IL
A fdeel.
I.
H oo fd stuk.
Eigenfehappen.
Tikte.
Hcefters en Kruiden, verftaa ik zodanige Plant-
gcwasfen, als men gemeenlyk dus noemt; die
naamelyk een enkelen Houtigen Stam hebben,
van aanmerkelyke hoogte, en ten minfte eens
Mans langte overtreffende. Die Plantgewas-
fen, wier hoogte in ’t geheel minder is dan
zes Voeten , al hebben zy eene taamelyke Boom-
agtige Geftalte, zal ik, met alle de kleinen,
welke verfcheide Telgen uit éénen Wortel uit-
geeven, onder den naam van Heefiers, in de
volgende Afdeeling befchryven. Men begrypt
nogthans ligt, dat hier in de allernaauwkeurig-
fte onderfcheiding niet plaats kan hebben , zo
min als men die in de gewoone manier van
fpreeken waarneemt.
Van de Eigenfchappen der Boomen heb ik ,
in de Inleiding der Kruidkunde , reeds nu en
dan gefproken. Ik zak daarom hier niet ftaan
blyven op de famen {lellende deelen o f het
maakzel van den Stam, de Wortels of Tak ken
der Boomen , noch op het gene derzel-
ver Bladen, Bloemen en Vrugten, betreft, als
waarvan reeds door my in ’t voorgaande Stuk
breedvoerig is gehandeld. Alleen zal ik van
de dikte en hoogte dér Boomen , tot vervulling
van ’t gene daar van in ’t voorgaande Stuk
gezegd is, thans wat breeder fpreeken.
Men vindt in de Hiftoriën berigt van verfcheide
Boomen van eene aanmerkelyke Dikte.
Een Peereboom , in Engeland, hadt eenen
Stam van agttien Voeten omtreks 3 en leverde
Jaarlyks zeven Ton Peeren uit. Holle H*
Wilgeboomen.heeft men gezien, die anderhalf- AFDEEL*
maal zo v e e l, dat is negen Voeten dik wa- Moofd-
ren. De Lindeboom , daar R a y van fpreekt,STUK*
hadt eenen Omtrek van zestien 'Ellen , en
moet derhalye dien Duitfchen, waar van gewag
gemaakt is * , in Dikte veel overtroffen hebben. * i. stuk>
Die zelfde Autheur hadt eenen Ypeboom in * 1 °*
Engeland gezien , van zeventien Voeten mid-
dellyn , en fpreekt van eenen Taxisboom van
omtrent twintig Voeten dik. Dit komt nog
niet by de Dikte ,der Eikeboomen in Duitfch-
land , alwaar men ’er gevonden heeft van dertig
Voeten over - ’t kruis. De Heer A d a n -
son heeft aan de Kust van Senegal Boom-
flammcn gemeten van agtenzeventig Voeten
omtreks., dat is omtrent vyfentwintig Voeten
dik , hebbende eene Kroon van honderdzestig
Voeten middeilyn (*),
Men z a l, derhalve , eenigszins geloof kun-ft Mon-
nen Haan aan de Berigten van andere Reizi- Grootte»
gers, die tusfehen de Niger en Gambia, aan
die zelfde Kust yan Afrika , Boomen gevonden
hebben,. welken zeventien Mannen, elkander
de Hand geevende , naauwlyks omvaamen
konr
è j Gedagte Heer rekent van ongevaar 27 Voeten; ge-
lyk hy altoos, in de berekening van de Dikte der Boo-
men, meer dan ten derde van den Omtrek neemt . daar het
doch , volgens de bekende ruuwe evenredigheid van de
Middeilyn tot den Omtrek , als 7 tot 22, minder dan een
derde moet zyn , dewyl 7 minder dan een derde van zz is,
A 3