Ö. ze doorgaans voor de rypheid af, en laatze in
murw wofden , om dat zy alsdan linaake-
HoofD' lyker zyn; even als dit met onze Poiribigneurs
stuk* en andere Peeren gefchiedt. Het Vleefch is anders
wat hard, doch zonder iamentrekking, en
de Schil zo dun, dat men ’er die, onder’t eeten
niet behoeft af te doen; maar de Pitjes, in het
midden, zyn wat hinderlyk en de Hooy- Reuk,
daar deeze Vrugten zelfs een Kamer mede vervullen
, niet aangenaam.
Zeer fraay is een Tak van deezen Boom ,
met de Vrugten, door E h r è t in Afbeelding
gebragt en door T r e w genoemd Guajava ,
met vierhoekige Takken en eene langwerpige
Pïugt (*). Van geen van beiden vind ik een
blyk in de aangehaalde Afbeelding van Juffr.
M e r i a n , die aanmerkt, dat deeze Boom te
Suriname zo hoog als een Appelboom in Duitfch-
land groeit. Op Malabar valt hy wel twintig
Voeten hoog, met eenen regten Stam, van anderhalf
Voet dik, zynde ftcrk getakt. Men noemt
hem aldaar Pelé , en Pera op Ceylon , alwaar
hy döor de Pcrtugeezen zou overgebragt zyn.
Hier fchynt de Vrugt witachtig o f bleek te vallen
; doch dit verfchil maakt de trap van ryp-
héid , volgens R üm p h i i j s , en waarfchynlyk
heeft dezelve ook invloed op de Kleur van het
Vleefch, dat in fommigen Bloedrood, in anderen
( * ) Guajava Ramit quadrangulis FruFfu obUngo; niet ge-
lyk LinnjtoS het aangehaald heeft ; met de btekja dir Bidden
Vierkant,