IL
A fdeel»
V.
H oofdstuk.
u.
Morin Ja
Git r if o lid*
Breedbia?
flige.
(2) Braamboozen - Boom , die Boomqgtig is y
met enkelde Steeltjes.
Deezen noemt R u m p h i u s de Brecdbladigs
Bancudie Boom 5 en zegt, dat ze het Wyfje
geheten wordt, ’t welk echter geen eigenfchap
heeft. Ik weet ook niet, om wat reden L in-
N/EUS deezen in ’t byzonder Boomagtig noemt,
daar hy den Stam, volgens gezegden Autheur,
zo hoog en regt niet, als de voorgaande, maar
dikker en meest bogtig, mét een donkere Schors
heeft. Hier zyn de Bladen ten minften een
Span lang en breeder dan die van den anderen
, zo dat zy naar Citroenbladen gelyken ,
donker groen,' met een zwaaren Reuk, als de
Vlierbooms Bladen. De Vrugten,. van derge-
lyke geftalte, als gezegd is , zyn in deeze veel
grooter, omtrent als een middelmaatig E y , en
zo bitter niet als die anderen , ook Sappiger
van Vleefch : des zy van de Inlanders wel gegeten
worden. Het Hout heeft weinig roods en de
Wortels zyn tot verwen niet dienftig, Men
vindt deeze Soort zo zeer niet in de Bosfchen
maar meest omtrent de Negeryën en Bouwlanden
, wordende ■ ook in de Hoven, wegens
zyn
(2) Morinda Arborea, Pedunculis folitatüs. Flor. 2?eyt. ?a
Morinda Malabatica amplisfimo Citri folio. Vatll. Mem, de
FAcad. des Sciences. 1722. Bancudus latifolia. Rumph» Amb.
l i l . p. ij8 . T. 99. Coda - Pilava. Hort, Malab.l. p. 97.
T. 5 2. R/wj. Hifi. 1442. Arbor Conifera, Macandots Javanen»
fium, Bont. Jav. 97. Bur.m. Flor, Ind, 52.
P E N T A N D R I A . I03
zyn Medicinaal gebruik, .dikwils aangekweekt.
Men neemt , haamelyk , van de groodte Bla- FDy £L*
d en, ‘die fomtyds twee Spannen lang vallen Hoofd-
en ééne Span breed. Zulke Bladen, met Klap-STUK*
pus-Dly befmeerd zynde en tegen ’t Vuur ge*
warmd , worden op de Rug , Buik o f in de
Lendenen gelegd, om de Pyn te verdryven ,
die in de Bekleedzelen, Spieren o f inwendig
plaats heeft. Op de zelfde manier gebruikt men
dit Middel tegen de Perfing en Roode Loop.
Het is by de Indiaanen zeer geagt. Tegen
st Pynlyk Wateren geeft men ’t Sap van de
Vrugten in.. De Vrugt van den Macasfarfchen
Bancudie-Boom, aldaar Baya genaamd , is zo
groot als een zwarte Limoen, en,wordt veel
raauw, als Komkommers, tegen de Miltzugt
genuttigd. B o r ï i ü s noemt deezen Boom in
’t Javaanfch Maccondou o f Maccmdou, en pryst
de Vrugt tegen de Bloedfpüuwing', hebbende
de Bladen, in ’t Batavifch Hospitaal, met vrugt
uitwendig gebruikt, tot het geneezen van Wonden
en Vetzweeringen. De Heer J. B u r -
m a n n u s verzekert, dat het de Coda-Pilava.
van den Malabaarfchen Kruidhof i s . ;
(A) Braamboozen - Boom , die neder har kende rrr.
Morin,
iS« Royoc.
Aan
(3) Morinda procumhens. Hort,. Cliff, 73. Roven. Lugdhat.
G 4
H. Deel,, n. Stuk*