39* T ï ENMANNICE Boomeh.
A f d m l w a a r Van H e r n a n d e z onder den naam van
X. ’ C°atli 8esvag maakt, dat een Waterflang bete-
Hoofd- kent, zeggende, anderen heetenze Tlapalezpatli ^
tT^ ‘ dat is hoogrood Geneesmiddel van het Bloed.
h m . ■ T o u r n e f o r t befchryft hem dus. , , Hy
gelykt in Hout en grootte naar een Peere-
» hoon); de Bladen, overhoeks aan de Takken
ij groeijende , hebben de gedaante van die der
,, Ciceren , maar zyn dikker, een half Duim
P i lang, vjer Lynen breed, niet gekarteld, van
,, boven donker groen, en met zagt Dons be-
v Iptengd , van onderen een Zilverglanzi-
,, ge Wolligheid hebbende , met een dikkere
,, Rib in ’t midden.” De Bloeipen zaten pp
den top der Takjes $ welken , als uitgedroogd
rynde, hy niet befchryven kop. Heri? a n -
d e z noemtze verflaauwend geel, klein, langachtig
en Aairswyze famengehoopt. De Reiken
in yyven verdeeld , naar een Korfje gely-
kende, zyn met een rosfe Wolligheid overtop-
gen. Hy groeit in Nieuw Spanje.
Het Hout, dat men Graveelhout noemt, is
tegen dp Ongemakken der Waterwegen aange-
preezen. Het dryft, naamelyk, de Pis zagtelyk
af; beneemt dezelve haare fcherphpid tevens en
ontbindt de Slymige Verftoppingen. Klein gekapt
of gefneeden Iaat men het in laauw Water
cenige Uuren aftrekken, en dan het Aftrekzel,
tot een Bierglaasje vol, met een nugtere Maag
gebruiken. Dit Aftrekzel, blaauw of geel naar
dat pien het tegen ’t Licht befchpuwt, is wegeus
gens zyne fchoone verandering van Kleuren M»
vermaard. x . -
Hoofd-
(5) Guilandina , die ongedoornd ir, met dub-stuk.
beid gevinde Bladen , die van agteren e» „
aan t end enkeld gevind zyn. Hou*.
Kanada-
Veelbladig ongedoomd Bonduc van Kanada, ^
Mannetje en Wyfje, wordt deeze van Du H a-
me l , in deszelfs Werk over de Boomen, genoemd.
LiNtfAEu? geeft ’er derhalve den
bynaam van Dioica, dat is Tweehuizig, aan,
welke immer zo wel zou pasièn op de voorgaande
Soort.
G u a j a c u m .
De Kenmerken zyn, een vyfbladige Bloem»
wier Blaadjes ingeplant zyn in eene Kelk, die
ongelyk in vyven verdeeld is. De Vrugt een
hoekig Zaadhuisje met drie of vyf Holligheden.
Drie Soorten komen in dit Geilagt voor, als
volgt.
( i) Gua-
' ( j ) Guilandina inermis , Foliis blpinnati*, bafi apiceque
fimplicitet pinnatls. Gen, Plant, i . p, 513, Bonduc Oanaden- fe polyphyllum non fpinoftun , mas 9c ftemina» Du Hamïü.