II. veel niet als van de Tamme Peereboómen, waar
P & t Van men ers °P een Hofftede by Harderwyk;
H oofd- volgens den Hoogleeraar D. d e G o r t e r *
stu k. omtrent honderd heeft. In het Hoveniers-
icm!re' Woordenboek van den Heer M i l l e r worden
’er tagtig öpgeteld.
Men ónderfcheidt dëèzfe Boomen , naar den
tyd der aanryping van de Vrugten, in drie Hoofde
foorten , van Zomer-, Herst- en Winter - Pee-
ren. Van de eerften telt T o u r n è f o r t
zesentwintig; van de tweeden vierentwintig, ert
Van de laatftén vierendertig Soorten, meest met
Franfchè naamenonderfcheiden. Naar de hoedanigheid
Van de Vrugt, worden deeze allen
wederom in Boterachtige fappigé o f licht fmel-
tende in de Mond: in vaste o f minder fmelt-
baare en in harde o f Korrelige verdeeld. Sommigen
zyn ’er die aan den Boom, anderen die
door ’t leggen ryp eh murw worden, derhalve
raauw eetbaar, en hierom Tafelpeeren genaamd:
veelen , inzonderheid van de Winterpeeren ,
moeten gebraden , o f gedoofd, ja dikwils lang
gekookt worden, om fmaakelyk te zyn, heë-
teride daarom Stoof- of Braadpeeren, en ecnige
weinigen hebben den aart der Wilde Peeren ,
dat zy het , naamelyk, nooit worden. Ongemeen
hangt de hoedanigheid af van den Grond,
het Klimaat en Saizoen. Ondertusfchen is het
zonderling, dat zy niet aarteö in de heete Lugt-
flreek. Gedagte Verfcheidenheden zyn alte-
maal uit Zaad geteeld , het welk ’er dagelyks
nog meer uitlevert, wordende deeze Plantfoe- II.
nen door Enting of Oculatie tot tamme Vrugt-
draagende Boomen gemaakt. Veelal ent men Hoofd*
hier de Peeren op Haagdoorn, en door Ocu-STUK*
latie kan men zo veelerley Peeren * als m e n ^ ^ ”
wil, op éénen Stam bekomen.
De Heer L i n n j ü s telt vier Verfcheideh-
heden, als aanmerkelyk- van den gewoonen trant
afwykende, op. De eerfte, door hem genaamd
Pyra Falernd, beVat de genen die de Franfcheri
Bergamotta noemen; Deeze komen naast met
onze Sappige Groentjes overeen, en Verfchil-
len in de figuür niet alleen, welke Appelachtig
rond i s , maar ook in Kleür gtootelyks van de
Suikerpeeren, by voorbeeld, en dergelyken. Z y
werden by de Romeinen Koninglyke Peeren
genoemd, wegens haare lekkerheid. De tweede,
onder den tytel van Pyra Pompejana, behelst
de zogenaamde Bon Chretiens, die in
Vrankryk den eerften Rang hebben onder de
Peeren, doch hier te Lande zelden genoeg aan-
rypen; hoewel de Gezegende Peeren, P oir es de
la Reine of Konihgihne - Peeren genaamd, dikwils
daar voor genomen worden. De derde
Verfeheidenheid, Pyra Favonia getyteld, bevat
de zogenaamde Peeren van Jefüs o f roode
Moskadel - Peeren , tot welken de Saffraanpee-
ren , Kaneelpeeren en dergelyken fchynen te
behooren. De Gratiool - Peeren eindelyk, die
men ook wel Pond-Peeren noemen, om dat
zy dikwils een Pond weegen , zynde tevens
by