II.
Afdeel.
xii.
Hoofdstuk.
Pruimboom.
meenlyk Witte Pruimen en Eijerpruimen, komen
groote en kleine voor, Dubbelde en En-
kelde Boeren Witte genaamd , die ongemeen
fappig, geurig en lekker zyn. De groene Pruimen
, of Mirabellen , inzonderheid de Dubbelde
, zyn ook niet onaangenaam, zo min als de
Abrikoos - Pruimen, geel van Kleur, met roode
Stippeltjes. In Engeland heeft meh ook Perfik-,
Dadel-, Noote Moskaat-, Kaneel- en Peer-Priij«
men; naar de figuur of fmaak der Vrugten :
anderen Tarw * Pruimen genaamd naar den tyd
•der aanryping: als ook Marokkifche, Barbari-
fche , Turkfche naar de afkomst , en Prinfe*
Pruimen, wordende het laatfte ryp.
Onder de gedroogde Pruimen, die men in de
Winkelen verkoopt, is ook een aanmerkelyk
verfchil. Tweederley van deeze zyn in ons
Land gemeen : naamelyk de ronde Franfche
Pruimen , die zuurder zyn , en de Duitfche
Pruimen o f Pruimen uit de Levant, die langer
en zoeter zyn, en geweekt of gekookt meer
uitzwellen. ’ Z y voeren den naam van Prima
Tfamascena , alzo zulke meest te Damaskus in
Syrië plagten ingefcheept te worden', en daarom
noemt menze ook wel Pruimen van Damast.
De Steenen van deeze zyn meer plat
dan rond. Men houdtze voor meer laxeerende
dan de Franfche, voorgemeld ; des ook in fom-
mige Voorfchriften van het Diaprunum der
Apotheeken de Pruna Damascena worden geeifcht;
I C O S A N D R I A . 573
eifcht; doch anderen Hellen maar p ra ch tig
zoete Pruimen. De Hongarifche en Prunes XII-
Dattes of Dadelpruimenzyn nog lieflyker enST° °FD"
veel raarder. Pru;m.
Eindelyk behooren hier ook de Prunellen or bmm,
Prumellen , die ons in Doozen gekonfyt, van
den Steen beroofd , uit Provence toekomen ,
en van eene zeer egaale, zoete, verfrisfchen- .
d e , rinfe hoedanigheid zyn ; zo dat zy op
zig* zelve niet alleen voor den Smaak, maar
ook voor de droogte van den Mond in kranke
Menfchen dienen. Men gebruiktze ook
•wel in de Nagerechten. Deeze noemt men in
’t Franfch Brignoles, en zekere Stad in Provence
genaamd Brignole , omftreeks welke zy overvloedig
geteeld worden, voert er, zegt men ,
den naam van; wordende deeze Pruimen, in de
Over • Alpifche Taal, Brignes geheten (*) Men
vindt ze evenwel ook in onze Tuinen, *£egt
B a ü h i n d s .
Voorts worden hier toe betrokken de Pruimen
, die men Myrobalanen genoemd vindt,
door C l u s i u s afgebeeld, van welken die
Autheur drie groote Boomen in dé Keizerlyke
Tuin gezien hadt , zonder te kunnen ontdekken
, van waar dezelven afkomftig waren. De
Stam,
(*) Piuna ex flavo rufescentla mixti Saporis , gratisfima,
C. B. Pin. 443* Prunus Brignonienfis Fru&u luavisiinw.
Tournf. Inft. ó 2 z . Prunus Brignola. Linn.
II. Dsel. II. STUK.