II. Kaap der Goede Hope groei jende, die naar de
F v f L* eer^e Soort, de Weerlooze bygenaamd, zeer
H oofd» gelykt, maar de Takken niet geftreept of met
stuk. Wrattige Stippen heeft, en tusfchen de Meel-
draadjes ook geene Tandjes. De Bladfteeltjes
zyn zeer kort en niet rond. Men hadt dit Gewas
van de Kaap gekreegen, volgens C omme -
e y s , onder den naam van Zwarte Bast; wegens
den zwarten Bast, dien de Stam heeft;
zynde de Bladen als Laurierbladen van figuur ,
verdroogende en famentrekkende ; de Wrorte!
rood.
T o t deeze Soort oordeelt L i n n ^e u s ,
thans, nader dan tot de eerlte, te behooren,
dat Kaapfche Boomgewas , van zes Voeten
hoog, in t Boek van W i t s en Melkgeevende
Boom met groene Bloemen genoemd wordende ,
het welk aan de Twygen langwerpige, onget
it e ld e , dikke, geaderde, groene Bladen heeft,
met zeer korte Steeltjes, tusfchen welken vee-
!e Bloemlteeltjes voortkomen , twee o f drie
ait een zelfde Punt, ieder met een vyfbladig
Bloempje, dat lange Meeldraadjes heeft, en
waar op een ronde Bezie volgt, die ryp zynde
Maauw i s , bevattende een gefpitften hoekigen
Zaadkorrel.
( 5) Yzer-
Peduncvtlis angulatis» Ibii. p, 1?8, Padus Folüs oMongis Fruftu
fölitario. Burm. Aft. 23S. T. 84, f. p. Laiirifolia * ' ' ;3-
Co.M.M, Hort, Amft. I, p, ipy, T, lap.
(5) Yzerboom , die byna ongedoornd is, met II.
af vallende Lancetswyze , van onderen Afdeel.
Wollige Bladen , en Draadagtige Bloem- Hoofd-
fieeltjes. STUK*
In drooge Landftreeken van Karolina komts tenax.
deeze vo o r, volgens D. G a r d e n , zyndeYJ raba^ ,
een Boom van twintig Voeten hoog, met eene
witagtige Schors en zeer taaije Takken. De
Knoppen, die overhoeks liaan, geeven ieder
verfcheide eenbloemige Steeltjes ui t , tusfchen
welken langwerpige, llompagtige , van onderen
Wollige, Bladen voortkomen, die een Vinger
lang en breed zyn. De Bloemen zyn klein:
de Kelk Eyvormig , vyfbladerig hebbende, en
eene Buis van langte als de Kelk, met den
zoom in vyven verdeeld, zo wel als het Ho-
nigbakje, in de Keel van de Bloem. Het Vrugt-
beginzel , dat vyfhoekig i s , met een enkelen
Styl en Stempel, wordt een Eyronde Vrugt ,
met een dergelyken glanzigen Steen, die aan ’t
breedlte end twee gaten heeft, door een boogs-
wyz’ middelfchot van een gefcheiden. Somtyds
zyn de Takken hier en daar bezet met korte
Doorntjes. *
(6) Yzev-
(s) Sidertxylon fub inerme, Folüs dedduislanceolatis, fubtus
tomentofis, Peduneulis Ftlifoimibus, Syst. Nat, XII» Torn.
11. p. 17S. 1