II !g
I"IM lBinlll j1nH1 I !
II.
A fdeel.
X.
H oofdstuk.
*Turr&a
•.virens.
Gioene.
V: 1l i l1 l1l i
Het Vrugtbeginzel, dat rondachtig i s , heeft
een Draadigen Styl , met eenen dikken Stempel.
Het Vrugthuisje is rondachtig, en beltaat
uit v y f Besfen, die twee Nierachtige Zaaden
bevatten.
De eenigfte Soort (1 ) , in Oostindie haare
Groeyplaats hebbende , is een donker groene
Boom, die de Bladen zeer kort gefteeld, Lan*
cetswys’ ovaal en effenrandig heeft, doch uitge-
rand, glad, van onderen bleeker, zonder Stoppeltjes
: de Bloemeu komen met kleine Aairtjes
uit de Oxels der Bladen voort, zynde. geel van
Kleur, met eenige kleine Blaadjes daar tusfchen
in. T o l u i f e r a .
t. De Kenmerken zyn: een vyftandige Klok-
Ihj/ïmum vorm’ge Kelk ; v y f Bloemblaadjes , waar van
Baifeoi ’ het onderfte grootst en Hartvormig: geen Styl.
Boorn,0'U De naam is aan dit Geflagt gegeven,. om dat
de eenigfte Soort, daar in voorkomende ( 1 ) ,
den zo vermaarden Balfem van Tolu voortbrengt.
Dezelve wordt ook Amerikaanfche
Balfem > Balfem van Karthagena, en harde o f
drooge Balfem genoemd. Het eerfte ziet op
de plaats der afkomst , uit de Honduras, by
de Indiaanen Tolu genaamd, een Provincie o f
Land-
(1) Turraa. Mantisf, altera, p, ISO , 237. Gen. 1305,
(1) Toluifera. Syst. Nat. XII. Tom. II* Gen, ji8. p, 293.
Mat. Mei. 201. Ballamum Tolutanum Foliis Ceratix fimili»
bus. C, B. Pin. 401. Ballamum da Tolu. j , BAUH- I. 296.
BalCimum Provinda: Tolu , Balfamifera quarta. Hernand*
Mex. j3.
II, Deel, H, Stuk*
Landftreek van Zuid - Amerika, bewesten Kar- II.
thagena gelegen : het andere op de hoedanig-AFD^L.-
heid van deezen Balfem , die doorgaans droog Hoofd-
tot ons komt, zynde niettemin van een byzon- -tu k.
dere zeer aangenaame Reuk, als van Benzoinva^ajfe£
gemengd met Citroenen. De Smaak is zoet Boom.
en aangenaam, niet walgelyk als die van andere
Balfems : de Kleur donker - rood naar ’e
Goudgeele trekkende. De Natuurlyke zelfftan-
digheid is omtrent als die van dikke Terpen-
thyn. Men houdtze voor een zeer goed Borstmiddel,
inzonderheid wanneer eenige Verzwee-
ring inwendig plaats heeft, en daarom is zy in
Engeland zeer in gebruik tegen de Teering.
Uitwendig dient zy ongemeen tot heeling der
Wonden, daar Pees- o f Zenuwachtige deelen
gekwetst zyn. Geen fcherpheid hebbende en
gemakkelyk in te neemen zynde, acht men haar
zelfs beter dan den Balfem van Peru. Daar
wordt een Balfamieke Stroop van gekookt, die
zeer in gebruik plagt te zyn in Engeland.
De Boom , die deezen Balfem voortbrengt,
heeft Bladen als van ft Jans Brood zegt M o-
n a r d u s , en gelykt, in geftalte, naar een kleinen
Pynboom, H e r n a n d e z , die hem voor
den vierden Balfemboom opgeeft, zegt dat hy
voorkomt op bewerkt Land, en dat hy een dunnen
tederen Bast heeft. Men maakt daar Infny-
dingen in op ’t heetfte van den Dag, en vangt
het uitloopende Vogt in Lepels van zwart Wafch
gemaakt, hetzelve dus in Glaasjes o f Potjes ,
daar