II- ’c Is een der grootfte Böomen van Jamaikaj
fd£el. Qp <jac Eiland in de Bosfchen menigvuldig
Hoofd- groeit , vallende ook op Barbados, de Bermu-
stük. des, in Virginie en aan de Vaste Kust van
Zuid - Amerika. Hier vondt hem L o e f l i n g ,
met eenen Stam van fomtyds vier o f v y f Voeten
dik; met Bladen van twee o f drie Voeten
lang en Bloemen byna als die der Hyacinthen.
De Spanjaarden , zegt hy, noemen het Cedro,
en onder dien naam Haat hy reeds bekend by
OviEDTj s. Zo het de Citrea is van N ie-
r e m e e r g , gelyk R aj*us wil, dan zou men
het Hout daar van tot Koffers gebruiken, om
de Kleederen te bewaaren voor de Mot. Het
gene men hier grof Cederen Hout noemt, zal
waarfchynlyk daar van afkomftig zyn.
M a n g i f e r a . Mangas-Boom.
Dit Geflagt heeft zynen naam van den In-
diaanfchen naam der Vrugten , Manghos of
Mangas genaamd, bekomen. Behalve de alge-
meeneKenmerken van deezen Rang, v y f Meeldraadjes
naamelyk en een enkelen Stamper ,
komt hier b y , eene vyfhladige Bloem en eene
Niergelykende Vrugt.
. De Groeyplaats is door geheel Oostindie ,
zo aan de Vaste Kust als op de Eilanden, alwaar
Verfcheidenheden daar van voorkomen ,
die niet genoegzaam bekend zyn, om daar van
byzondere Soorten te maaken. Derhalve is
door
P E N T A N D R I A. I6l
door L in n ^eü s maar ééne Soort voorgefteld ( i ) , II.
welke R üm p h i u s de tamme Mangas noemt
en welke by R a j u s den naam voert vanHooF*o-
Indifche Manga, met eene groote Niergely-STÜK*
kende Vrugt. Manera
Het is een Boom , die wel veertig Voeten7« ^ -
hoog en agttien Voeten dik wordt, zegt RA.Y,fche. '
volgens den Malabaarfen Kruidhof; doch dit
komt my wat onevenredig voor. Hy fpreidt zyne
Takken wyd en zyd uit, die, met eene gladde
donker groene Schors bekleed, door inlhy-
ding een bruin , welriekend, fcherp , bitter
Vogt uitgeeven , zo wel als de Stam , waar
van het Hout wit, zagt en ligt is. Het uitzy-
pelende Vogt verandert door de Zonnefchyn
in eene Gom. De Wortel, met eene paarfche,
van binnen geele Schors bekleed, is ook bitter
van Smaak en van eene Kruidige Reuk De
Bladen, die met hun tweeën, drie o f vieren uit
een zelfde Steeltje voortkomen, zyn een Span
lang, een Hand breed, langwerpig rond, glad
en groen, aangenaam van Smaak en Reuk. De
Bloemen, troswyze aan ’t end der Takjes groei-
jende, zyn klein en gelyken naar die van den
Wyn- ■
( i ) Mangifera. Syst. Nat. XlT. Tom. II. Gen. 276. p,
18 3. Mangifera arbor. Bent. jfav, 95. Flor, ‘Zeyl. 471. Man«
ga domeftica. Rümph. Amh, I. p. 93. T. 25. Manga Indica,
Fru&u naagno Reniformi. Raj. Hist. 155c. Perik* fïmilis
putamine villofb. C. B Pin. 440. Mao f. Man, f, Manghos»
Hert, Mal, IV. p. p, 1. T. I , i ,
L