244 Z e s m a n n i g e BóOMEfr.
r II.
'Afd eel .
VI.
H oofdstuk.
wils zeer hoog wordt, zegt J a c q u i n , heb-
bende eenen regten Stam, die in een dunne
Schors eene witachtige zclfftandigheid bevat,
vol van een Waterig, Lymerig , Ballamiek
V o g t , dat Terpenthynachtig ruikt. De Bladen,
die ovaal met een pünt, glanzig, effen-
randig, gefteeld en anderhalf Duim lang zyn ,
liaan met hun drieën , vyven, zevenen o f en-
keld aan een Steel. Hy heeft kleine, Reuke*
looze, witte , Bloemen , aan Trosjes uit de O-
xels der Bladen voortkomende, en op verfchei-
de manieren gefchikt. De Vrugten zyn groen,
paarfch , o f fomtyds van gemengelde Kleur :
(nooit hadt hy dezelvenjblaauw gezien, gelyk
zy in de Afbeelding van C a t e s b y voorkomen,)
en meer dan andere deelen 'tdes Booms
met Balfem bezwangerd : de Zaaden fómtyds
driekantig, glanzig, van eene Vleefchkleur.
De Vrugtmaaking is in dit Geflagt verfchil-
lende. Op Kurasfau heeft die Heer Boomen
gezien, met Bloemen en byna rype Vrugten
beladen , die de Kelk in vyven verdeeld , v y f
Bloemblaadjes, agt Meeldraadjes, geen Styl en
den Stempel byna in drieën gedeeld hadden.
By Karthagena heeft hy ’er waargenomen, die
lange Trosfen van dergelyke Bloemen hadden,
maar deeze misdroegen altemaal. Hier onder
groeiden andere Boomen van ’t zelfde Geflagt,
waar van alle de Bloemen zodanig waren, als
in de Kenmerken befchreeven is , aan zeer
korte Trosfen groei jende. Moet dan deeze
Boom,
H E x A N D R I A. 245
Boom , zegt * * * * * * f ”«™ 1 wotdenAd L :
of Ve e lb edd ig? Dit laatfte denk ik met : want VL
die Bloemen waren van beiderley Sexe , wel-Hooro-
ke, om een my onbekend gebrek, overal mis-STUK*
droegen. Ik heb derhalve een Zesmannigen
vrugtbaar , een Agtmannigen onvrugtbaar , en
bovendien eenen gevonden, die zesmannige
Bloemen, welke zo ik meen vrugtbaar waren ,
en onvrugtbaare agtmannige' te gelyk droeg.
Tienmannige , dat is met tien Meeldraadjes ,
welken B r o w n e verzekert gezien te hebben
, o f vyfmannige , hoedanigen het Geflagt
van Piftacia vereifchte, waren zyn 'Ed. nooit
voorgekomen,
Het'Terpenthynachtige Sap, dat in de Stam
en andere deelen van deezen Boom vervat is ,
verhardt tot een fqort van Gom o f liever
Harst, zynde bruin en zo dik als Terpenthyn.
Men houdt dezelve voor een zeer goeden
Wond-Balfem, welke van veel gebruik is voor
jjg Paarden, zegt C a t e s b y , die verzekert ,
dat deeze Boom gemeends op de Bahama’s .E i landen.
De Heer J a c q o i n vondt hem op
verfcheide Eilanden van de Westindiën en aan
de Vaste Kust. Hy wordt thans voor den Gom
Elemni Boom gehouden (*).
In ’t jaar 1713 is de eerfte maal van Cayen*s;marouba$
ne een Bast in Europa gebragt, die men Sima-*ist'
rou'
(+■ ) Amosn, Acad. VOL, VIL P. J*.
Q. 3
tl. DEFL. II. STUK.