3<fo N e g Enmanni g e Boom en.
'AfdL f TeIykhekl van KIeur in f°mmige van deeze
IX. ’ Harst aan toe te fchryven zy.
Hoofd De Benzöin heeft niet minder vlugge deelen
'8TUK* dan de Kamfer, doch is daar in aanmerkelyk ver-
fchillende, dat zy door Chemifche Opheffing haar
Wezen verliest, veranderende in zogenaamde
Bloemen, welke veel flerker en fcherper zyn,
en dus bekwaamer tot verdunning der Siymige
Vogten in Borstkwaalen , maar minder verzag-
tende in zwaare Hoest en gevaarlyk met Ont-
lteeking. Voor ’t overige is zy van gebruik in
Reukballen , of ook, in Wyngeest ontbonden3
tot het maaken der Maagde-Melk, een bekend
Blanketzel.
xt. ( i i ) Laurierboom met ony et deelde en drie-
Satr7 ™s, , kwabbige Bladen.
Sasfafras ,'
Boom. Deeze Soort maakt den Boom uit, die het
bekende jSasfafras - Hout uitlevert. Hy is door
verfcheide Autheuren afgebeeld en beichreeven.
LDKtHE r i u s noemt hem Welriekende
Mannetjes Kornoelje - Boom , met een driefhee-
dig Blad, dat vlak gerand is, Sasfafras geheten
wor-
( n ) Laurus Foliiï Iritegrïi trilobisque. Hort. Cliff. 154,
M*t. Mei. 193. GRON, Virg. 4s. ROVEN Lugdbat. 227,
COLD. Noveè, 54. Kalm. Itin. II. p. 270, 434. Hoogcj. p,
S90. 481. Cornus raas odorata&c. Pluk. Mm. 120. T. 222.
f. 6. CATESB. Car. I. T. J5. Seligm. Vog. II. p. 9. T. 10.
Sasfafras arbor. G. B, Pin. 431. Cornus raas, f. Sasfafras Lau-
rinis foliis indivifis. PLUK. Amalth, 66. TREW. Ehrft. T*
ép. 70. .
wordende. B a u h i n u s hadt ’er Vygebooms-
Bladen aan gegeven, en hem een Boom uit Flo-
rida geheten, van waar hy af kom (tig is en waarHooro-
hy Palame genoemd werdt. In Virginie, daarSTUK:*
hy ook groeit, noemen de Ingezetenen h em ^ jf^ { ras‘
Winau k of Winanke. Nu twee Eeuwen gelee-
den werdt hy reeds in Europa bekend, en is
in deeze Eeuw in Engeland, alwaar hy de ge-
woone Winterkoude, in de open Grond, ver-
draagen kan , zodanig aangefokt , dat de Heer
E hret in de Tuin van zekeren Hovenier, Gor-
don genaamd , ’er meer dan vyftig vondt.
Door deezen Heer is de volmaakfle en fraaF
Re Afbeelding van deezen Boom, zo in zyne
geheele Geftalte, als ten opzigt van de Bloem
en Vrugtmaaking aan een byzonder Takje, gegeven
; welk laatfte ook ten opzigt van de
Afbeelding door C a t e s b y , en ten opzigt van
de Bladen, Bloem en Vrugten door T rew
gefchied was (*). Men verzekert dat het in
Florida, Virginie en Kanada, een groote Boom
wordt, met een regten Stam als een Pynboom
opgroeijende , en aan den Top alleen zyne Takken
uitfpreidende. Op fommige plaatfen, in tegendeel,
blyft hy Heeflerachtig. De Heer C at
e s b y zegt , dat de Sasfafras - Boom in de
meefte Landftreeken van Noord-Amerika, die
benoorden Virginie leggen, voorkomt, groeijen
_
(*) Usfgczogte Verhand. VII. ü , bl, 3 £4, pl. XLV1I.
Z 5