H.
A fdeel.
H dofd»
XII.
STUK.
XUT.
Prunus
fpinoj*.
Slee-
Doorn.
(13) Pruimboom met enkelde Steeltjes, Lan-
cetswyze gladde Bladen en gedoomde Takken.
De Duitfchers onderfcheiden 'de voorgaan-
den, onder den naam van Haberfclilehen, van
deezen, die zy enkel Schlehen noemen , en dus
geeven Wy ’er den naam van Slee - Pruim , Slee of
Slee-Doorn aan. Zy is in Duitfchland zeer bekend,
en wordt derhalve Acacia Germanica geheten.
Men vindtze ook veel in Vrankryk, alwaarze
Prunier fauvage genoemd wordt, en in Engeland
, daar menze Sloe - Tree tytelt of Black
Thorn, dat is Zwarte Doorn. In onze Provin-
tien komt z y , zo wel als de Kroosjes - Pruimen ,
op verfcheide plaatfen , in Duin - Hey- en
Bofchachtige Landsdouwen, in Vriesland, Gelderland
, Utrecht, ja zelfs in Holland , in
5t wilde voor; zynde ook in Sweeden gemeen.
In Switzerland, alwaar zy groeit in alle
Haagen en Kreupelbosfchen , wordt zy door
den Hooggeleerden Heer H a l l e r , dien ik
hier één voor allen neem, aldus befchree*
ven.
„ De Bladen zyn gefpitst ovaal, geaderd ,
„ maar teder en fyn getand. Het Gewas heeft
„ zeer
(13) Prunus Pedunculis foUtaiiis, Fqliis lanceolatis glabtis,
Ratnis Spinofïs, Hort. Cliff. 186. Fl. Suec. 397 j 431 ■ Mat. Med.
231. ROVEN Lugdbat. 268. HALL. Helv. 3SJ. Prunus fylveftris.
BAUH, Pin, 444. Tab, Icon, 991. Lob. Ic, 176.TOURN. Infl.
623.
5, zeer flerke Doornen. Uit de Oxels der Bla- II. t
„ den komen enkelde o f gepaarde Bloemen
,, voort, die de Blóemblaadjes wit, rond, on-H oofd*
j, gefteeld hebben , den Kelk niet omgeboo- stuk.
„ gen , een lange Pyp mét een Klootronden s/k-
j, top. De Vrugt is Eyvormig, uit den blaau-
,, wen zwartachtig. De Bladen zyn bitter en
s, floppende* De Vrugt is uitermaate zuur.
,, De Bloemen, gedefinieerd, geêven Water,
„ dat zagtelyk laxeerende is, eh de zelfde kragt
j, heeft het Aftrekzel dér verfche Bloemen id
„ Water of Melk; zo ook de Syroop daar van.
„ Het Wynachtig Water is , volgensC h o m e l j
,, Zweetdryvende ; doch , dat van dé jonge
„ Botten druipt , wordt tegen de roodheid des
„ Aangezigts gepreezen door S. P a u t i . De
, , Vrugten geeven een zéér fterkcn Azyn, en
„ derzelyer verdikte Sap 'is de Acacia der
j, Winkelen in Duitfchland, welke een famen-
„ trekkende kragt heeft, zynde uitwendig, doch
,, zeldzaam, in gebruik. Inwendig is de Gifte
,, een Vierendeel Loots. Door dit dagelyks in
„ te geeven heeft C a r r i c h t è r F e r d i -
,, n a n d den Eerften, die een Borstkwaal hadt,
„ om ’t leven geholpen : C rato in Epijl.
„ De Kwakzalvers geneezen mei den Bast af-
j, loopendé Koortfèn, en dezelve wordt daar
toe van S l o a n e , in zyn Brief aan R a y ^
gepreezen. De Wortels , in Wyn getrok-
i, ken, geneezen den Mond, als dezelve doof
Ö b dê
II. Deel. h, Stuk.
\ÏÏiMÈi
S
I
1
I
f
B H
i
1a9 rte 2 1*. - IJ
m M \
giBBSSgI