ïï* de Styl als een Draad , langer dan dé Meel*
Fjn * draadjes, met een geknopten Stempel.
H oofd- Maar èéne Soort is van den Olax be-
STUK' - kend ( i ) , die de Ceylonfche genoemd wordt,
'Zcv tonica .8$$ van Ceylon in Oostindie afkomftig zynde.
f S yloa" ^ M uf mm Zeykinicüm van H e r m a n *
n u s voert hy den naam van Ceylonfchen Drek-
hoorn , die Eikels draagt, Mella - hola genaamd.
Men vindt ’er bygevoegd , dat de Cinghalee-
zen de Bladen van deezen Boom met. Azyfi
ceten , gelyk wy de Slaa hier te landej Elders
vind ik gemeld , dat de Takken geelag-
tig zyn ; de Bladen ovaal, glad , ongcaderd ,
ongekarteld, met Steelen, overhoeks geplaatst*
Üit de oxels der Bladen komen zeer korte ,
eenigermaate Takkige, Steekjes voort , die
waarfchynlyk de Bloem draagen en daarna de
Vrugten.
stinkhout. De fedeq van den zonderlingen naam deezes
Booms is , dat hy het Hout, ’t welk de Kleur
en Reuk van Menfchelykcn Afgang h e e ft,
uitlevert. Dus heeft hy ook den Latynfcheft
naam Olax van den Stank, dien dit Hout uitgeeft,
bekomen. Men noemt hetzelve Stink-
o f Stronthout. De Heer R i c h t e r s , als
tweede Chirurgyn in ’e voorleeden Jaar van
Batavia overgekomen , en aldaar lang zo in de
Apo-
( i ) Olax. Syst. Nat XH. Tom. II. Oen. 45. Flor. ZeyL
34, uiman, utcad, T. p, sgy. Aibor Stercoraria Zeylanlca
Glandifera. B»’».vr. Zcyl, ze, ilella- holla, Mus. Zcyl.
Fl. Ind. p. 15.
Apotheek als in ’t Hospitaal gediend hebbende, i l -
verhaalt, dat het Afkookzel van dit Hout, een A™E[:r-
onaangenaanie Zoutige Smaak hebbende, het Hoofd-
voornaamfte Geneesmiddel der Ingezetenen is stuk.
in Heete Koortfen. Dit Hout wordt van hun Ca-
joe-Tey genoemd. Het ExtraBum Gummeo - ReJl~
nofum, door hem zelf daar van gemaakt, heeft
hy mede gebragt, onder andere zeldzaame Dro*
geryën,
R U M P H I A.
r De naam is naar den vermaarden R um*
p h 1 u s , die de Natuurlyke Hiftorie , inzonderheid
wat de Plantgewasfen van Oostindie
betreft, zo ongemeen verrykt heeft, door onzen
Ridder aan dit Geflagt gegeven.
De Kenmerken van hetzelve zyn, behalve
de drie Meeldraadjes en enkelen Stempel , drie
Bloemblaadjes , de Kelk in drieën verdeeld ,
en eene Pruimvrugt me: drie holligheden,.
De eeniglte Soort ( 1 ) , die den bynaam van j.
Arribonfche krygt , zoude de Tsjem - Tani van
Malabar z y n , een Boom van groote uitge-/5- ,
f . . . , Ambonllrektheid
, volgens de befchryvmg m de Ma-fche,
labaarfche Kruidhof, met een dikken Stam, die
een ruuwen Bast heeft, van buiten Afchgraauw,
van
(1) Rumphfa. Syst. Nat. XII. Tom. II. Gen. 47. p. 73.
Myxa Vyriformis Qsficulo trlspetmo. Raj Hist. 1556. Tfiem-
Tani. Hort. Mal. IV. p. 2 T. 11. Fl. Ind. p, is.
U. Dïlfc, II. STÜK,