H.
A fdefx.
X.
H oofdstuk.
Swietenia
Mahagoni
Mahony-
Hout
Boom.
De eenigRe Soort ( i ) is de Boom , die het
zo bekende, doch niettemin kostbaare, Mahony
- Hout uitlevert. B rowhe hadt denzelven
voorgeReld onder den naam van Cedrela met ge?
vinde Bladen , verftrooide Bloemen en welriekend
Hout. C a t e s b y noemt hem , Boom
met Bladen die gevind zyn zonder Blad aan ’t
end; de Rib naar de eene zyde uitloopende ,
met een groote hoekige Vrugt en gewiekt Zaad.
De Heer J a c q u in befchryft hem aldus.
Het is een hooge , zeer takkige Boom, die
een aanzienlyke Kroon maakt, hebbende de Bladen
famengefleld uit Lancetswyze Vinblaadjes ,
wier getal doorgaans drie o f v ie r , zelden v y f
Paaren i s , zynde wat krom , anderhalf Duim
lang. Uit de Oxels der Bladen komen platachtige
Trosfen voort , doorgaans van age witte
Bloemen , van de gezegde hoedanigheid. Het
Zaadhuisje is zeer groot, Eyrond, Romp, van
buiten Roestkleurig, van binnen in v y f holligheden
verdeeld, met zeer dikke Houtige Kleppen.
Ieder holligheid bevat verfcheide Zaaden,
die een Vliezige Wiek hebben , langwerpig en
Romp. De Bloem is derhalve als die van de
Melia en de Vrugt als die van de Cedrela, merkt
hy aan. Het groeit op- de grootRen der Voor-
Eilanden van Amerika. Het Hout is rood, hard
en
(r) Swietenia. Syst. Nat. XII. Tom, II. Gen. 521. p. 294
Cedrela Foliis pinnatis &c. Brown. Jam. 158. Arbor Foliis
pinnatis , nullo ïropari , Nervo ad latus. Catesb. Cur. II.
T , 81. Swietenia, A m r , 127,
en zwaar, zeer bekwaam tot de polyRing, wor- II.
dende derhalve in Engeland zeer veel tot Kabi-AFI^ EL*
netten en ander Schrynwerk gebezigd. Hoofdstuk.
M e l i a .
De Kenmerken van dit Geflagt zyn 5 een
vyftandige Kelk met v y f Bloemblaadjes: het
Honigbakje Cylindrifch, zo lang als de Bloem;
met den Mond tientandig: een Pruimvrugt, met
een Steen, die v y f Holligheden heeft.
• Van dit Geflagt zyn twee Soorten, die door
de figuur der Bladen verfchillen, als volgt.
('1') Melia met dubbeld gevinde Bladen. 1.
Me lis
Azedarach.
De Arabifche naam Azedarach , van A v i-Azedarach.
c E N N A afkomRig , is aan deeze Soort gegeven.
Men vindt dezelve by B a o h i n ü s voor-
geReld onder den naam van Boom met Esfchen-
Bladeren en blaauwe Bloemen. D o d o n ä ü s
befchryft dit Azedarach , als een hooge Boom
zyn-
(1) Melia Foliis bipinnatis, Syst. Na t, XII. Tom. II. Gen.
523. p. 29*. Melia Foliis duplicato- pinnatis. F l, ZeyU 162.
Melia Foliis deconapofltis. Hert, Cliff. 161. Roven Lugdbat,
462. Azedarach. DOD. Pempt. 848. B u rm , Zeyl, 40. ß t
Azedarach fetnpervirens et fiorens. Tournf. Inft, 616. Azed,
Flor. albis fetnpervirens. HERM. Lugdbsc. Ö52. Azed, Fruftu
polypyreno Mangoferos fylveftris, ßURM.'^Tey/. 40. Azedarach-
ta lndica. Comm. Hort, Am f t , I* T, 70» Olea Maiab, Nimbo
di&a. Raj, Hift, 15 4s.