II. dende als zy ryp zyn, blaauwachtig zwart ,
Ajdeel. Verwencie ook het Speekzel, wanneer menze
Hoofd- gedroogd zynde kaauwt, met eene dergelyke
stuk. Kleur. Meest echter worden deeze Besfen van
\ m dd' kogels > die naar Spreeuwen gelyken, opgegeten
, en deeze zaaijen dan deeze Boomen, door
hunnen Afgang , in de Bosfchen. In de Tuin
o f Plantagie van zyne Hoog Edelheid 3 den
Gouverneur Generaal van Nederlandfch Indie,
by Batavia 3 bevindt zig , zo de Heer R i c h t
e r my verhaalt 3 een groote Witte Sandelboom.
De Stammen van deeze Boomen vallen wel
drie o f vier Voeten over ’t kruis dik, en daar aan
is zelden meer dan de helft in dikte Geel Sandelhout.
De Timoreezen plagtenze weleer eeni-
ge Voeten boven den Grond af te kappen, doch
naderhand hebben zy dezelven, op ’t verzoek
der onzen, met Wortel en al uitgeroeid, dewyl
bv den Wortel het beste Hout is,. Onder het
«roeden van deezen Boom, en zelfs kort na het
kappen, is ’er nog geen kennelyke Reuk aan ,
dien dit Hout droog wordende krygt, en, op
dat dezelve niet vervliegen zou, wordt van het
witte Spint iets daar om gelaten. Somtyds valt
het Geele Sandèl zo hoog van Kleur als Eijer-
doiren , hebbende zelfs rosfe Aderen , en dit
wordt 3 als het welriekendfte, voor het beste
gehouden.
In Indie, zo wel als in Europa, is het Sandelhout
meer om zynen Geur als om zyne kragten
in
in ffebruik. Men acht het in uixv. eene verkoelende Afdeel.„
eigenfehap te hebben , en hierom, zo wel als y j j ^
om den Reuk, maaken ’er de Indiaanen, als het Hoofd-
fyn gemalen o f geraspt is, een Pap van metSTU,r*
Water , en beftryken daar hun Lighaam m e d e .^ ^ -
Het Afkookzel, zo van het Witte als van het
Geele, dient in verdunnende , Zweetdryvende
Dranken , inzonderheid ook tegen de Venus-
Kwaalen. De Makasfaaren gebruiken het Sandelhout
niet, dan om de doode Lighaamen in
de Kisten te beftrooijen. De Benjaanen en andere
Indiaanen maaken'’er Houtmyten van tot
het verbranden hunner Dooden.
Een kort woord moet ik hier nog te berde Rood
brengen , aangaande het Roode Sandelhout. DitSandeJhout*
valt op de gezegde Eilanden niet, maar wordt
van de Vaste Kust in Water-Indie gebragt. Zeker
Heer, die tegen ’t end der voorgaande Eeuw
de Landen door gereisd hadt, daar het valt,
heeft aan R ü m p h i o s verzekert, dat de Boomen
van het Roode Sandelhout en Kaljatours-
Hout alleen in Ouderdom verfchillen. De
oudften, naamelyk , zouden het eerfte uitleveren.
De Heidenen van de Kust van Koro-
majidel noemen het Kaljatours - Hout, fchryft
die Heer , Rakta - Tsjandanam , dat is Rood
Sandel, zynde de benaaming Tsjendan, door
de Arabieren in Sandal veranderd , van hun
eerst afkomftig , en dus, met dat Hout, eerst
in Perfie en Arabie, en vervolgens in Europa,
overgebragt. By het kappen, zegt h y , geeft
het