II. Bloemen heeft, die niet minder groot van Ge-
Afdeel. was Zynj dan de gewoone tamme Kerfen.
H oofd- De hoog' Seleerde Heer H A L E e r befchryft
stuk» den gewoonen ■ Kerlenboom, die men in >Swit-
Kerftn- Zerland overvloedig aan de Wegen vindt, al-
Uom‘ dus. Hét is een taamelyk hooge Boom, met
eene witte Schors. De Knoppen, uit drie groo-
te en drie kleine Steeltjes beftaande , geeven
drie Steeltjes uit , ieder met ééne Bloem, die
een Klokvormige Kelk heeft , en holle, ftom-
pe, rondachtige Blaadjes , bevattende omtrent
dertig Meeldraadjes. De Kelk is omgeboogen
en valt af. De Bladen van den Boom zyn breed
ovaal, gefpitst en dun. De Vrugt is, ryp zyiide,
zoet en doorgaans zwart;; zo dat hy den Krie-
kenboom fchynt te bedoelen.
Verfcïiii Ongemeen groot is het gêtal der Verfcheiden-
Fcrlen heden van de Vrugt der zogenaamde tamme of
Tuinkerfen. Men heeft, in de eerfte plaats ,
Vroege en Laate Kerfen: men heeft Kerfen die
laf en Smaakeloos zyn : men heeft ’er die zagt
en Sappig en die hard zyn van Vleefch , genaamd
Knapkerfen; gelyk de zogenaamde Ro.u-
aanfe, GatropfeenSpaanfche Kerfen: fommigen
zyn grooter , anderen kleiner; fommigen rond,
anderen langwerpig , gelyk de Praagfe Muskadel
- Kers, die voor een der besten, gehouden
wordt: fommigen zwart, anderen rood , eeni-
gen wit of bont. Voorts zyn fommige Kerfen
tot het inleggen of konfyten bekwaamst , ge-
Ivk de Volgers en kort gefteelde Zwolfche Kerfen
fen, en dergelyken. Deeze Verfcheidenheden ^ n .^
maaken ook eenig verfchil in de groeijmg der X1L
Boomen. , H oofd-
De Kerfenboom is in de Geneeskonst h ^ tST^ -
ontbloot van nuttigheden. Zyne Gom is ver
zagtende , dienftig tegen de Roode Loop en ’t
Pynlyk wateren , ja tegen den Steen z e lf, zo
men B o c c o n e gelooven mag. Het gedestilleerde
Water der Bloemen is hartfterkende: der-
zelver Aftrekzel tegen ’t Kolyk dienftig. Sommigen
willen dat de middelfte een Koortsmiddel
zou zyn. De Pitten zyn Pisdryvende. Het
Hout is , wegens zyne fchoone Kleur, by Draai-
jers, Kastemaakers, doch inzonderheid by de
Stoelemaakers zeer- in achting geweest, voordat
men zulk een menigte van gladde Houten uit de
Indiën bekomen hadt. Maar de voornaamfte
nuttigheid heeft in dé Vrugten plaats , die niet .
alleen een zeer ■ verfrisfchen.de gézonde Verfha-
pering uitleveren, maar door haare zagtelyk lax-
eerende hoedanigheid, in de Geneeskunde ook
niet ondienftig zyn.
De Morellen maaken een Vrugt uit, die wel De Mo»
het meefte van alle de gemelde tamme Kerfenrel!en*
fchynt te verfchillen. Het zyn die , welken
B a u h x n ü s allerzuurfte o f liever uitermaate
zuure Kerfen noemt, met een Bloedrood Sap (*).
De Duitfchers noemenze Amarellen, Wïechfeln
en
(*) Cerafa acidisfima, Sanguineo Succo. C, B, Pin. 450»
N n 4
ft.Deel. II. Stuk»