1 22' \ y f MANNIGE B q OMEjSF.
C O ^ I) I A, II.
AFDEEL.
V.
H oofd- De Naam, van dit Geflagt is aan de gedag-
£TLE* tenis van den ouden vermaarden Kruidkupdi.
gen V alerius C o r d d s toegewyd.
De Kenmerken zyn, een Trechteragtige
Bloem, met vyf Meeldraadjes en den Styl, in
tweeën verdeeld : de Vrugt Pruimagfig met
Steenen die twee Holligheden hebben.
De vyf Soorten van hetzelve behooren al-
temaal tot de Klasfe der Boomen , als volgt.
i. (?) Cordia. met ovaale Bladen, die van loven
Myxn. glad zyn; met zydelingfe Trosfen; de Kelk
Bo^n.Sten" met tien Streepen.
Deeze Soort maakt een Boom van middel-
baare grootte , met een dikken Stam, die in
Egypte en Aüe groeit, en ook bekend is aan
de Kust van Malabar. Alpikus fchryft,
dat van den Sebesten - Boom, die in Egypte
groeit, twee Soorten zyn , de eene Wild en
naar' een Pruimenboom gelykende , de andere
Tam, die de Bladen brceder en dikker heeft.
Bei-
(t) Cordia Foliis Qvatls, fupra glabris, Corymbis lateralibus ,
Calycibus decemftriatis. Syst. Nat. XII. Torn. 11. Gen, zss*
Cordia Foliis fubovatis fexrato - dentatis. Hort, Clijf. 6 3. Mat,
Med. i7r. Sp. Plant. I, p, 190, Sebest^na fylvestris & domes-
tica. C. B, Pin, 44.6'. Alp, jQgypt. 30, Seb. Domestica fea
Myxa. Comm. Hort. Amfl. I. p. 139, T. 71. Vidi-maram,'
Hort. Mal, IV. p» 77, T, 37, Bubm, Flor» lnd$ p, jg.
P E t? T A K D R 1 I23
Beiden brengen zy kleine witte Bloemen voort, Ib
waar op Vrugten volgen, die naar ronde Pruim- y
pjes gelyken , met drieribhigc Steenen. Aan Hoofd-
den Tammen zyn dezelven wat grooter. fietSTUK,
geheele Jaar ziet men Vrugten aan den Boom,
uit welker Sap o f Vleefch een Soort van Lym
bereid wordt , door dezelven te ftampen en af
te melken. Deeze Lym gebruikte men uitwen?
dig tot yerzagting van harde Gezwellen; inwendig
tegen de Hoest en allerley Borstkwaa?
len, in welken nog de gedroogde Sebesten ,
die wy uit de Levant bekomen , met vrugt
gebezigd worden. Inzonderheid plagt menze,
met Jujuben en andere Middelen, in Borstdran-
ken te kooken; doch wy hebben vetfcheidene
yan dergelyken aart,
(2) Cordia met langwerpig ovaale, rond uit- jr.
gerande, ruuwe Bladen. sèHitl.
Zo wel uit de Afbeelding, in de Phïlofo-
thia Botanica, als uit de befchryying en figuur
der
(z) Cordia Foliis oblongo-ovatis, repandis, fcabris. Has-
Itin. 458. Cordia Nucis Juglandis folio, PLUM. Gen.
13. lc, 105. Cordia Foliis amplioribus hiitis , tubo Horïs
filbseqaali, lïROWlt. Jam. zoz. Sebesrena fcabra , Flore mi-
piato crispo. Dill . Eltb. 3+1. T. 255. f- 3 3 1. Caryopliyllus
fpurius inodorus , Folio fubrotundo fcabro , Flore racemofo
hexapetaloide coccineo, Sloan. Jam, 13«. Hist. U , p. 20.
T. 64. RAJ. Suppl. 8«. CATESB. Ca r. II. T. 91, Novell«
nigrB, R üMPH, vAmb. II, p. i iö , T.73.BURM. Fit Ind, p. 59,