N
9M
IT.
A fdeel.
V .
H oofd-
STUK.
ven , eh derhalve weinig gebruikt worden, daft
door de Indiaanen , en meest by Vifch gekookt.
De Mangas Stinker - Boom draagt ronde
Vrugten van wel een Vuistgroot, die ook
eetbaar, doch wat Harstagtig en dus heeter dan
de regte Mangas z y n ; weshalve zy in de genen
, die hitte o f fcherpheid in ’t Bloed hebben ,
dat zig door KoortfCn o f uitwendige Sweeren
openbaart, niet Veilig te gebruiken zyn. Men
merkt aan, dat deeze Boom zeer fchadelyk in
de Tuinen is , dewyl hy zo veel Voedzel naar
zig trekt, dat ’er rondom denzelven niets gröei-
jen wil. Ook zyn de Mangas - Böomén, in ’t
algemeen , op Ambon en elders in Water-In-
die , zeer bemind , om in de Straaten te planten
, dewyl zy door hunne Vogtigheid het overslaan
van de Vlammen naar de andere zyde beletten,
en dus dienen tot Ihiiting van den Brand.
Z y worden dan wel, door anderen te dienèn,
zelf verteerd; maar fpruiten, afgebrand zynde,
wel haast weder uit , eh herleeven dus als uit
hunne Asfche. Ten andere Boom, die op Java
Wani, genoemd wordt, draagt langer Vrug-
teh, niet van eenen zo Herken Reuk en minder
h e e t, ook fmaakelyker; zittende Jiet Vleefch
aan eene langwerpige Noot o f Schaal, van vier
Duimen lang en twee Vingeren breed. Dit
-is te Batavia een gemeene Vrugt, die ook voor
gezonder gehóuden wordt dan de Stinkert.
' H i r -
H l R T E L L A . . I3t’ . Afdeel»
, • V .
De Naamsreden van dit Geilagt is van de ruig- HoOFD.
heid der jonge Takjes afgeleid. De Kenmer- stus.
ken beftaan in eene vyfbladige Bloem : zeer
lange , fpiraale , blyvende Meeldraadjes; den
Styl zydelings. De Vrugt eene Bezie met één
Zaad. .
De eenigfle Soort ( i ) , daar in voorkomende, r.
is door den Heer J a c q u i n in de Bosfchen jlmericana,
van Martenique , aan de Oevers der Beéken ^
en elders , waargenomen. , Het is een Taklige
Boom , van twintig Voeten , zegt h y , of dik-
wils minder hpogte , met langwerpig ovaale ,
gefpitfte, onverdeelde, glanzige, gedeelde Bladen
, overhoeks geplaatst, v y f Duimen lang.
De Bloemen zyn zonder Reuk, met witte Blaadjes,
de Meeldraadjes en den Styl kruislings geplaatst
, maakende losfe, ruige Trosjes , van
een half Voet lang, aan ’t end der Takken. De
Vrugt hadt zyn Ed. niet ryp gezien (* ) .
P L E C-
( i) Hirtella. Syst. Nat, XII. Tom. II. Geit. 277- p
Hort. Cliff. 17. Frutex innominatus. Marcgr. Bras. 7S. f .
z , ma!a. Jacq_ Amor. p. 8. T. S*
(*) Te vooreti hadt LiNn-eus dit Gewas, gelyk de Heet
Jacquin nog doet, als maar dtie Meeldraadjes hebbeade, ouder
de Triandria geplaatst.
L 1
tl. Deel» II, Stuk*