B E S CHR Y V I NG
D E R
P L A N T E N .
T W E E D E A F D E E L 1 NG .
D e B O OME N .
I. H O O F D S T U K .
De E i g e n s c h a p p e n der Boomen in 't algemeen
; hunne nuttigheid, dikte, langte, geweldige
aangroeijing; oir zaak van het dood vriezen, enz.
olgëns de voorgemelde Natuurlyke
§ y % Methode maaken de Boomen de
$ Tweede Kb.sfe in de befchryving
der Plantgewasfen uit. Zy 'volgen ,
naamelyk, in Rang aan de Palmboomen , en
overtreffen dezelven in veele ’ opzigten. Daar
die tot de heete Lugtftreek alleen bepaald zyn,
breiden de overige Boomen zig over den ge«
heelen Aardbodem uit , wiens Oppervlakte
veelen niet minder verfieren. W y behoeven
maar het Oog te liaan op de Ceders van den
Libanon , de Laplandfche Pyn- en Denneboo-
A men»
II. Deel» XL Stuk.