, R> Zaadjes , die overlangs leggen in de Schcede en
.x-DEEU fy ne Zilveragtige Draadjes uitgeeyen, geelagtig
Hoofd- groen o f ros van Kleur. De Schors is als een
Stük* Maagverftcrkcnd en Windbreekend Middel in
gebruik.
Dcezë Malabaarfe Pala is eeii zeer hooge
Boom, met wyd uitgefprejde Takken en diepe
Wortelen'; doch de Gitrbenbladige Tabernxmon-
tand, welke de Heer J a c q ü i n in de West-
indiën, Op Martenique, waarnam , is ilegts febn
Boompje van agt Voeten hoog , met eenen
regten Stam , en gegolfde Bladen 3 die fterk
geaderd zyn en wel5 groen, doch zodanig dat
de Melk , die dit gehecle Gewas bezwangert ,
daar 4 als ’t Ware, fdiynt doof te blinken* Op
de Bloemen 3 dié wit en aangenaam van Reuk
zyn , Volgen groene Zaadhuisjes, waar men de
Zaaden, dié rimpelig én bruifi zyn 3 in eene
Oranjekleurige Pap geplaatst vindt* De Fran-
fchen noemen dit Bois Laiteux o f Meikboomp-
je.
tu (2) Taberntemontana met gepaarde Jlompagtig
Laurifoiia. ovaale Bladen,
Launer- . .
bladige.
Hier wordt de Heelteragrige met gladde ovaa-
Je
(i) Tabernamontana Folüs oppofitis ovallbus obtufiuscu-
lls. Syst, Kat. XII. Tom. II. p. 191. Tab. Laurifoiia Flore
albo Fru&u rotundo» Amm. Herb. 212. Neriura arboxeum
&c. Sloane ‘Jam. 154. Hist. II. p. 162. T isó. f. 2. Ta«
bernaemontana frutescens Folüs nitidis ovatis Yenofis. BRoWX»
Jam, 182, JACXJ. Amen p, 39.
ie geaderde Bladen van B r own e t’huis ge- tfc
bragt door den Heer J a c q u i n , die dit Ge- Afi^ e£*
was als een Boompje van v y f Voeten hoog, Hoofd*
dat Melkagtig en Takkig is , met zeer wekie-stuk.
kende geele Bloemen en groene Vrugtcn, in
de Westindiën waargenomen hadt : maar de
Bóomagtige Oleander, van S l ö a n e , hier door
L in n a-: ü s aangehaald, was veel grooter. Aan
de Oevers van Rio Cobre, op Jamaika, was
die denzelven voorgekomen als een Boom van
vyftïen Voeten hoog, met een Stam zo dik als
eens Menfchen Been, hebbende een witagtige
Schors, gelyk ook de Takken, die mee$tal krom
waren , aan ’t end bezet met glanzig groene Bladen
3 van vier Duimen lang, zeer fterk geaderd.
iJe Bloemen die geel waren, op Takki-
ge Steeltjes , uit de oxels der Bladen voortkomende
, en zeer welriekende, waren als omgedraaid
(*) , en werden gevolgd van lange
Hulzen, als twee Hoornen op de Steeltjes zittende,
zegt hy , gelyk in de overige-Olean-
•ders.
(3 ) Tabernsemontana met de Bladen oyerhoeks m.
en eenen Boomagtigen Steel.
D e ' *
(*) Dit zal waarfehynlyk de oirfptong zyn van die zonderlinge
Natuuüyke Orde van Conto? ti , (zie bladz, i 85 t
in ’t voorgaande Stuk) om dat die Plantgewasfen, naamelyk,
jde Bloemen als om^draaid hebben. ; ,
(3) Tabernamontana Follis alternis , Caule Arborescente.
' Syst, Nat. XII. Tom, II, p, 19,1. BURM, Fl. Ind. p, 69. Cl#-
tutu . Pala. Hort. Mal. I, p, S3. T. -fS, B Aj. 1UJI, II. p. 17 Si?