ren, en een vyfbladige paarfche Bloem. De
* Kelk moet door hem dan voor de Bloem genomen
z y n : ’t welk doch wel meer gebeurd is ,
en dikwils twyfeling veroirzaakt heeft. Het was
een taamelyke Boom, waar van hy de Vrugten
niet hadt gezien. In de Bosfchen van Jamaika
kwam hem dezelve voor. P l u k e n e t i ü s
noemt het een Bezie-draagend Boompje van de
Kanarifche Eilanden , met Bladen van blaauwe
Syringen , die paarfch geaderd zyn , en eene
eenkorrelige Vruge., de Terra - mora der Spanjaarden
(*).
U l M u s. Olm- o f Ypeboom.
De vermaarde T o ü 'r n e f o r t fchreef aan
dit Geflagt eene Klokswyze éénbladige Bloem
toe, doch dit zal nu de Kelk zyn, volgens onzen
Ridder , welke hier ook in vyven is verdeeld
gelyk in de voorgaande Soort en v y f Meeldraadjes
bevat, benevens, een dubbelen S ty l;
’t welk hem dit Geflagt en het voorgaande in
den Rang der Tweewyvigen (Póntandria digy-
nia) heeft doen plaatzén. De Vrugt, zegt hy,
is een Sappeloöze , .famengedrukt Vliezige Bezie.
Weinigen, geloof ik , zouden uit die be-
fchryving de gedaante van de zo bekende platte
Zaad-
(* ) De Spa.mfchen betekenetj met dit woord, dat eigentlyk
Moerbezie - Kruid zeggen wil , de Alkekengi of Krieken over
Z e e , anders ook wel , in ’ t Engclfêh , genaamd Winter*
Cherriis, dat is Winter - Kerfen,
.Zaadhuisjes van dit Geboomte, welken wy by ^ .
duizenden van millioenen , in ’t Voorjaar, op v>
'de Straaten , Wegen en Wateren zien , op- Hoofs-
jnaaken. ’Wat gelykenis hebben die naar een ST'UK‘
Bezie ?
Van den Olm- of Ypeboom zyn door zyn
£d. drie Soorten opgegeven, waar vandetwee-
,de een Virginifche , de derde een Siberifche is.
De eerlte maakt het Geflagt van onze Europi-
fche Olmen of Ypeboom en uit.
( i ) Olmeboom met dubbeld getande Bladen , v)^us
die by het S'teeltje ongelyk zyn. EurTifchc
De bynaam van deeze Soort is beter Euro*
pijehe dan Veld-Olm, dewyl ’er alle Vcrfchci-
denheden der Olm-en Ypeboomen, in ’t algemeenonder
begreepen zyn. Men onderfcheidt,
naamelyk , in de eerfte plaats, de Olmen van
<le Ypen , en dan zyn ’er van beiden nog ver-
fchülende. P l i n i ü s heeft reeds van vierder-
Icy Ulmi gewag gemaakt. - De Grieken, zegt
•hv, kenden ’er twee, een Berg-Olm, die uit-
vpbreider was , en een Veld-Olm, die als een
Ilecftcr groeide. De derde Soort, door hem
de
( t) trimus Foliis cluplicato - Scrrat's , Bafi inxqualibus. Syst.
Nat. Xl l. Tom. 11. Gen. 313. p» 198. Ulmus Fruftu mem-
branaceo. Hort. Ciiff. 8.3, Fl.Suec. zi<> ,zz6. Mat. Mei. io j .
ROYEN. Lugdbat. 2’-3. BAUB. Paris. 82.. Ulmus Campestris
& Theóphrasti. C. B. Pin. 24«; Uimus. Dob. Pmpt. 337.
DOD. Kruidt, p. I3'°9*
N 4
**ü