490 T w a a l f m a n n i g e B o om e n .
II. Planten van deeze Klasfe niet juist twaalf Meel-
Afdeel. graadjes hebben : neen. L i n n je u s heeft
H oofd goedgevonden daar in alle de zodanigen te be-
stuk. grypen, waar het getal der Meeldraadjes meer
dan tien en minder dan twintig; derhalve tot
elf en negentien, of daar tusfehen, is bepaald.
R h i z o p h o r a . Wortelboom.
De Kenmerken van dit Geflagt worden op*
gegeven te beftaan , in de Kelk en Bloem ,
beiden, in vieren gedeeld te hebben en een zeer
lange Haauwachtige Vrugt, die' Vleezig ie aan
den Grondlleun.
Zeven Soorten komen ’er in voor, welken
ik , als tot de Boomen behoorende, altemaal
hier zal befchryven.
De Boomen van dit Geflagt behooren tot die
genen , welke natuurlyk , in de beide Indiën ,
op den Zee - Oever o f aan, de Monden der Rivieren
, in het Water groei jen, en dus de Stranden
niet alleen befchutten voor den flag der
Golven, maar ook het Land byna ongenaakbaar
maaken. Van deezen aart heb ik reeds twee
Geflagten, het eerfte onder den naam van Man*
* zie gles * , het andere onder dien van Leertouwers-
Boom f , befchreeven , en di t , wegens de ver-
464. warring zyner Wortelende Uitloopers vermaard,
en daar van den Griekfchen Gellagtnaam draa-
gende , zal ik derhalve den algemeenen naam
van Wortelboom , welke in ’t Nederduitfch by
fom-
D o d e a n d r i a. 491
fommigen gebruikelyk is , en duidelyker dan die H.
van Runboom, geeven. A fdeel.
H oofd»
( 1 ) Wortelboom , die de Bladen langwerpig stuk.
ovaal, /lompachtig , effenrandig , de Kei- r- ^
ken ongejleeld, de Vrugten Rolrondachtig- ra ‘co/ju-
Elsvomig heeft. Spaarde.
Dit is een Boom , op Ceylon groeijende ,
die de Bladen gefleeld, glad, langwerpig ovaal,
flompachtig heeft ; de Kelken dubbeld met
kleine Steeltjes : de Vrugten Cylindrifch Elsvormig
dun, uitermaate lang en knikkende.
(2) Wortelboom, die de Bladen Lancetswys'^ JP I
ovaal , effenrandig , de Wortels op de (f fmKOr
Aarde leggende heeft. iS S L ,
Dit is de eigentlyke Mangi-Mangi volgens
RuMPHi u s , die hetzelve Mangium celfum
noemt, om dat het de hoogfte der Mangles -
boomen is, en dewyl men deeze Boomen, we-
van hunnen Bast tot Leder-
begens
het gebruil
(1) Rhizophora Foliis ovato * oblongis &c. Syst. Nat. XII.
Tom, II. Gen. 592. p. 325* Anonyma. Hf.Rm. P i f f . 279.
PI, Zey l. 181. BURM. F l. Ind. 108.
( 1 ) Rhizophora Foliis ovato - lanceolatis , &o, Syst, Kat.
XII. Rhiz. Calycum laciniis perfiftentibus patentibus verfus
Frmäum incumtis. Wach. Ultr. 89. Mangium celfiim. Rumph.
Amb, III. p, 102. T. 68, Cande'. Hort. Mal, VI. p. 57. T.
31, 3i. Raj. Hiß, 1769. Bürm. Fl, Ind. 1C8,
II, Deel, II. Stuk.
Ii
-gpml
f
!® f
m ;,y
I »
i|||§
. V: %
■ Ji. i l lu
f w : — - v t ,