ÏÏ. men, de hoogte krygen van vyfen twintig of
AirnPEt . j . \
v dertig Voeten. Maar, naauwlyks tien Voeten
H oofd- hoog geworden, buigen zy zig om, en leunen
5rus. tegen de Takken van anderè Èoomeri. E)eeze
Stammen hebben eefie Afchgraauwe gladde
Schors, en korte zy takjes hier en daar, zo wei
als de Stammen, bezet met dikke Doornen. De
Bladen zyn langwerpig, glad, kort gedeeld, drie
o f vier Duimen lang, tropswyze uit een zelfde
Knobbeltje voortkomende en jaarlyks afvallende.
Die Knobbeltjes geeven, tot hun middelpunt,
Takkige trosfen ui t , van veele kleine geelag-
tïge Bloempjes, die eenbladig zyn , met eene
veelbladige Kelk. De figuur is Trechtcragtig,
aan den Rand in vyven gedeeld, met ftompe
omgeboogen Slippen. De Meeldraadjes zyn
Elsvormig en hebben langwerpige Knopjes,
wederzyds gegroefd. De Styl , die op het
Vrugtbeginzel z it , is , zonder blykbaaren Stempel
, in tweeën verdeeld, en zo diep, dat men,
met een gewapend Oog,, een doorgang tot aan
het Vrugtbeginzel waarneemt. De Vrugten
zyn roode Besfen , van grootte als Erwten,
ieder vier Zaadjes bevattende. De Ingezetenen
noemen dit Gewas Cacaracera. Het bloeit in
Augustus en de Vrugten worden in de Maand
Oktober ryp.
fo) Ehretia met geheel effenrandige, gladde, It-
ovaale Bladen, de Bloemen Trosagtig , ^
de Kolken gladt t Hoofpstuk.
De Heer J a c q u i n heeft, in de Westin- ^ ; etia
diën, tweq Soorten waargenomen van ccnGc-B^rnAa.
was, waar aan door Browne de naam vanSappige*
Beurreria is gegeven, De eerde neemt h y ,
wegens den aart der Vrugten, Sappige, en dezelve
komt overeen met den Amerikaanfchén
Laurierbladigen Mispelboom van C o m m e l y n ,
die een Lymerlge roode Vrugt draagt: als ook
met dë Qeïtenbladsbladerige Jasmyn vanS l o a -
n ’e , die witte Bloemen en geele vierkorrelïge
Vrugten heeft. * Hy vondtze op de Karibifche
Eilanden, alwaar de Besfen van de Wilden gegeten
worden.
Volgens S l o a n e wordt het een Boompje
van agt of negenN Voeten hoog, met veele
Stammen opfehietende, die een geelagtigerfchors
hebben ; maar volgens Jacquin groeit hetzelve
op Kurasfau wel ter hoogte van vyftien
Voeten , daar het op Marteniqiie zelden de
hpogf3)
Ehretia Foliis &c, Syst, Nat. X(t. Tom. TI. p. 176.
Coidia Bourreria. Arnxn, ~4cad. V. p. 39T. Beurreria Fru&i-
bus fucculentis. ]ACQ. Auitr. p. 44. Beurreria Arborea, Foliis
oyatis altemis &c. BroWN. Jam. 168, T. is . f. 1. MespUps
Atnericana &c. Comm. Hort. I, p. 153. T. 79- Bittoniae
fimilis Laureola: foliis &c, Catesb. Car, II. T. 79. Jas-
minutn Periclymeni folio , &c. Sroan, J 169. lüst. II,
p, pd. T . 2<?4~ f. J. A.AJ. Dendr. 63,
ït. wéhu II. Stok,