Domin- Jl ruim» r r ,
go , St. Marten en Kurasfau, wegens de Vrug-
ten aangefokt. De Stam is natuurlyk regt, met
weinige dikke Takken, en gevinde Bladen, die
jaarlyks afvallen, inzonderheid wanneer de Vrug-
ten ryp worden. De Vinblaadjes zyn klein ,
ovaal, doorgaans tien o f elf aan een gemeenen
Steel. Aan de Takken komen Trosjes voort
van kleine roode Bloempjes. De Vrugten zyn
langwerpig , Eyrondachtig , fomtyds ftomp,
fomtyds met een uitpuilende top. Onder eene
paarfche, o f ook geele, of gemengelde Schil,
hebben zy een geel Vleelch , dat zoet is met
eenige rinsheid; dus niet onaangenaam van Smaak ,
en bovendien zoet van Reuk : weshalve deeze
Vrugten, onder den naam van Pruimen, veel
op Tafel komen in de Westindiën.
Behalve den zonderlingen, uit Houtige Vezelen
Netswyze famengeweven Steen of Noot,
die het grootfle gedeelte van deeze Pruimen
opvult, heeft deeze Boom nog eene zeldzaame
eigenfchap. Indien men een afgefneeden T a k ,
met jonge Vrugtjes o f Schepzeltjes beladen, in
de Aarde fle ek t, zo worden dezelven dikwils
ryp. De Ingezetenen maaken Heiningen van
Stekken deezer Boomen , die zy dan nog in ’t
zelfde Jaar met Bloemen en Vrugten beladen
zien,
zien. Als deeze Boom op zekere hoogte af- IL
gekapt wordt, dan geeft hy lange Takken u it,Ar^ EL*
welke over de geheele langte met Bladen be - Hoofd«
zet z y n ; zo dat hy zig als een geheel ander stuk.
Gewas vertoont. De Engelfchen en Franfcheu.
geeven ’er den naam van Spaanfchen Pruimboom
aan. Het zyn de Pruimen Icaques genaamd,
van Rochefort, niet’, die tot het Geflagt
van Chryfobalanus behooren.
(2) Spondias met ronde Bladfieelen, waar aan ,
gladde gefpitfe Vinbladen.
Sptniiat
lutta,.
Varkens-
Deeze Soort noemt Brownè Spondias met
veele övaale Vinblaadjes, Trosfen aan ’t end der
Takken, de Schors aan de binnenzyde rood.
Geen ander verfchil fielt ’er Sloane in, dan
dat de Vrugten geel zyn. Het is de Ameri-
kaanfcheJ Pruimboom, door Juffrouw. Merian
zeerwel afgebeeld, zegt onze Ridder, die ’e r,
ik
(2) Spondias Petlolis teretibus, Foliolis nitidis acuminatis.'
Syst, Nat, X11. Spondias Folioiis nitidis. Spec, Plant. 11, p.
613. Spondias Foliis plurimis & paucioribus &c, Ukown. ^ mj.
129, Myrobalanus Folio Fraxini alato, Fruit u luteo, Sloan.
Jam. 181. f l ip , 11. p, 1*5, T. 219, f. 1,2, Raj , Dendr. 43,
Prunus Americana, Mer. Sar, T, 13. Momb/n Arbor Folio
Fraxini &c. Plum. Gen, 44, Prunus Erafilienfis Fruitu Race-
mofo, Ligno intus pro. Osficulo. Raj, Hi ft, 1 1 3 4 . Spondias
Racemis terminalibus longitudine Folia isequantibus, Jaccj.
Amer, 138. Spondias Hobos. Loefl. I t , 209, Arbor Huci
juglandi lrmilis, feu Hobos. C, B, Pin, 417,
Hh 2